Het is tegenwoordig haast niet voor te stellen dat het Formule 1-seizoen al voor de maand maart van start gaat. Vandaag de dag staan de maanden januari en februari vooral in het teken van de presentaties en van het testen. In de geschiedenis van de sport barstte het racegeweld echter met enige regelmaat al los in de eerste twee maanden van het jaar. In twee van deze gevallen begon het seizoen zelfs zo vroeg dat de coureurs oudejaarsavond enigszins ingetogen moesten vieren, want in 1965 en in 1968 stond de seizoensopener gepland op Nieuwjaarsdag. In beide gevallen was Zuid-Afrika de gastheer. F1Maximaal blikt in dit artikel terug op de vroegste starts van een F1-seizoen ooit.
In de eerste jaren na de oprichting van het officiële Formule 1-wereldkampioenschap in 1950 begon het raceseizoen steevast in mei. Daar kwam in 1953 echter verandering in. Mede door de successen van de Argentijn Juan Manuel Fangio was de populariteit van de Formule 1 in Argentinië in korte tijd enorm gestegen en dus was het zeer aantrekkelijk om een Grand Prix te organiseren in het Zuid-Amerikaanse land. Dit gebeurde dan ook en met de komst van de GP van Argentinië markeerde de maand mei niet langer de start van het nieuwe racejaar.
Deze werd verplaatst naar januari, omdat de weersomstandigheden op het zuidelijk halfrond in deze tijd van het jaar gunstiger waren. Argentinië zou tot en met 1960, met uitzondering van 1959, jaarlijks de openingsronde van het wereldkampioenschap verzorgen. Daarna verdween de Grand Prix, hoofdzakelijk wegens de dalende populariteit na het racepensioen van Fangio, weer van de kalender. Met het verdwijnen van de Argentijnse GP werd ook de startdatum van de seizoensouverture weer opgeschoven naar mei.
Nieuwjaarsdag 1965: verzette GP Zuid-Afrika ineens seizoensopener
Tot en met 1964 vormden verschillende locaties, waaronder Zandvoort (1962), het decor van de start van het seizoen. Na vijf jaren werd het kampioenschap in 1965 weer in januari aangevangen. Alleen was dit keer niet Argentinië, maar Zuid-Afrika de gastheer. Daarnaast werd er met 1 januari voor wel een hele bijzondere datum gekozen.
Nog nooit was een raceseizoen zo vroeg begonnen en aanvankelijk was dit ook helemaal niet het plan. In 1962 en 1963 werd het kampioenschap afgesloten op het Zuid-Afrikaanse Prince George Circuit in Oost-Londen en dit stond ook voor het jaar daarop in de planning. Het evenement werd echter met een week verzet, waardoor de GP van Zuid-Afrika niet op Tweede Kerstdag, maar op Nieuwjaarsdag plaatsvond. Dit betekende tevens dat Zuid-Afrika 1964 niet langer af zou sluiten, maar 1965 zou openen.
Clark declasseert concurrentie in kwalificatie Oost-Londen
Het was een bijzondere situatie in Zuid-Afrika, waar de kwalificatie nog in het vorige jaar werd verreden. Voor Jim Clark maakte het allemaal niks uit. De Brit had in 1964 de wereldtitel aan John Surtees moeten laten en hij was vastbesloten om deze na 1963 weer in zijn bezit te krijgen. Op oudejaarsdag overklaste Clark in zijn Lotus-Climax de concurrentie, aangevoerd door Surtees. De Ferrari-coureur moest bijna een seconde toegeven en wist zich Jack Brabham en Clarks’ teamgenoot Mike Spence nipt van het lijf te houden.
Iets verder op de grid maakte een, naar later zou blijken, zeer succesvolle coureur zijn debuut in de Formule 1. Jackie Stewart reed op oudejaarsdag zijn eerste kwalificatierondjes en dit deed hij niet onverdienstelijk. Op een tiende van Jochen Rindt, die vijf jaar later als enige coureur ooit postuum wereldkampioen zou worden, eindigde de Schot net buiten de top tien op de elfde plaats.
Dominante Clark grijpt Grand Slam in Zuid-Afrika, sterk debuut Stewart
Ook op Nieuwjaarsdag stond er geen maat op Clark. De Brit schoot als een komeet uit de startblokken en na ‘slechts’ honderd meter lag hij al meer dan een autolengte voor op teamgenoot Spence, die Surtees en Brabham direct na de start al was gepasseerd. Na de eerste ronde had het Lotus-duo al een gaatje geslagen naar de rest van het veld.
De vanaf P2 begonnen Surtees kwam moeizaam van zijn plek en viel terug naar de vijfde plaats. De Ferrari-coureur herstelde zich snel en na het passeren van achtereenvolgens Bruce McLaren en Brabham kon de regerend wereldkampioen zich op het Lotus-duo richten. Clark en Spence waren echter veel te rap voor Surtees. De Ferrari-coureur moest vooral in zijn spiegels kijken, want vlak achter hem zaten Brabham en de inmiddels naar P5 opgerukte Graham Hill hem op de hielen.
Lees ook
Terugblik GP Zuid-Afrika 1962 | Graham Hill viert vlak voor jaarwisseling eerste F1-wereldtitel
Halverwege de race leek er geen vuiltje aan de lucht voor het Lotus-duo. Clark verdedigde een voorsprong van dertien seconden op Spence, terwijl Spence op zijn beurt weer twaalf seconden voorlag op Surtees. Een dubbelzege voor Lotus leek in de maak, maar Spence ging tweemaal in de fout en hij zou daardoor terugvallen tot achter Surtees en Hill.
Ondertussen stevende Clark af op een dominante zege. Niets leek de Lotus-coureur nog te kunnen stoppen, maar daar dacht de man met de zwart/wit geblokte vlag onbedoeld anders over. De man vlagde Clark een ronde te vroeg af, maar gelukkig had de Brit zojuist een pitsignaal van zijn team, met de boodschap ‘one more lap to go’, ontvangen.
De fout bleef zodoende zonder gevolgen en Clark kwam uiteindelijk met een voorsprong van een halve minuut op Surtees en Hill als de glorieuze winnaar over de streep. Het bleek een voorbode voor de rest van het seizoen, waarin Clark maar liefst zes van de tien races zou winnen en zijn tweede wereldtitel zou pakken. Stewart luisterde zijn debuut verrassend op met een zesde plaats en daarmee scoorde de Schot meteen een punt.
Nieuwjaarsdag 1968: het laatste kunststukje van Clark
Na 1965 werd een F1-seizoen nog één keer op Nieuwjaarsdag aangevangen. In 1968 was Zuid-Afrika opnieuw de gastheer, maar het Kyalami Grand Prix Circuit had inmiddels de plek van het Prince George Circuit overgenomen. Net als drie jaar eerder kon niemand Clark ook maar een strobreed in de weg leggen. Opnieuw behaalde Clark vanaf poleposition een overtuigende zege in Zuid-Afrika, maar wat toen nog niemand wist, was dat de laatste race op Nieuwjaarsdag ook het laatste kunststukje van Clark in de Formule 1 zou zijn.
Clark grijpt 25e en laatste zege, drama voor Stewart
Het had overigens niet veel gescheeld of Clark had de race helemaal niet kunnen starten. In de warm-up, die destijds nog aan de race voorafging, ontstond er paniek bij het team van Lotus toen er een olielek bij de bolide van Clark werd ontdekt. Het probleem werd tijdig verholpen en zo kon Clark toch van poleposition vertrekken.
Clark stond er doorgaans om bekend een meer dan uitstekende starter te zijn, maar toch was het Stewart die in de Matra-Ford als leider de eerste bocht indook. Stewart ging ook na de eerste ronde aan de leiding en hij werd gevolgd door Clark, Rindt, Surtees, Brabham, Chris Amon en Hill, die een erg slechte start kende vanaf P2.
Lang kon Stewart echter niet genieten van zijn leidende positie, want voordat de coureurs weer rond waren gegaan op het circuit van Kyalami, had Clark de leiding alweer heroverd. De Lotus-coureur was een seconde per ronde sneller en hij nam in rap tempo afstand van Stewart en de rest van het veld. Halverwege de race was zijn voorsprong inmiddels opgelopen tot 23 seconden op zijn oprukkende teamgenoot Hill, die enkele ronden daarvoor Stewart voorbij was gegaan.
In ronde 43 sloeg het noodlot toe voor Stewart toen er een verbindingsstang brak en vervolgens een gat in zijn motor sloeg. Met het uitvallen van Stewart was de enige bedreiging voor de dubbelzege voor Lotus weggevallen. Deze kwam dan ook niet meer in gevaar, al kwam Rindt in de slotfase nog wel in de buurt van Hill. Na tachtig ronden schreef Clark opnieuw de seizoensopener op Nieuwjaarsdag op zijn naam. Hill volgde op 25 seconden van zijn teamgenoot en Rindt completeerde het podium.
Jaar met twee gezichten voor Lotus
Het jaar 1968 zou voor het team van Lotus een veelbewogen jaar worden, waarin twee van hun coureurs het leven lieten. Stercoureur Clark kwam in april tijdens een Formule 2-race op de Hockenheimring in Duitsland om het leven. Zijn voormalige teamgenoot Spence verving hem voor het Indy-programma van Lotus, maar als debutant op de Brickyard belandde Spence in de muur en hij werd vervolgens gedood door zijn eigen wiel. Hill zorgde met de wereldtitel nog wel voor een klein lichtpuntje in een gitzwart jaar voor Lotus.
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties