Verstappen leerde belangrijke les na mindere start 2018: 'Bracht hem kampioenschap in 2021'

Gianpiero Lambiase stelt dat de ontwikkeling van Max Verstappen in twee fasen op te delen is. De ingenieur werkt als sinds de komst van de 26-jarige Nederlander naar Red Bull Racing in 2016 samen met de inmiddels drievoudig wereldkampioen in de koningsklasse van de autosport en hij maakte de sterke en zwakke momenten van Verstappen allemaal mee. Lambiase blikt terug op de belangrijkste leermomenten van zijn coureur.

Verstappen is pas 26 jaren oud en toch heeft hij al drie wereldtitels achter zijn naam staan. Daarnaast behaalde hij al 54 overwinningen, 98 podiumplaatsen en 32 polepositions. Het is een indrukwekkend palmares en Verstappen wordt door kenners al tot de allergrootsten van de sport gerekend. Je zou bijna vergeten dat de Limburger ook mindere momenten meemaakte in het begin van zijn carrière.

Na een sterk debuutseizoen bij Toro Rosso mocht Verstappen al na vier races instappen bij het grote Red Bull om de tegenvallende Daniil Kvyat te vervangen. In Barcelona maakte hij zijn debuut en presteerde meteen het onmogelijke: hij won zijn allereerste Grand Prix. Daarna bleef de Nederlander indruk maken, tot aan het begin van 2018. Lambiase herinnert het zich nog goed en wijst de start van dat jaar aan als de eerste van twee ontwikkelingsfasen van zijn coureur.

Fasen van ontwikkeling

'Ik denk dat er twee fases in zijn ontwikkeling zijn geweest. De eerste was, denk ik, 2018, toen we een paar moeilijke races hadden', doelt Lambiase in een video van Red Bull op de start van dat seizoen. 'Ik bedoel, we raakten constant iets of iemand. Dat was een keerpunt waarop hij zich realiseerde dat hij moest veranderen of dat het de verkeerde kant op ging.' Verstappen wist zich vervolgens te herpakken en begon stappen te maken. 'Vanaf de tweede helft van het seizoen kon hij zich echt meten met Daniel (Ricciado, red.)', aldus Lambiase, die vervolgens de tweede fase noemt.

'De tweede was denk ik vanaf 2018', zegt de ingenieur. 'Toen begon hij te beseffen dat je wel aan de finish moet komen als je mee wilt strijden om de wereldtitel. Dat kwartje viel in 2020, toen de auto niet zo competitief was als het jaar daarop, dus hij kon niet echt voor het kampioenschap gaan. Maar hij was wel ongelooflijk consistent dat jaar en die consistentie is wat hem in 2021 het kampioenschap heeft gebracht.'