Daagt er een volgend motordrama à la Honda voor Alonso?

Fernando Alonso begint aan zijn tweede jaar bij Alpine sinds zijn terugkeer in 2021. Hij stapte vorig seizoen weer in in de F1, met als doel om toch nog voor die derde wereldtitel te gaan. Zijn oude Franse renstal, waar hij zijn eerdere twee titels al mee wist te behalen, deed hem beloftes: wanneer de reglementswijzigingen doorgevoerd werden, zou Alpine er staan. Inmiddels zitten de eerste testdagen erop, en het is te voorbarig om naar aanleiding van de tijden conclusies te trekken. Toch zeggen de tests over de betrouwbaarheid van de teams al wel wat, en in Alpine's geval zeker. Alpine kende in het thuisland van Alonso namelijk problemen die vraagtekens rechtvaardigen rondom het vertrouwen dat hij uitgesproken heeft in zijn renstal.

Alpine wil zich weer een weg terug banen naar de top van de grid. In het vorige reglementaire tijdperk ging het bij vlagen aardig, maar aansluiten bij de topteams is al bijna twee decennia niet gelukt. 2022 is een nieuw begin voor alle deelnemers, en met een gewaagd aerodynamisch concept en een krachtige motor begint het Franse team aan het nieuwe seizoen. Wel zette Alpine-CEO Laurent Rossi een kanttekening bij die krachtige motor, die verregaande implicaties zou kunnen hebben voor het nieuwe jaar.

Rossi gaf namelijk aan dat Alpine een Renault-motor zou gebruiken in 2022 die op betrouwbaarheid wellicht tekort komt, maar waar wel veel snelheid in zit. Hiermee echode hij de woorden van vertrokken adviseur Alain Prost, die bij het verlaten van het team deze informatie al vrijgaf. Alpine weet dus dat het in 2022 tegen betrouwbaarheidsproblemen op kan lopen, en Alonso is hier dus tevens van op de hoogte. Logischerwijs ging het er gedurende de testweek op Circuit de Barcelona-Catalunya over.

In Spanje kwam het onder meer F1Maximaal.nl ter ore dat de Asturiër vertrouwen heeft in de renstal waarvoor hij komend seizoen uitkomt. Die derde wereldtitel is nog steeds het doel, en twee jaar aan ontwikkeling moet Alonso de mogelijkheid bieden om die volgende wereldtitel te veroveren. ‘We geloven dat we die stap hebben gezet’, stelt Alonso, wijzend naar het gat naar de topteams. In 2021 waren Mercedes, Red Bull Racing en Ferrari een maatje te groot voor het team uit Enstone en Viry, maar dit jaar moet het lukken.

Alonso: 'De betrouwbaarheid was in 2021 een van de sterkste punten'

De motor moet hier een significante rol in spelen. We weten dat Mercedes jaren toonaangevend is geweest op motorisch gebied, en voor 2022 wordt precies dat van ze verwacht. Renault heeft verder met Ferrari en Red Bull Powertrains twee concurrenten die tevens een stevige krachtbron ontwikkeld lijken te hebben. Ondanks de onzekerheid die heerst rondom het motorblok van Renault gaf Alonso aan niet te twijfelen: ‘De motor is geüpgrade op veel gebieden. Laten we eens kijken of we op vermogen competitiever kunnen worden.’

‘De betrouwbaarheid van de krachtbron was vorig jaar (2021, red.) een van de sterkste punten. Dat moet je combineren met performance’, vervolgde hij. ‘Tot dusver ziet het er goed uit, maar we weten natuurlijk niet hoe snel de andere teams zijn. Iedereen heeft performance verloren met de transitie naar ethanolbrandstof. Voor dat verlies proberen we nu te compenseren.’ Ook Renault moest de motor aanpassen naar de gewijzigde brandstof, die minder hitte produceert bij het verbrandingsproces, maar dus ook minder energie vrijgeeft.

Alonso stapt uit een Alpine-rookwolk

Een dag na het interview met Alonso ging het mis. In de ochtendsessie maakte de routinier 12 ronden voordat de motor begon te roken. De marshals blusten de brand die ontstond, en in een dikke witte rookpluim moest de uitgesproken wereldkampioen te voet terug naar de paddock. Later gaf Alpine aan dat het een hydraulisch probleem betrof, wat niet meer gerepareerd kon worden voor het einde van de testdagen. De eerste tekenen van de twijfelachtige betrouwbaarheid van de krachtbron van de Fransen zijn dus al vertoond.

We weten dat Alonso in het verleden ongeduldig is gebleken. Alonso is een topcoureur, en bij zo'n coureur hoort nou eenmaal een goede bolide. Toen McLaren eind decennium de samenwerking met Honda niet op de rails kreeg, leidde het tot ergernis van Alonso, die hem in 2017 te veel werd. Hij sprak van een ‘GP2-motor’, waarmee hij de Japanse motorleverancier beledigde. Hij suggereerde hiermee immers dat de krachtbron van Honda van Formule 2-niveau was, en dus niet thuishoorde in de koningsklasse van de autosport. Deze frustratie kan aankomend seizoen wederom te kop opsteken.

Zit er een volgend Honda-scenario aan te komen?

Hoe betrouwbaar de Renault-motor van 2022 is, dat blijft de vraag. De voortekenen zijn niet goed, en dat houdt in dat nogmaals een Honda-scenario voor Alonso niet uit te sluiten valt. De eerste betrouwbaarheidsproblemen waar Rossi en Prost voor gewaarschuwd hebben, zijn opgedoken. Deze problemen kunnen leiden tot twee aanpassingen: óf Renault schroeft de motor terug en beperkt daarmee het concurrentievermogen van Alpine, óf ze houden het zoals het nu is en nemen de potentiële uitvalbeurten op de koop toe.

Beide aanpassingen zullen voor Alonso als een verlies voelen, maar er is wel één groot verschil voor Alonso wanneer zijn team tegen de lamp loopt. Halverwege vorig decennium dacht hij nog niet aan stoppen. Destijds was het plan met McLaren om weer naar de top van het veld te klimmen en voor overwinningen te vechten. Zijn derde termijn bij Alpine, op 40-jarige leeftijd, kan gezien worden als laatste stuiptrekking van een illustere en prachtige F1-carrière. Stampvoetend zal hij het team dus vermoedelijk niet verlaten. Maar is de brandende krachtbron van Alpine gedurende de wintertests in Barcelona werkelijk een voorbode van wat komen gaat, dan is dit misschien wel het laatste seizoen dat we Alonso bij Alpine zien, of überhaupt in de F1.