Haas-rijders zien vooruitgang in 'zwaar, maar ook leuk' seizoen

Mick Schumacher en Nikita Mazepin zien allebei vooruitgang in hun prestaties dit seizoen, vertellen ze onder aan onder andere Formule1.nl. Schumacher vertelt dat hij steeds meer kan finetunen, en ziet vooruitgang bij zijn team. Mazepin geeft aan het seizoen zwaar maar leuk te vinden, en verklaart het gat tot zijn teamgenoot met zijn andere rijstijl. Daarnaast verwacht hij voor Haas een zwaar weekend op de Hungaroring.

Nikita Mazepin was in de juniorenklassen altijd sterk op deze baan; zo pakte hij hier zijn eerste Formule 2-podium. De Haas-coureur verwacht echter dat het dit keer anders zal zijn. ‘Ik weet niet hoeveel downforce wij kunnen zetten ten opzichte van de andere teams.’ Het Hongaarse circuit staat bekend om zijn krappe, technische bochten, die veel downforce vereisen.

Over het verschil met zijn teamgenoot, vertelt de 22-jarige Rus dat zijn auto identiek is aan die van Schumacher. ‘Het heeft vooral te maken met de aerodynamische balans van mijn auto voor de hoge snelheidsbochten. Dat heeft effect op hoe ik mijn banden spaar’, verklaart hij. ‘Mijn rijstijl is gewoon anders.’

Mazepin kijkt gematigd positief terug op zijn eerste seizoenshelft: ‘Dit jaar hebben we wat betere en wat slechtere races gehad. Maar we wisten dat punten niet mogelijk zouden zijn.’ Hij geeft aan dat er verbetering in zijn prestaties zitten: ‘Als rookie weet je dat er zoveel geleerd zal moeten worden. Ik word wel steeds beter.’ Hij sluit positief af: ‘Het is soms zwaar geweest, maar ook erg leuk.’

Schumacher: 'Steeds meer finetunen'

Ook Mick Schumacher ziet vooruitgang in zijn seizoen: 'Ik leer elke Grand Prix bij, maar de stappen die je zet worden elke GP wat kleiner. Het wordt steeds meer finetunen. Elke dag voel ik me meer comfortabel ongeacht de situatie.' Hij geeft aan de ontwikkeling niet alleen bij zichzelf te zien: 'Ik heb het gevoel dat alles in de juiste richting evolueert, ook met het team.' Over zijn toekomst verwacht de jonge Duitser geen nieuws: 'Als er wat aan te kondigen is, zal ik wat laten weten.'