GPDA-voorzitter Wurz onthult felle protesten tegen Verstappens taakstraf in groepsapp van de rijders

GPDA-voorzitter en oud-coureur Alexander Wurz laat weten dat de taakstraf die Max Verstappen kreeg voor het schelden tijdens de persconferentie op donderdag in Singapore een veelbesproken onderwerp was in de WhatsApp-group van de coureursvakbond. Niemand in de groepsapp, waar alle coureurs ook in zitten, vond het de juiste oplossing. FIA-president Mohammed ben Sulayem verzocht de coureurs voorafgaand aan het weekend om minder te schelden.

Naast de achtervleugel van McLaren was ook het verzoek van Ben Sulayem om minder scheldwoorden te gebruiken in gesprekken op de boordradio en de media in het algemeen een onderwerp dat regelmatig aan bod is gekomen tijdens de eerste twee dagen van het raceweekend in Singapore. Volgens de Emirati was het belangrijk dat de coureurs rekening hielden met hoe ze hun emoties lieten horen en moest het schelden en vloeken echt beperkt worden omdat 'ze geen rappers zijn'. Verstappen had het vervolgens tijdens de persconferentie over het rijgedrag van zijn RB20 in Bakoe, waarvan hij zei dat hij 'direct wist dat de auto fucked' was.

Na afloop moest de Nederlander zich melden bij de stewards om te verklaren waarom hij dat woord had gebruikt. Hij kreeg er een taakstraf voor, wat voor veel commotie zorgde. Wurz, die de voorzitter is van de Grand Prix Drivers' Association, het motorsportorgaan dat de belangen van de Formule 1-coureurs vertegenwoordigt, geeft aan dat het ook voor commotie zorgde in de WhatsApp-groep met alle rijders. 'Niemand in de GPDA-chat vindt het echt cool. Natuurlijk zijn alle coureurs hier verhit over', legt Wurz uit in gesprek met Motorsport-Total.com.

De tekst gaat verder onder de afbeelding.

Wat hem het verkeerde keelgat inschoot, was dat Ben Sulayem de harde lijn betreffende het vloekverbod niet met de coureurs heeft besproken, maar 'direct publiekelijk naar buiten besloot te treden en een straf oplegt'. 'Dat is ongebruikelijk', reageert de Oostenrijker. Verstappen heeft een keer eerder zo'n straf aan zijn broek gekregen, dat was in 2018 toen hij Esteban Ocon een duw gaf in de garage van de FIA nadat de Fransman in Brazilië als backmarker de Red Bull Racing-coureur aantikte en zijn kansen op de zege vervolgens in rook opgingen.

Wurz eist dat de coureurs 'authentiek' moeten blijven

Wurz vindt het vooral jammer als de coureurs zich hierdoor niet meer kunnen uiten op de manier waarop ze gewend zijn. 'Natuurlijk moet je oppassen met je woordkeuze', weet de oud-coureur. 'Maar tegenwoordig is het ook zo moeilijk voor een coureur om authentiek te blijven en te zijn wie hij wil zijn', vindt Wurz. 'De Formule 1 is zo populair geworden omdat de coureurs een beetje meer zichzelf mogen zijn. Authentiek dus. En op social media laten ze dat ook zien. Daarbij hoort ook een 'individuele taal'', probeert de Oostenrijker uit te leggen.

Hij is het dan ook eens met Verstappen dat scheldwoorden die niet voor een ander persoon bedoeld zijn, minder problematisch zijn. Wat Verstappen zei tijdens de persconferentie was dan ook niet persoonsgericht. 'Ik ben persoonlijk geen fan van het verbaal aanvallen van concurrenten. Maar als hij nu over zijn auto klaagt, dan moet hij dat met zijn teambaas bespreken', klinkt de heldere mening van Wurz. Wat hem vooral stoort is dat de GPDA heeft voorgesteld om 'problematische' radioberichten simpelweg niet uit te zenden, en dat dat voorstel niet helemaal serieus is genomen.

De tekst gaat verder onder de afbeelding.

'Als jullie dat niet oké vinden, zend het dan gewoon niet uit'

De FIA en de FOM kunnen echter zelf bepalen welk radiobericht wel uitgezonden wordt en welke niet. Volgens Wurz is de kwestie dan op een heel simpele wijze op te lossen. 'Jongens, FOM, FIA: jullie controleren welke radioberichten worden uitgezonden. Als jullie de woordkeuze niet oké vinden, dan zend het gewoon niet uit', sluit Wurz af. De coureurs lijken minder moeite te hebben met de regel tijdens de persconferenties en de interviews, maar het gescheld over de boordradio beperken, in het heetst van de strijd, is vrijwel geen doen.