In 2024 vinden de Japanse en Chinese Grand Prix voor het eerst in lange tijd nog eens vlak na elkaar plaats. Het was al lange tijd geleden, voor het eerst sinds 2008, dat de race in Suzuka en die in Shanghai na elkaar werden afgewerkt op de kalender. Beide circuits worden van oudsher ‘driver’s circuits’ genoemd, maar waar komt die term nu precies vandaan? En wat vertelt de opeenvolging van deze twee Grands Prix ons over de waardeverhoudingen tussen de teams en de coureurs?
De Grand Prix van China verdween de afgelopen vier jaar van de kalender vanwege de coronapandemie. De jaren daarvoor werd de race in Shanghai traditioneel vroeg in het seizoen georganiseerd, terwijl die in Japan in de herfst viel. De timing van beide Grands Prix zorgde in het verleden voor verbazing, omwille van de geografische nabijheid van beide landen. Een probleem dat de organisatoren van de Formule 1 dit seizoen deskundig hebben opgelost door te kijken naar 2008, het laatste jaar dat de twee Aziatische Grands Prix na elkaar plaatsvonden.
Vanaf 2004 trok het Formule 1-circus vier jaar lang van China naar Japan, of omgekeerd, op het einde van het seizoen. Wat opvalt als we naar de statistieken en resultaten van dit tweeluik gaan kijken, zien we dat in die periode nooit een coureur zowel op Chinese als op Japanse bodem won. Max Verstappen won twee weekends geleden de meest recente manche van het wereldkampioenschap in Suzuka. Betekent dit dan dat de kans klein is dat de Nederlander ook in Shanghai triomfeert?
Een dergelijke conclusie zou voorbarig en vooral ondoordacht zijn. De één-twee in ‘het land van de rijzende zon’ bevestigde nogmaals dat Red Bull Racing duidelijk het beste team op de grid is. Daarbij is Verstappen eveneens overduidelijk favoriet voor de Grand Prix van China, een race die hij overigens nog nooit won, wat vooral te wijten valt aan het feit dat de Grand Prix tijdens de dominante jaren van de Oostenrijkse renstal en de regerende wereldkampioen niet op de kalender stond.
(lees verder onder de afbeelding)
Lees ook
Horner voorspelt geen rechttoe rechtaan weekend in China: 'Dat gaat wel een uitdaging zijn'
Trend van de dominantste teams en coureurs
Als we naar de resultaten van de Chinese en Japanse Grands Prix gaan kijken, tussen ’04 en ’08, zien we dat de dominantste teams en coureurs van het desbetreffende seizoen telkens wonnen. In 2004, bij het debuut van het Shanghai International Circuit op de kalender, mocht Ferrari de overwinning vieren met Rubens Barrichello. Michael Schumacher schreef dan weer de Grand Prix van Japan op zijn naam. Een jaar later won Kimi Räikkönen voor McLaren in Suzuka, waarna het in Shanghai aan Renault en Fernando Alonso was. In 2006 won laatstgenoemde op Japanse bodem, terwijl Schumacher in China als eerste de geblokte vlag zag.
De twee jaren die daarop volgden, kregen we hetzelfde verhaal. In 2007 kwam Hamilton (McLaren) als winnaar uit de bus tijdens de Grand Prix van Japan, Räikkönen won namens Ferrari in China. Een seizoen later was Hamilton de snelste in Shanghai, terwijl Alonso met Renault won in Suzuka. Als deze trend anno 2024 behouden blijft, hebben Red Bull en Ferrari de beste kaarten in handen om te winnen komend weekend. Zij lieten zich in het seizoensbegin namelijk gelden als de twee sterkste teams van het huidige kampioenschap en lijken die positie niet snel uit handen te geven nu McLaren, Mercedes en Aston Martin wat achterblijven.
Lees ook
Hoe Ferrari in korte tijd haar pijlen heeft gericht op Red Bull en inmiddels regelmatig raak schiet
Logische verklaring
Er is bovendien een heel logische verklaring voor de suprematie van de sterkste teams en coureurs in China en Japan: het zijn namelijk twee snelle, tamelijk smalle circuits die een gelijkaardig verloop en karakteristieken kennen. Zo wacht de coureurs dit weekend, bij het uitkomen van bocht dertien, een lang recht stuk van maar liefst 1,2 kilometer lang, wat de snelste bolides een aanzienlijk voordeel geeft. Ook zijn er zowel in Suzuka als in Shanghai behoorlijk veel bochten en remzones waar je als coureur het verschil kan maken, en is de ideale lijn tamelijk krap. Zit je daarnaast als rijder, dan beland je al snel eens naast de baan. Vraag dat maar aan Logan Sargeant, die tijdens de eerste vrije training van het raceweekend in Japan zijn auto in de bandenmuur parkeerde.
Om het simpel te zeggen: als je goed aan een racestuur kan draaien, dan kan je op circuits als Japan en China het verschil maken als coureur - ziehier de reden waarom beide racebanen ‘driver’s circuits’ worden genoemd. Dat verklaart ook meteen waarom Hamilton met zes zeges recordwinnaar is op het Shanghai International Circuit. Dat en het feit dat de zevenvoudige wereldkampioen over heel wat dominante auto’s kon beschikken tijdens zijn carrière.
Verstappen mag de Chinese Grand Prix dan wel nog niet aan zijn palmares hebben toegevoegd, toch presteerde de Nederlander er al sterk in het verleden. In 2016 eindigde hij knap achtste met Toro Rosso in China. Een jaar later, toen de Limburger was gepromoveerd naar het moederteam, mocht hij voor de eerste en laatste keer het podium in Shanghai delen. Vanaf de zestiende startplek baande Verstappen zich in zijn RB13 een weg door het veld en pakte hij de derde plaats. En of inhalen mogelijk is in China.
(lees verder onder de afbeelding)
Gaat Mercedes weer een moeizaam weekend tegemoet?
14 april 2019. Dat was de laatste keer dat de coureurs de motoren van hun F1-bolides lieten brullen op het Shanghai International Circuit. Hamilton kwam toen na 56 rondjes als eerste over de streep, toenmalig teamgenoot Valtteri Bottas maakte het Mercedes-feestje compleet door tweede te eindigen. Het team van Toto Wolff heeft goede herinneringen aan de laatste editie van de Chinese Grand Prix, die de geschiedenisboeken inging als de duizendste F1-race ooit, maar in Brackley zullen ze dit jaar niet met grote verwachtingen uitkijken naar de terugkeer naar Shanghai.
In Japan werd George Russell zevende, Hamilton moest genoegen nemen met de negende plaats. Dergelijke resultaten, op een circuit dat geldt als zogenaamde ‘graadmeter’ voor de rest van het seizoen, tonen aan wat fans van Mercedes al drie jaar liever niet willen erkennen: de Silver Arrows zijn een subtopper geworden en spelen slechts een bijrol in het kampioenschap. En als we op de vorige race in Suzuka mogen afgaan, kunnen we enigszins verwachten dat Mercedes, een team dat snelheid mist om competitief te zijn, ook in China niet veel succes zal hebben.
Maar wie iets verder kijkt dan de neus lang is, ziet eveneens dat de W15 stabieler presteerde dan de voorgaande races. Voor Mercedes is het nu vooral belangrijk om de foutieve correlatie tussen de data van de simulator en de prestaties op het circuit op te lossen. Dan kan de befaamde ommekeer van McLaren, een ander team dat het in China naar verwachting moeilijk zal hebben om de echte toppers te volgen, van vorig seizoen als voorbeeld dienen voor Mercedes.
Een dergelijke ommekeer zal tevens nodig zijn voor de Duitse renstal om het gat met McLaren, de derde in het constructeurskampioenschap, te dichten. Toch mag het ook gezegd worden dat de Silver Arrows hoogstwaarschijnlijk dichter bij hun Britse klantenteam zouden staan in de stand als bijvoorbeeld de races in Bakoe en Singapore vroeger op het seizoen zouden plaatsvinden. Althans, dat is wat Russell beweert.
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties