Ricciardo houdt nare nasmaak over aan 'dieptepunt' bij Red Bull: 'Dat stelde teleur'

Daniel Ricciardo kijkt nog altijd met een naar gevoel terug naar de Grand Prix van Mexico in 2018. De Australiër pakte verrassend poleposition tijdens de kwalificatie, ten koste van zijn teamgenoot Max Verstappen. Echter bleek men in de garage van het team helemaal niet zo blij met de prestatie van de Australiër, tot teleurstelling van de coureur.

In Mexico was Red Bull in 2018 erg sterk, ondanks de felle competitie met Ferrari en Mercedes. Verstappen was in alle sessies heer en meester en dus leek poleposition naar de Limburger te gaan, maar niets bleek minder waar. In zijn laatste run perste Ricciardo er een extra paar duizendsten van een seconde uit, waardoor hij nipt sneller was dan Verstappen. Ricciardo ging uit zijn bol, maar het gezicht van teamadviseur Helmut Marko stond op onweer, volgens de huidig McLaren-coureur.

In gesprek met de Italiaanse tak van Motorsport.com blikt Ricciardo terug op de vreemde zaterdag in Mexico. 'Ergens wist ik wel wat er speelde. Want Max 'moest' eigenlijk pole pakken, omdat het de laatste kans zou zijn dat hij de jongste polesitter ooit zou worden. Maar ik wilde me daar niet mee bezig houden, ik focuste vooral op mezelf. Binnen het team leefde heel erg de veronderstelling dat ze het record met Max neer konden zetten, juist toen in Mexico, waar de auto het goed deed. Bovendien zou het goed zijn voor het merk Red Bull, het team, de reclame... Zo'n moment had het team veel kunnen opleveren. Ik was daarom ook niet meteen ontdaan van de milde reacties, maar achteraf voelde het niet fijn.'

Tijdens het raceweekend zette Ricciardo zich over het pijnlijke moment in de garage heen, zo legt hij uit. 'Ik zei tegen mezelf: 'Oke, dit is gewoon business.' Ik wist dat de sport ook gewoon een business is. Ik was vooral blij met mijn eigen prestatie, want een jaar eerder versloeg Max me nog met meer dan een seconde verschil.'

Weekend in Mexico mondde uit in grote teleurstelling

Uiteindelijk kon Ricciardo zijn resultaat in de kwalificatie niet omzetten in een racewinst, want tegen het einde van de race ging de Renault-motor van zijn RB14 stuk. 'Dat was erg moeilijk, het was een bittere pil. Maar dat is ook een beetje hoe deze sport in elkaar steekt. Je kan hier de ene dag aan de top staan en de andere dag van dat voetstuk vallen. Dat is moeilijk om mee om te gaan. Uiteindelijk is het zaak om met je emoties om te gaan.'