Fernando Alonso is één van de meest succesvolle coureurs in de jaren '00 in de Formule 1. De Spanjaard maakte in 2001 zijn debuut bij achterhoedeteam Minardi, maar maakte daar dusdanig veel indruk dat hij naar Renault, toen een subtopper, vertrok, waar hij eerst een jaar reservecoureur was. Vanaf toen rees de ster genaamd Alonso, met wereldtitels in 2005 en 2006 als hoogtepunten. In 2021 maakte Alonso zijn terugkeer in de Formule 1 bij Alpine, na een tweejarige sabbatical. In 2024 komt hij uit voor Aston Martin.
Deze pagina gaat verder onder het nieuws.
Renault twijfelde geen seconde om Alonso, die als negentienjarige zijn debuut in de Formule 1 maakte, aan te trekken. In 2002 was hij nog testcoureur bij de Franse renstal, maar voor 2003 kreeg hij een vast stoeltje aangewezen. Dat vertrouwen betaalde zich goed uit, want Alonso won de Grand Prix van Hongarije van 2003, waarbij hij wereldkampioen Michael Schumacher op een ronde achterstand zette. Een ster leek geboren.
Na een zegeloos 2004 zette Alonso in 2005 een sterke reeks neer door bij de eerste vijf wedstrijden telkens op het podium te eindigen. Hij was titelkandidaat nummer één, met Kimi Räikkönen van McLaren als grootste uitdager. Het was stuivertje wisselen tussen de twee, maar de betrouwbaarheid van Alonso's Renault gaf de doorslag: in 2005 werd hij wereldkampioen.
Het jaar daarop gold de toenmalig jongste wereldkampioen als de titelfavoriet van 2006. En ook die status maakte hij waar, want hij kroonde zich jaar andermaal tot wereldkampioen. Dit keer was de Ferrari van Michael Schumacher zijn grootste concurrent. De Duitser reed enorm sterk, maar zag door motorpech in Japan zijn kansen op een achtste wereldtitel verloren gaan.
Alonso tekende voor het seizoen 2007 bij McLaren en kreeg daar te maken met een rookie als teamgenoot: Lewis Hamilton. De Brit was sterker dan iedereen verwachtte en legde Alonso dan ook het vuur aan de schenen. De twee kregen het geregeld met elkaar aan de stok op het circuit en daar profiteerde Ferrari-coureur Kimi Räikkönen van. Hij werd wereldkampioen en niet Alonso of Hamilton. De Spanjaard had geen zin meer in de concurrentiestrijd bij McLaren en keerde terug bij Renault, dat inmiddels een subtopper was geworden. Vanuit die underdogpositie won Alonso alsnog twee GP's in 2008, waarbij de Grand Prix van Singapore (crashgate), onder controversiële omstandigheden gewonnen werd.
In 2009 tekende Alonso bij Ferrari, om daar vanaf 2010 voor uit te komen. In zijn eerste jaar streed hij al om de wereldtitel en hij had ook de beste papieren om tijdens de laatste Grand Prix in Abu Dhabi de beker mee naar huis te nemen. Door een strategische misser kwam hij echter achter Renault-coureur Vitaly Petrov vast te zitten. Hij kon hem niet inhalen en zodoende ging Sebastian Vettel er met de titel vandoor.
De jaren daarop bouwde Ferrari structureel een auto die net niet snel genoeg was. Desondanks haalde Alonso vaak het maximale uit de bolide, wat hem nog een aantal mooie zeges opleverde. In 2012 streed hij zelfs nog mee om het kampioenschap, maar in de laatste race ging wederom Vettel er mee aan de haal.
De tekst gaat verder onder de afbeelding.
In 2015 keerde Alonso terug bij McLaren, dat een samenwerking aanging met Honda. Die combinatie was eind jaren tachtig onverslaanbaar en trok Alonso terug naar de renstal die hij na een matig 2007 achter zich liet. De combinatie McLaren-Honda bleek echter een dramatische. De auto was niet snel genoeg en de motor was onbetrouwbaar. Alonso moest strijden om punten, daar waar hij gewend was te vechten om podia, en veel vaker uit dan dat hij finishte. Na een aantal jaar van minimale progressie van de Spanjaard het mooi geweest: 2018 was zijn laatste jaar in de Formule 1.
Aan het einde van 2018 leek het erop dat Fernando Alonso zijn Formule 1-carrière zou beëindigen. De Spanjaard vertrok bij McLaren, maar keerde toch weer terug in de koningsklasse. In 2021 zou Alonso namelijk voor Alpine F1 Team uitkomen, samen met Esteban Ocon. Alonso liep gedurende het 2020-seizoen al mee bij Renault en mocht ook meedoen aan de Young Driver Test na afloop van het seizoen, op 39-jarige leeftijd.
In 2021 kende Alonso eigenlijk nog steeds de vorm die we van hem gewend zijn: prachtige verdedigende acties en een uitstekende pace brachten hem geregeld punten in het middenveld, en in Qatar zelfs een podiumplaats. Het was voldoende om samen met Ocon de Franse renstal naar de vijfde plek in het constructeurskampioenschap te tillen.
Alonso vertrok na het 2022-seizoen bij Alpine. De tweevoudig wereldkampioen verhuisde naar Aston Martin, waar hij Sebastian Vettel, die met pensioen ging, verving. Alpine had in Pierre Gasly een opvolger gevonden voor de Spaanse routinier, terwijl Alonso de teamgenoot werd van Lance Stroll bij het team uit Silverstone. Alonso schoot met Aston Martin verrassend goed uit de startblokken, met zes podiumplekken in de eerste acht Grands Prix. Na een dip van Aston Martin in de zomer had Alonso aan een sterk einde van 2023 genoeg om vierde te eindigen in de titelstrijd.
Jaar | Team(s) | Overwinningen | Punten | Eindstand WK |
2001 | Minardi | 0 | 0 | 23e |
2003 | Renault | 1 | 55 | 6e |
2004 | Renault | 0 | 59 | 4e |
2005 | Renault | 7 | 133 | 1e |
2006 | Renault | 7 | 134 | 1e |
2007 | McLaren | 4 | 109 | 3e |
2008 | Renault | 2 | 61 | 5e |
2009 | Renault | 0 | 26 | 9e |
2010 | Ferrari | 5 | 252 | 2e |
2011 | Ferrari | 1 | 257 | 4e |
2012 | Ferrari | 3 | 278 | 2e |
2013 | Ferrari | 1 | 242 | 2e |
2014 | Ferrari | 0 | 161 | 6e |
2015 | McLaren | 0 | 11 | 17e |
2016 | McLaren | 0 | 54 | 10e |
2017 | McLaren | 0 | 17 | 15e |
2018 | McLaren | 0 | 50 | 11e |
2021 | Alpine F1 Team | 0 | 81 | 10e |
2022 | Alpine F1 Team | 0 | 81 | 9e |
2023 | Aston Martin | 0 | 206 | 4e |