Formule 1 in 2026 met nieuwe motorreglementen: wat verandert er allemaal?

De motorreglementen van de Formule 1 gaan in 2026 flink op de schop. Met het doel om duurzamer te worden en nieuwe autofabrikanten aan te trekken wordt nu slechts een kleine greep uit de veranderingen belicht. Wat verandert er nog meer? F1Maximaal zet het op een rijtje.

Om te beginnen met wat er níét verandert en daar kunnen we kort over zijn. Dat is namelijk enkel de basis voor de motor, want die blijft een 1.6 liter hybride V6-turbo. Dat is meteen alles wat hetzelfde blijft voor 2026 en de jaren daarna. De paardenkrachten zullen weliswaar soortgelijk blijven, rond de duizend, maar die worden wel op een andere manier verdeeld over de verbrandingsmotor en de hybridemotor.

In de huidige V6-motoren is de verdeling van pk's tussen de verbrandingsmotor en hybridemotor nog 75-25. Met andere woorden: de verbrandingsmotor is goed voor zo'n 850 pk, terwijl de hybridemotor 160 pk levert. Vanaf 2026 wordt dat respectievelijk 530 pk en 470 pk - een verdeling van circa 50-50. Het vermogen van de hybridemotor wordt hierdoor een kleine drie keer groter dan het op dit moment is. Wel gaat de MGU-H, die de warmte van uitlaatgassen omzet in energie, eruit, ondanks het toegenomen elektrische vermogen.

MGU-K krachtiger en gestandaardiseerd, brandstof wordt volledig duurzaam

De MGU-K blijft over en levert dus die 470 pk aan de hybridemotor. In kilowatts stijgt het van 120KW naar 350KW. Opvallend: de huidige 120KW wordt verzorgd door zowel de MGU-K als de MGU-H, maar de laatste gaat er zoals eerder vermeld uit. Enkel de MGU-K, die energie terugwint tijdens het remmen, zal voor de 350KW zorgen vanaf 2026, wat een stijging van 290 procent in vermogen betekent. Daarnaast wordt de MGU-K verwerkt in het chassis met de accu in een safety cell en wordt het onderdeel gestandaardiseerd. Op dit moment is het nog direct verbonden met de motor en is het niet gestandaardiseerd.

Het toevoegen van elektrisch vermogen draagt tevens bij aan het doel van de Formule 1 om duurzamer en milieuvriendelijker te worden. Een nieuw soort brandstof moet die ambitie ook nog eens kracht bijzetten. Zo zal er worden gereden met een honderd procent duurzame brandstof. Momenteel wordt er nog gebruik gemaakt van een mix tussen fossiele (negentig procent) en duurzame (tien procent) brandstof met laatstgenoemde op basis van ethanol. De productie van die zogeheten synthetische brandstof moet overigens net zo duurzaam zijn als de mate van carbondioxide die uit wordt gestoten. Dat houdt in dat er geen extra carbondioxide mag worden uitgestoten in het verbrandingsproces.

Daarnaast is het de bedoeling dat de brandstof gebruikt moet kunnen worden in straatauto's. Dat is onderdeel van het doel om nieuwe fabrikanten aan te trekken voor de Formule 1. De brandstoftoevoer wordt ook nog eens efficiënter: op dit moment wordt er nog honderd kilo per uur aangevoerd, maar het doel is om dit in 2026 terug te brengen tot zeventig kilo. Doordat alles duurzamer en elektrischer wordt en het vermogen van de verbrandingsmotor lager wordt, betekent dit maar één ding voor het geluid: de auto's worden stiller.

F1-teams krijgen meer testuren én motoren

Naast de technische kant van het verhaal is er ook nog een sportieve kant. Denk daarbij aan het aantal uren op de testbanken voor de motor. Dat is dit jaar nog 300 uur voor de complete krachtbron en 200 uur voor enkel de verbrandingsmotor. Vanaf 2026 wordt dit respectievelijk 700 uur voor de complete motor en 500 uur voor de verbrandingsmotor. Echter: vanaf 2027 tot en met 2030 wordt het aantal testuren voor zowel de complete krachtbron als enkel de verbrandingsmotor teruggebracht tot en gelijkgesteld op 400 uur.

Het aantal motoren dat gebruikt mag worden tijdens een seizoen wordt voor het 2026-seizoen verhoogd. Volgens het huidige reglement mag een team slechts drie motoren gebruiken voor één auto, maar dat wordt in het eerste jaar van het nieuwe reglement verhoogd naar vier. Immers: nieuwe motoren kunnen nog wat onbetrouwbaarder zijn in het begin. Vanaf 2027 tot en met 2030 wordt het weer teruggebracht naar drie motoren. Ten slotte is er nog het budgetplafond voor de ontwikkeling van de motor. Dat staat op dit moment nog op 95 miljoen dollar (omgerekend zo'n 93,4 miljoen euro), maar stijgt met 40 miljoen dollar voor 2026.

Al deze veranderingen moeten zorgen voor een duurzamere sport, waarin ook het speelveld gelijker wordt en nieuwe fabrikanten sneller geïnteresseerd moeten raken in een Formule 1-avontuur. Momenteel lijken deze doelstellingen op koers te liggen, met de komst van Porsche en Audi die zo goed als zeker is en nog enkele interesse vanuit de VS en Azië. De toekomst zal uitwijzen of de veranderingen aan de motorreglementen een succes worden.

Terrence Riepma (Twitter: @TerrenceRiepma | e-mail: t.riepma@valkeringmedia.nl)