IJzersterke seizoensstart Red Bull levert ze vanaf juli testbeperking op

Red Bull Racing kent een uitstekende start van het 2022-seizoen, en weet na ongeveer de helft van het jaar de eerste plek in het kampioenschap te bezetten. Uitstekend nieuws voor Max Verstappen en Sergio Pérez, zou je denken, maar er zit wel een staartje aan. In het nieuwe reglementaire tijdperk worden windtunneluren namelijk verdeeld naar de positie van een team in het kampioenschap. Dat betekent dat vanaf juli Red Bull er, relatief aan haar vorige situatie, op achteruit gaat.

Het zit namelijk zo: windtunneluren worden in 2022 verdeeld aan de hand van een schaal. Deze schaal benadeelt de teams die hoog geplaatst zijn, en biedt de teams die lager in de eindklassering staan een voordeel. In 2022 krijgt de nummer zeven, momenteel AlphaTauri, de hoeveelheid uren die de teams oorspronkelijk (vóór 2021) mochten maken. Dat zijn er veertig. Het team van Pierre Gasly en Yuki Tsunoda wordt dus niet gematst, maar ook niet benadeeld.

Van alle teams die boven AlphaTauri staan, worden er twee uurtjes afgesnoept per positie hoger. Zo heeft Alfa Romeo, als zesde geklasseerd, bijvoorbeeld 38 windtunneluren, het op P5 geplaatste Alpine er 36, enzovoorts. Komen we bij de top van de grid aan dan heeft de nummer één dus slechts 28 uren per week tot zijn beschikking. Dit was in principe al een nadeel, maar vormt nu een veel groter nadeel dan in 2021.

In 2021 werd er namelijk per extra positie in de eindklassering van het constructeurskampioenschap slechts één uur afgetrokken, en was het het vijfde team dat 100 procent van de voormalige windtunneluren kreeg. Niet alleen zijn de stappen in 2022 dus groter, maar ook wordt er langer afgebouwd omdat het break-evenpunt een stuk naar achteren geplaatst is, van P5 naar P7.

Red Bull levert in, Ferrari levert in, Mercedes gaat erop vooruit

Het eerste half jaar van 2022 werden deze windtunneluren bepaald aan de hand van de eindstand in het constructeursklassement van 2021. Dat betekent dat Mercedes het zwaarst geraakt werd door dit systeem, gevolgd door Red Bull Racing en Ferrari. Vanaf juli wordt de slagvolgorde echter bepaald aan de hand van de tussenstand die op dat moment geldt. Waar Mercedes aan het begin van het jaar slechts 70 procent van de windtunneluren van de nummer zeven van 2021 kreeg, wordt dit na 1 juli ineens 80 procent.

Red Bull en Ferrari hebben met het tegenovergestelde scenario te maken. Red Bull had het afgelopen half jaar, in de winterstop, 75 procent van de uren van de nummer zeven, 30. dus Dit worden er 28 omdat het Mercedes gepasseerd is in het constructeurskampioenschap en op P1 staat. Ferrari gaat middels deze reglementen van 32 naar 30 windtunneluren per week. De sterke seizoensstart van de Oostenrijkse renstal beperkt dus de windtunneluren, al heeft directe concurrent Ferrari dit probleem ook.

De rest van het veld

Hoe zit het met de rest van het veld? Met name Alfa Romeo gaat vanaf juli zwaar geraakt worden. Het Zwitserse team eindigde in 2021 als negende, en had dus vier windtunneluren extra ten opzichte van de neutraalstand (40 uur). Nu ze zesde staan, leveren ze zes uur in, wat ze ongetwijfeld in de ontwikkeling zullen voelen, al is de ontwikkeling in 2022 al beperkt door het budgetplafond. Dat scheelt voor de 'verliezers' in dit verhaal weer.

AlphaTauri en Aston Martin eindigden vorig jaar respectievelijk als zesde en zevende, en staan nu beide een plekje lager dan die beginstand. Zodoende krijgen allebei deze renstallen er vijf procent, 2 uur, bij. Williams is twee plekken gezakt en wint dus tien procent, 4 uur, aan windtunneltijd, terwijl Haas op P9 vijf procent verliest. Alpine en McLaren staan op dezelfde plek als waarop ze het 2021-seizoen eindigden, wat betekent dat voor deze renstallen niets verandert.

Waarom dit juist onder nieuwe reglementen belangrijk is

Tien procent extra, vijf procent minder, het klinkt allemaal redelijk insignificant. Toch moet je je er niet in verslikken hoe belangrijk die uren zijn. De primaire reden dat het het waard is om dit aan te kaarten is omdat men aan het begin van een nieuw reglementair tijdperk zit. Er wordt nu per uur relatief veel performance gevonden, waar dat aan het einde van 2021, bijvoorbeeld, in mindere mate het geval was. Momenteel zal de maatregel dus in een grotere mate nivellerend werken dan in het afgelopen seizoen.

Eén puntje dat ook nog van invloed is op dit verhaal, zoals al eerder benoemd, is het budgetplafond. De teams mogen dit jaar maximaal 140 miljoen dollar (132 miljoen euro, red.) investeren in het Formule 1-project. Dat betekent dat teams met veel uitgaven, zoals Red Bull, Ferrari en Mercedes, op de centen moeten letten zodat ze dat plafond niet overschrijden. Windtunneluren zijn duur, en wellicht hadden de topteams dus sowieso al wat uren moeten laten liggen ten opzichte van de andere teams. In hoeverre de financiële en reglementaire beperkingen op dezelfde hoogte liggen? Dat weten alleen de teams zelf.

Vond u dit item interessant? Volg mij op Twitter! Verzoekjes voor analyses, invalshoeken of contentideeën? Mail uw suggesties naar c.moerman@valkeringmedia.nl.

Door: Christian Moerman | Twitter: @ChristianMoerm1