Dat Nico Hülkenberg een woordje Nederlands kan spreken, is algemeen bekend. De Duitser groeide op in het stadje Emmerik, dat slechts een tiental kilometers ten oosten van Arnhem is gelegen. De 36-jarige, die tegenwoordig de kleuren van het Haas Formule 1-team verdedigt, ging in een exclusief interview met F1Maximaal dieper in op de achtergrond van zijn Nederlandse taalkennis.
Onder Nederlandse Formule 1-fans is comeback-held Nico Hülkenberg één van de favoriete coureurs. De Duitser, die ondanks zijn onmiskenbare racetalent nog altijd geen F1-podium heeft gescoord, is sinds zijn lollige één-tweetjes met voormalig pitreporter Jack Plooij uitgegroeid tot een Hollandse publiekslieveling. Die adoratie ging zelfs zover, dat menigeen de naam van de destijds werkloze Hülkenberg noemde om, in plaats van uiteindelijk Sérgio Pérez, het tweede zitje bij Red Bull Racing in te nemen.
Die legendarische tweegesprekken tussen Plooij en Hülkenberg stonden overigens niet bol van taalkundigheid: veelal gaf de verslaggever voorzetten door een plaagstoot te geven, waarop de coureur inhaakte met een oer-Hollands scheldwoord. De reden dat Hülkenberg zijn zegje ook bij diens westerbuur kan doen, stamt uit het raceverleden van de Duitser. Zijn loopbaan begon immers in Nederland.
Carrière van Hülkenberg startte op Nederlandse kartbanen
'Ik was ongeveer acht jaar oud', herinnert Hülkenberg zich in een exclusief interview met F1Maximaal. 'We woonden destijds in Emmerik, een plaats vlakbij de Nederlandse grens. Het zoontje van familievrienden van ons was iets ouder dan ik en nam geregeld deel aan kartwedstrijden. Op een dag nodigden onze vrienden ons uit om te komen kijken. Ik weet het nog heel goed: het was een race op de kartbaan in Eefde, voor ons vrij dichtbij. We gingen op de uitnodiging in en bezochten de race. Ik was direct onder de indruk en vroeg mijn vader of ik ook zoiets mocht doen. Een dag later kon ik al testen in de kart van onze vrienden en iedereen had het naar zijn zin, zelfs de stopwatch lachte mij toe.'
Ondanks het feit dat Nederland niet gruwelijk veel kartbanen kent in vergelijking met landen als Italië, Spanje en Frankrijk, weet Hülkenberg zijn draai snel te vinden. Hij reist naar het hoge noorden om deel te nemen aan kartraces op het Circuit Pottendijk in Nieuw-Weerdinge, dat vlakbij de Drentse provinciestad Emmen is gelegen. Ook trekt hij met zijn vader richting het zuiden, naar Venray om precies te zijn. Circuit Park Berghem nabij Oss mag de Duitse jongeling met enige regelmaat verwelkomen, evenals Strijen, bij Dordrecht.
'Mijn favoriete kartbaan in Nederland was denk ik de baan in Venray', zegt de Duitser, die inmiddels bijna tweehonderd Formule 1-starts achter zijn naam heeft staan. 'Ik heb daar niet eens zo heel erg veel geracet, maar als ik er racete, dan sloopte ik iedereen', lacht de Haas-coureur.
Tekst gaat verder onder de afbeelding.
Toch: Duitsers zijn in Nederland altijd een soort attractie. Kom op een gemiddelde zaterdagmiddag naar een stad als Enschede of Groningen, en de taal van onze oosterburen vliegt je om de oren. Niet iedereen is daar altijd zo blij mee. Toch hoefde de kleine Hülkenberg niet te vrezen voor flauwe Hollandse grappen aan zijn adres, mede omdat hij als jongeling ook al een rap weerwoord klaar had staan. 'Weet je: ik pikte de taal snel op en dat konden de Nederlanders wel waarderen. Bovendien nam ik mezelf altijd in de zeik. Ik noemde mezelf altijd mof of rotmof, en dat vonden de Hollanders prachtig!'
Hülkenberg kreeg harde opleiding van Vacirca
In Nederland kan Hülkenberg rekenen op de steun van Michel Vacirca, een zeer bekende naam in de mondiale kartwereld. Of, zoals hij het zelf zegt: vader Hülkenberg ‘gaf’ de kleine Nico een paar jaren ‘weg’ aan Vacirca, die in Eerbeek CRG Holland leidt. Vacirca, een harde werker met Italiaanse roots, leert de jonge Hülkenberg de kneepjes van het vak. Dat gaat overigens niet altijd op een zachte manier, herinnert de Duitse Formule 1-coureur zich.
'Michel was ontzettend hard voor mij, bijvoorbeeld als ik niet goed genoeg presteerde of mijn voorbereiding niet voor elkaar had. Maar, hij leerde me alle basiskennis, en veel wat betreft race craft. Hij heeft me op de harde manier opgebracht, me er flink voor laten zweten. Zo was ik lange tijd mijn eigen monteur, waardoor ik de techniek letterlijk binnenstebuiten leerde kennen. Daarnaast moest ik de kart ook zelf schoonmaken en kon ik de tent opzetten en afbreken voor en na een evenement. Gelukkig hoef ik dat tegenwoordig niet meer te doen', wijst Hülkenberg lachend naar de hospitality unit van Haas. 'In die kartdagen zat ik altijd onder het vet en het smeersel.'
'In Nederland leerde ik zowel op sportief als op persoonlijk vlak. Natuurlijk werden mij zoals net beschreven de basisbeginselen van het racen bijgebracht, waardoor ik alles over motoren en set-ups leerde, maar ook op andere gebieden kreeg ik les. Michel is immers half Siciliaans, en zo haalde hij nogal eens een trucje uit. Op warme circuits wisten we bijvoorbeeld dat onze achteras te lang zou zijn. Dus wat deden we? We zaagden er gewoonweg tien centimeter vanaf! Dat is natuurlijk niet legaal, maar ook dit soort handigheidjes behoorden tot mijn kartscholing', lacht de Duitser.
Nederlandse concurrentie heeft Hülkenberg in zijn leeftijdsgroep amper gekend. Renger van der Zande en Giedo van der Garde waren net iets ouder dan de Emmeriker, die zich nog wel kan herinneren hoe een piepjonge Max Verstappen met zijn vader Jos kwam aangezet. 'Die werkten ook met Michel Vacirca', weet Hülkenberg nog. 'Ze deden wel altijd hun eigen dingetjes, trouwens.'
Hülkenberg blonk uit in de opstapklassen
Na zijn periode in Nederland – ‘het waren maximaal twee jaren’ – mag Hülkenberg zijn kunsten vertonen op het continentale niveau. In één van zijn eerste races klopt het Duitse talent direct aanstormende wereldsterren als Lewis Hamilton, Robert Kubica en Nico Rosberg. 'Wij hadden een verouderd model kart, maar vlak voor de kwalificatie konden we het nieuwe model van Rosberg krijgen – hij vond ‘m zelf niet fijn. Pardoes kwalificeerde ik op poleposition.'
'Het DNA van het racen, zoals in het karten, is aanwezig in de Formule 1. Natuurlijk is het hier, in de koningsklasse, behoorlijk anders: iedereen kijkt mee, dit is letterlijk een globaal evenement. Er gaat ontzettend veel geld in om en er wordt politiek gevoerd. Het karten is veel puurder, maar verkijk je er niet op: ook daar worden spelletjes gespeeld. Toch kijk ik met een fijn gevoel terug op die dagen. Het is geweest, ik hoef niet terug, maar ik ben blij dat ik het mee heb mogen maken.'
Stem op F1Maximaal voor Website van het Jaar en maak kans op een PlayStation 5 en veel meer!
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties