Juan Manuel Fangio, geboren op 24 juni 1911 in het Argentijnse Balcarce, staat bekend als één van de beste Formule 1-coureurs aller tijden. In de jaren vijftig van de vorige eeuw legde Fangio beslag op vijf wereldtitels en 24 GP-zeges. Zijn recordaantal kampioenschappen werden pas in 2002 geëvenaard door Michael Schumacher.
Fangio was er vanaf het absolute begin al bij in de Formule 1. Hij schreef zich in voor de Grand Prix van Groot-Brittannië van 1950, de eerste F1-race ooit, maar wist niet te finishen. Van de zes daaropvolgende races won de toen al 39-jarige Argentijn er drie. Het leverde hem de twee plaats in de einstand op, drie punten achter kampioen Giuseppe Farina.
De hoeveelheid successen die Fangio boeken was ongekend. Hij kroonde zich in 1951, 1954, 1955, 1956 en 1957 tot wereldkampioen Formule 1 en etaleerde ook in andere raceklasses zijn talent. Zo won hij tweemaal de 12 uur van Sebring, één keer de Carrera Panamericana en ook in niet-kampioenschapsraces boekte Fangio tientallen zeges.
Naast dat Fangio een zeer bedreven coureur was, had de Argentijn zijn successen ook te danken aan het zijn op de juiste plaats op het juiste moment. De coureur was niet bepaald loyaaal naar zijn werkgever en stapte met regelmaat tijdens het seizoen over naar een concurrent als deze een betere bolide had. Zijn eerste twee Formule 1-jaren spendeerde hij bij Alfa Romeo, daarna volgde de overstap naar Maserati, maar deze verwisselde hij na drie races in 1954 voor het team van Mercedes. Die bleeft hij trouw tot 1956, het jaar waarin hij in de Ferrari stapte. Voor 1957 keerde hij weer terug bij Maserati.
Fangio was dus een ware teamhopper. In 1958, zijn laatste Formule 1-seizoen, reed hij zelfs voor drie teams: Scuderia Sud Americana (Maserati), Novi Auto Air Conditioner (Kurtis Kraft) en zijn eigen Juan Manuel Fangio-team. Bij die drie renstallen boekte hij echter geen successen. Twee vierde plaatsen en een mislukte kwalificatiepoging voor de Indianapolis 500, toen nog onderdeel van de Formule 1-kalender, lieten hem afscheid nemen van de koningsklasse van de autosport. Op dat moment was hij al 47 jaar oud.
De meest memorabele overwinning van Juan Manuel Fangio is zonder twijfel zijn laatste: de Duitse GP van 1957. Strijdend op de 22 kilometer lange Nordschleife met de Ferrari's van Mike Hawthorn, Peter Collins en Luigi Musso moest Fangio van ver komen. Zijn drie concurrenten maakten geen pitstop tijdens de race, maar de Argentijn deed dat wel. Die ging echter falikant mis en kwam terug de baan op met een achterstand van 48 seconde op nummer twee Collins. Hawthorn leidde de race. In de tien laatste rondes van de race gaf Fangio alles. Hij verbrak negen keer het toenmalige baanrecord, maakte in de eerste ronde na zijn pitstop gelijk vijftien seconden goed op de leider en passeerde Hawthorn in de één-na-laatste ronde, terwijl Collins al eerder ingehaald werd.
Zijn inhaalactie op Hawthorn was memorabel. Hij positioneerde zijn Maserati aan de binnenkant van een negentig graden-bocht, maar er was zo weinig ruimte dat hij met twee wielen over het gras moest gaan. Wonder boven wonder hield hij zijn bolide onder controle en passeerde hij zijn Ferrari-rivaal. 'Ik heb nog nooit zo snel gereden en ik denk niet dat ik in staat ben dat ooit weer zo te doen', zei Fangio na afloop van de race.
De statistieken van Fangio zijn subliem. Niet vallen zijn vijf wereldtitels en 24 zeges op, ook de diepgaandere cijfers spreken boekdelen. Zo heeft hij 46 procent van zijn races gewonnen, mocht hij in 55 procent van zijn races van pole starten en heeft hij het record voor wereldtitels namens de meeste teams: vier. In 1995 overleed Fangio, hij was toen 84 jaar oud.