Komend weekend staat de Grand Prix van Portugal voor het eerst in jaren weer op het programma voor de Formule 1. In 1996 nam de koningsklasse van de autosport afstand van het Zuid-Europese land, om enkele decennia later weer terug te keren. Het is niet geheel onbegrijpelijk dat de sport daar zo lang stilgelegen heeft, er neemt immers al jaren geen Portugees deel aan de Formule 1. Wie hebben we eigenlijk wél in de Formule 1 gezien van Portugese bodem? F1Maximaal duikt in de archieven.
Wat betreft puur talent heeft de sport het niet per se van Portugal moeten hebben. Portugezen hebben in de Formule 1 maar weinig potten weten te breken. Er zijn geen Grand Prix-winnaars en slechts één podiumplek voor Portugal onder bijzondere omstandigheden. Wel zijn er een vijftal coureurs die het tot het Formule 1-kampioenschap weten te schoppen, maar opvallend genoeg reden er slechts twee een volledig seizoen. Bijzondere statistieken dus, voor een Europees land dat wél steevast een Grand Prix had.
1. Casimiro de Oliveira
We beginnen in 1958. Toen zou Casimiro de Oliveira als eerste Portugees in de Formule 1 rijden. Het mocht echter niet zover komen, want hij kwam nooit aan de start van de Grand Prix. Opvallend genoeg organiseerde hij de race ook nog eens zelf. Hij miste zijn eigen evenement dus compleet.
De verwachtingen waren voorafgaand aan de Grand Prix van Portugal in 1958 echter hooggespannen. De Oliveira was namelijk niet misselijk als coureur. Hij begon zijn loopbaan nog voor de Tweede Wereldoorlog en wist verschillende races in de sportscars op zijn naam te schrijven. Hij mocht zelfs in 1938 in Rio De Janeiro aantreden voor Bugatti, een merk dat voor de oorlog de autosport vrijwel domineerde.
Een echte 'gentleman-racer' dus, die zijn race-droom door de oorlog in duigen zag vallen. Hij had in 1958 willen aantreden in een Maserati 250F, een van de meest kenmerkende bolides uit die tijd. De legendarische Stirling Moss trad die race bijvoorbeeld ook aan in dezelfde bolide. Genoeg potentieel dus om het gevecht aan te gaan voor de winst. Het mocht echter niet zo ver komen. De Oliveira startte nooit, hij was zelfs niet aanwezig op 'zijn' evenement. (Foto: Lothar Spurzem)
2. Mário Veloso de Araújo Cabral
Het jaar erna, in 1959, stond er wél daadwerkelijk een Portugees aan de start van een Grand Prix. De sport stond in de jaren vijftig en zestig nog bol van royals en graven die nog wel eens hun stuurkunsten wilden vertonen. Dat gold ook voor Mário Veloso de Araújo Cabral, de zoon van een hertog.
Cabral is overigens een vreemde eend in de bijt, hij reed tussen 1959 en 1965 namelijk slechts vijf Grands Prix. Hij ambieerde nooit om een volledig seizoen te racen, maar mocht wel achter het stuur zitten van een Cooper-chassis met een Maserati-motor.
Hij gooide geen hoge ogen in de vijf Grands Prix die hij reed. Zijn hoogste klassering was een 10e plek tijdens de Portugese Grand Prix van 1960. Hij stond daarmee stijf laatste, met ruim vier ronden achterstand op de legendarische Stirling Moss, die met zijn Cooper-Climax als eerste over de streep kwam.
Die race zou de enige race zijn die Cabral dat jaar zou rijden. Overigens niet zonder kleerscheuren, hij botste namelijk met Jack Brabham. Laatstgenoemde wilde hem op een rondje zetten, maar dat liep bijna fataal af. De Australiër spinde van het circuit, raakte een telegrampaal en werd uit de auto gelanceerd. Hij zou het overleven en Cabral finishte 'gewoon' de race.
3. Pedro Chaves
Daarna zou het lang duren voordat er weer een Portugese coureur achter het stuur zou zitten van een Formule 1-bolide. Pas in 1991 zou er weer een Portugees rijden, maar hij zou dat seizoen niet afmaken.
Het was Pedro Chaves. Hij was de tweede Portugees die ooit de Formule Ford won. Hij kwam dan ook met veel stampij de Formule 1 binnen na in de juniorklassen gestaag zijn weg omhoog te hebben gevonden. Tot een gelukkige loopbaan in de koningsklasse kwam het echter niet.
In alle dertien races waar hij aan meedeed in 1991 wist hij zichzelf niet te kwalificeren. Overigens ook niet gek, hij reed voor het toenmalige Scuderia Coloni. Dat team had geen financiën om op te bouwen en presteerde dan ook matig. Scuderia Coloni zou dat jaar voor het laatst in de Formule 1 rijden.
Chaves maakte in 1992 nog wel kans op een zitje in de Formule 1, hij kon gaan rijden voor Leyton House, dat in dat jaar March F1 zou gaan heten. Het mocht echter niet zo zijn, want het sponsorgeld kwam te laat. Dit betekende het einde van de internationale carrière van de coureur.
4. Pedro Lamy
Vervolgens was het de beurt aan Pedro Lamy, de eerste Portugees die wél meerdere seizoenen in de Formule 1 reed. De coureur is voornamelijk bekend als Minardi-coureur in 1995 en 1996. In 1993 debuteerde hij echter voor Team Lotus.
Overigens was hij ook geen hoogvlieger, hoewel hij in 1995 zijn Minardi wonder boven wonder op de zesde plaats wist te zetten in de Grand Prix van Australië. Die race staat bekend als een van de meest chaotische races ooit. Grootheden als Michael Schumacher, Jean Alesi en Mika Hakkinen wisten de finish niet te halen.
Lamy finishte de race uiteindelijk op drie rondjes achterstand van Damon Hill in een race waar mechanisch falen niet leek op te houden. Ronde na ronde vielen coureurs als David Coulthard, Eddie Irvine en Olivier Panis allemaal uit. Uiteindelijk reden zes coureurs de Grand Prix uit. Lamy werd dus laatste.
Lamy is overigens wel een coureur met prijzen en podiums op zijn conto. Hij stortte zich na zijn F1-loopbaan namelijk volledig op enduranceraces. Zo rijdt hij op dit moment in het World Endurance Championship met Aston Martin, en was hij actief in de machtige Peugeot in de LMP1-klasse. Daarmee stond hij op het podium. Hij wist één keer de race in Le Mans te winnen, in een Corvette.
5. Tiago Monteiro
Het zou daarna weer een kleine tien jaar duren voordat er een Portugese coureur aan de start van een Grand Prix stond. Dat is overigens een coureur die daarnaast ook de titel meest 'succesvolle' Portugese coureur mag dragen. Het is Tiago Monteiro.
Voordat hij in de Formule 1 terecht kwam, was hij in 2004 bezig met een sterk seizoen in de Champ Car-series. Daar wist hij uiteindelijk tien podiumplaatsen op zijn naam te schrijven, alvorens hij naar de Formule 1 trok om voor Jordan te gaan rijden.
De carrière van Monteiro is opvallend, met name door zijn hoogste klassering in de Formule 1. In de controversiële Amerikaanse Grand Prix, op het circuit van Indianapolis in 2005, wist hij uiteindelijk de derde plek te behalen. Dat was overigens ook meteen het eerste én het laatste podium voor de Portugezen.
De Michelin-banden bleken toen niet bestand tegen de banking op het Amerikaanse circuit. Enkel teams met Bridgestone-banden stonden aan de start en dat waren alleen Ferrari, Minardi en Jordan. Dit leverde uiteindelijk de exit van de Franse bandenfabrikant op. Voordeeltje voor Monteiro dus, maar het podium werd wel onder bijzondere omstandigheden behaald. Hij werd derde achter Michael Schumacher en Rubens Barrichello.
Bij Jordan wist de coureur uiteindelijk maar weinig potten te breken. Hij zou na zijn seizoen bij Jordan nog blijven rijden bij Midland F1 in 2006, als teamgenoot van Christian Albers.
Ook dat seizoen verliep overwegend kleurloos, op een goede finish tijdens een nat-droge race op de Hongaroring na. Daar wist hij uiteindelijk zijn teamgenoot te verschalken en eindigde hij op de negende positie. Dit was meteen ook de hoogste klassering van Midland dat jaar, helaas net buiten de punten.
Geen winnaars voor Portugal
Kortom, Portugal staat nu niet echt bekend om zijn grote talenten. Vooral veel vergane glorie en gemiste kansen tekenen het land wat betreft het racen in de Formule 1. De meest kansrijke coureur had misschien Antonio Felix Da Costa geweest, die dit seizoen de titel pakte in de Formule E. Hij werd echter uit het programma van Red Bull getrapt, en zo was zijn kans op de Formule 1 verkeken. Daarmee vervloog de hoop op een Portugese Grand Prix-winnaar.
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties