Uit een interview van Mattia Binotto met AS is op te maken dat er een golf van ontlading door de Ferrari-leider gegaan is na de Grand Prix van Bahrein. Na een dramatisch 2020-seizoen, waarin Ferrari zesde werd in het constructeurskampioenschap, lijkt het team uit Maranello er dit jaar een stuk beter aan toe te zijn. Ook Binotto is dit ontgaan, hoewel hij wel benadrukt dat de vizier in Italië op 2022 gaat, en niet op dit jaar.
'Ik ben zeker opgelucht na de bevestiging op het circuit dat de motor en het chassis naar behoren presteren', zo opent de Italiaan tevreden in gesprek met de Spaanse krant. 'De motor is verbeterd en wij zijn blij dat dat al te zien is. Maar niet alleen in dat gebied hebben we progressie geboekt', voegt hij daaraan toe. De motor wordt apart benoemd omdat dat in 2020 het grootste pijnpunt was voor Ferrari. Klantenteams Alfa Romeo en Haas misten tevens enorm veel snelheid door de ondermaats presterende krachtbron.
Binotto vervolgt zijn verhaal met het feit dat hij dolgelukkig is dat Ferrari het seizoen aardig af heeft weten te trappen. Ferrari moet aan de top van het veld staan, maar na 2020 zijn de zesde plek van Charles Leclerc en de achtste plek van nieuwkomer Carlos Sainz al een overwinning te noemen. Binotto: 'Ja, er bestaat geen twijfel over dat ik opgelucht ben, we staan nu in een positie die het team beter past dan. Het team is gezonder en de werkomstandigheden zijn nu voordeliger. Deze progressie is zeer goed om te zien.'
Ontwikkelen in 2021 en 2022
Na de eerste wedstrijd van het seizoen gaan de teams druk aan de slag om alle data van de wedstrijd te bekijken. Wat valt er nog te veranderen aan de Ferrari SF21? Binotto weet het nog niet. 'Maar ten opzichte van de top van het veld komen we op alle gebieden nog tekort. Op motorvermogen lijden we nog steeds pijn, daarom hoop ik dat de introductie van de nieuwe motor in 2022 ons daar nog een beetje bij helpt.'
'We weten dat we weinig werk gaan verrichten bij de SF21', waarschuwt Binotto, die de verwachtingen voor 2021 dus niet al te hoog legt. 'Wij richten ons op 2022 en gaan er vanuit dat de concurrentie dat ook doet. Van de feedback van het circuit en onze coureurs kunnen we echter nog wel verbeteringen doorvoeren. De ware potentie van de machine zien we na drie of vier races pas', concludeert hij.
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties