Slechts twee finishes in zeventien Formule 1-races en een eigen team dat al voor haar eerste race verkocht werd. Nee, bijzonder succesvol was Adrian Campos niet in de koningsklasse van de autosport. Zijn heil zocht hij een aantal klassen lager, en met succes. De woensdag overleden Spanjaard stond namelijk met zijn eigen juniorenteams aan de wieg van de komst van vele racetalenten, waaronder Fernando Alonso en Lando Norris.
De in Valencia geboren Campos begon zijn eigen racecarrière achter de joystick en reed van jongs af aan, net zoals Lewis Hamilton, met radio bestuurbare autootjes. Zijn interesse voor snelheid bleek niet alleen weggelegd voor het besturen van afstand, spoedig waagde hij zelf een poging op vier wielen en baande hij zich een weg naar de Europese Formule 3, waar hij in 1983 debuteerde. Een jaar later scoorde hij zijn eerste punten.
Campos bleef hangen in de juniorenklassen en begaf zich richting de Duitse Formule 3 in 1985, waar hij na een relatief succesvol jaar als derde eindigde in het klassement, en zich inschreef voor een Formula 3000-debuut (F3000, de voorganger van de GP2-series en dus de Formule 2, red.). Dat debuut kwam er helaas niet, hevige sneeuwval rondom de Nürburgring zorgde ervoor het raceweekend niet plaats kon vinden.
Bij die gemiste kans liet hij het niet zitten. In 1986 mocht hij definitief debuteren in de F3000. In zijn March werd zijn moeite bekroond met een zevende plaats in Jarama, maar verder dan dat wist het opkomende Spaanse talent niet te komen. Parallel aan deze juniorenklasse kwam hij ook kortstondig in actie in de World Sportscar Championship in Jerez. Kortom, de resultaten waren er niet naar, maar Campos wist zich aardig te positioneren in de racewereld.
Campos' korte Formule 1-periode
Ondanks een matig F3000-seizoen, waarin hij geen enkele punt scoorde (de zevende plaats was destijds geen punten waard, red.), had Minardi in de Formule 1 ruimte voor Campos. Hij maakte direct de overstap naar het Italiaanse team en werd daar naast Alessandro Nannini gezet. Zijn bolide bleek zijn eerste F1-seizoen, in 1987, dusdanig onbetrouwbaar dat hij slechts één van de zestien races uit kon rijden. Eenmaal werd hij gediskwalificeerd, eenmaal kon hij niet eens starten en zijn enige eindklassering bleef daarom een veertiende plek.
Het jaar daarop besloot Minardi dat de motorleverancier, Motori Moderni, die schuldig was voor veel van de problemen bij het team, geen optie meer was voor 1988 en stapten ze over naar Cosworth. De eerste twee races mocht Campos dat jaar starten (met een zestiende plek als beste eindresultaat van deze twee wedstrijden, red.) maar een overvolle grid resulteerde in de races daarop in drie wedstrijden waarin hij zich niet eens kon kwalificeren voor de Grands Prix.
De Spanjaard had genoeg gezien en vertrok na iets meer dan een jaar weer uit de Formule 1. Maar het racebloed stroomt bij sommigen nou eenmaal door de aderen, zo ook bij Campos. Hij bleef actief in de racewereld en won zodoende in 1994 het Spaanse toerwagen-kampioenschap met een Alfa Romeo, om in 1997 ook nog eenmaal deel te nemen aan de 24 uur van Le Mans. Na die deelname was het wel definitief klaar voor Campos als coureur zijnde, hij richtte zijn eigen team op.
Campos als teambaas
In eerste instantie richtte hij zich met dit raceteam op nationale kampioenschappen. Campos Motorsport was in 1998 voor het eerst te zien in de Open by Nissan-series en meteen was het raak: zijn team won de titel met Marc Gene (die later Ferrari-testcoureur zou worden, red.) dat jaar en een jaar later won hij datzelfde kampioenschap met niemand minder dan Alonso achter het stuur.
Zijn klaarblijkelijke succes aan het roer van een autosportteam was voldoende om het hogerop te zoeken. Onder Campos Grand Prix begon hij aan zijn eerste periode in de GP2-series, wat inmiddels de Formule 2 heet. Na een tweejarige inkomfase vond het team in 2007 vorm, toen Giorgio Pantano derde werd in deze klasse. Een jaar later herhaalde hij dit kunstje met Lucas di Grassi, om met Vitaly Petrov naast de Braziliaan zelfs de subklasse van de Formule 1 te winnen met zijn eigen team.
Campos stoomde door en had een hoger doel voor ogen: deelname aan de Formule 1. Met Campos Meta probeerde Campos een startbewijs te regelen voor zijn team voor het 2010-seizoen. De ambitie van de Spanjaard lag torenhoog maar kon helaas niet rekenen op de nodige financiële steun. Zijn poging vond uiteindelijk geen doorgang, maar resulteerde wel in het oprichten van het Hispania Racing Team (HRT, red.) voor het 2010-seizoen. Campos zou zelfs met de gedachte gespeeld hebben om in 2022 een terugkeer te maken naar de Formule 1, alhoewel dat plan nooit geconcretiseerd is.
Terug naar de juniorenklassen
Campos was na het tegenvallende Formule 1-avontuurtje nog niet uitgekeken op de juniorenklassen. In 2014 voegde hij zich weer bij de GP2-grid, terwijl hij onder meer Alexander Rossi wist te strikken voor zijn renstal. Sinds 2015 runde hij daarnaast ook nog eens een GP3-team. De tijd en energie die hij in de subklasses stak, wierp wederom vruchten af. In 2019 wist Jack Aitken onder zijn leiding drie overwinningen te pakken in de Formule 2, waarmee het team als vijfde eindigde in het klassement.
Campos kende een zeer succesvol leven als talentenscout en begon met de ontdekking van coureurs die het ver wisten te schoppen in de Formule 1, zoals Alonso, Petrov en Di Grassi. Recent mocht hij onder anderen het opleiden van Lando Norris aan dit rijke cv toevoegen. In zijn zestig jaar gaf hij ziel en zaligheid voor de autosport, en daar zullen heel veel coureurs, collega's en generatiegenoten hem zeer dankbaar voor zijn. (Foto: Instagram Fernandoalo_Oficial)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties