Renault-CEO: 'Alonso had tien rondes nodig om te voelen dat de auto niet werkte'

Luca de Meo heeft Renault ternauwernood in de Formule 1 weten te houden. Het team heet nu Alpine en heeft zijn zinnen gezet op een terugkeer naar de top in 2022. In de tussentijd probeert het zich zoveel mogelijk te ontwikkelen met behulp van Estéban Ocon en Fernando Alonso. Vooral de laatstgenoemde coureur is tot nu toe erg betrokken geweest bij het proces. De feedback die de Spanjaard heeft gegeven is zeer constructief gebleken.

Bij de aanstelling van De Meo als CEO van Renault, koos de topman er direct voor om het F1-team van de ondergang te redden. Het team kampte met financiële problemen en de marktwaarde ervan werd zeer in twijfel getrokken. Echter, De Meo weigerde hieraan toe te geven: 'Ik wilde niet de man zijn die 44 jaar Formule 1-geschiedenis heeft begraven', vertelt hij in gesprek met Auto, Motor und Sport. 'Het is me eerder gelukt om een merk opnieuw in leven te blazen, bijvoorbeeld met Abarth en Audi Sport.'

Hierop koos De Meo ervoor om de naam van het team te veranderen naar Alpine. 'Iedereen die zich laat gelden in de Formule 1 straalt geloofwaardigheid uit. Voor een sportwagenfabrikant zoals Alpine is dat heel belangrijk om het merk te kunnen verkopen. Renault is al 120 jaar een gevestigd merk, dat hoefden we niet meer te verkopen.' Over het precieze doel van het team, is de voormalig SEAT-president nog vrij onduidelijk. 'Ik verwacht dat we elk jaar beter worden. De grote uitdaging begint in 2022, wanneer we praktisch vanaf nul beginnen.'

Alonso kwam terug alsof hij nooit weg is geweest

Eerst zal Alpine nog het 2021-seizoen moeten voltooien, en dat zal geen overgangsjaar worden. 'Dat kunnen we de coureurs niet aandoen', verklaart De Meo. 'Alonso zou dan niet blij zijn, want hij wil altijd winnen. En Ocon wil geen tijd meer verspillen bij ons.' Op dit moment is de focus dan ook gericht op de terugkeer van het team naar de top van de Formule 1. 'Ik vroeg Alonso om ons daarbij te helpen. Zijn rol bij het team is deze keer anders dan vijftien jaar geleden.'

De Spanjaard is in de voorbereiding van het seizoen direct aan het werk gezet en dat wierp zijn vruchten af. 'Het kostte Fernando tien rondes om de limiet van onze auto te bereiken. Toen stapte hij uit en vertelde ons: het werkt niet, dit moet beter worden. Hij kwam terug alsof hij nooit weg is geweest.' Het team ziet daarom een zware, maar productieve periode tegemoet. 'Je kunt met Alonso in het team geen seconde rusten. Genoeg is niet genoeg voor hem.'