Is Monza hét circuit waarop Verstappen zijn titelstrijd kracht bij kan zetten?

De Formule 1-grid strijkt nog geen week na het overtuigende optreden van McLaren en Lando Norris in Zandvoort alweer neer in Italië. De tweede Grand Prix in een van de grootste racelanden ter wereld wordt gehouden op misschien wel het meest vermogensintensieve circuit van de kalender: Monza. De teams maken zich op voor een extreme technische uitdaging, terwijl analisten en fans met arendsogen kijken naar het krimpende gat tussen Norris voor McLaren, en Max Verstappen voor Red Bull Racing.

Welkom bij een van de grootste uitdagingen van de autosport: de Temple of Speed. Monza is naast Imola de tweede Grand Prix die in Italië verreden wordt. Waar Imola veel uitdagende bochtencombinaties kent, staat Monza juist bekend om enorme topsnelheden. Dat zadelt de teams met een unieke uitdaging op. Low drag en minimale downforce zijn op het Italiaanse asfalt namelijk gewenst, maar in de schaarse bochten die het circuit kent, willen de teams ook weer niet inleveren. Laten we eens kijken naar hoe Monza er ook alweer uitzag.

Wat meteen opvalt, zijn de lange, lange rechte stukken. Alle sectoren hebben delen waarop de coureurs vol gas moeten. Meermaals worden deze straights en flauwe bochten onderbroken door bochtencombinaties en chicanes, maar over het algemeen is dit een circuit waarop vermogen met afstand de variabele is die het eindresultaat het meest beïnvloedt. De nauwe chicanes, met name bochten 1 en 2, en 3 en 4, maken mooie inhaalacties mogelijk.

Ook in de tweede en derde sector van het circuit speelt vermogen een belangrijke rol. Sector 2 kent een DRS-zone richting bochten 8, 9 en 10 waar topsnelheden van 350 kilometer per uur behaald kunnen worden. Bocht 11 is een noemenswaardige bocht omdat dit een lange doordraaier is die veel aerodynamische grip vergt. Rijden coureurs hier een goede lijn dan nemen ze die snelheid mee de startfinish over. Ook dit rechte stuk kent een DRS-zone, wat bocht 1 een van de beste locaties voor inhaalpogingen maakt.

Regeert Red Bull of McLaren Monza?

Elk weekend is de vraag weer hetzelfde: welk team gaat als favoriet naar het nieuwe circuit. De laatste weken is het antwoord op die vraag veelal McLaren geweest. Of dit ook in Monza zo is, moet nog maar blijken. De reden hiervoor is dat Red Bull een bolide heeft die goed past bij de eigenschappen van Monza. Allereerst heeft het team van Max Verstappen en Sergio Pérez veel rechtelijnsnelheid. Daarnaast zijn ze in snelle bochten uiterst sterk, wat betekent dat ze in sector 2 en 3 sowieso goed uit de verf zullen komen.

We hebben gezien dat het team uit Milton Keynes sinds het vertrek van Adrian Newey niet altijd even goed weet wat het met de auto aan moet. De afstelling klopt niet altijd en het team heeft vaak de drie volle vrijetrainingssessies nodig om tot een effectieve bolide te komen. Dat Monza qua afstelling relatief rechtdoorzee is, met een pure focus op minimale downforce, kan het worstelende team dan ook in de kaart spelen.

Daarmee sluiten we McLaren uiteraard niet uit, maar het gat dat Lando Norris naar Verstappen wist te trekken in Zandvoort, van maar liefst twintig seconden, zullen we in Italië hoogstwaarschijnlijk niet terugzien. Deze twee renstallen zullen aan elkaar gewaagd zijn, en dat is maar goed ook. Red Bull lijkt de constructeurstitel namelijk sowieso al uit handen te geven. Komt daar ook nog bij dat Verstappen de coureurstitel inlevert, dan wordt de kans dat hij bij zijn huidige werkgever blijft ineens wel heel klein.

Op Mercedes kan je rekenen, op Ferrari niet

Van de andere twee teams die regelmatig podia pakken in 2024 is Mercedes het team dat tevens kans maakt op een serieus puntenaantal. Hoe we tot deze constatering komen? Denk maar eens terug aan Canada, een circuit dat ook bekend staat om haar grote mate van rechte stukken. Ook daar is een afstelling met relatief weinig downforce gewenst. Verstappen wist die Grand Prix weliswaar naar zich toe te trekken, maar als we eerlijk zijn, was het Mercedes dat daar de meeste snelheid had.

Een recenter voorbeeld van Mercedes' kracht wanneer ze met relatief weinig downforce rijden, is Spa-Francorchamps. Hoewel George Russell daar met ondergewicht de streep over kwam, was het geen ondenkbaar scenario dat Mercedes ook zonder deze fout een één-twee had kunnen behalen in België. Als er een team is dat zich aan kan sluiten bij McLaren en Red Bull dan is het Mercedes wel. En met de vorm van allebei de coureurs van dit team is het voor beiden mogelijk om te profiteren van eventuele fouten van deze twee andere teams.

Van Ferrari hoeven we in mindere mate iets te verwachten. In Canada was de Italiaanse renstal ronduit slecht, en ook in België wisten ze geen indruk te maken. Het is dan ook niet waarschijnlijk dat zij plots de snelheid vinden om mee te vechten voor podiumplekken. Goede tractie, wat je als team nodig hebt om efficiënt de trage chicanes uit te komen, was voorheen een geheim wapen van Ferrari, maar langzaamaan behalen ze hier niet dusdanig veel voordeel uit dat dat over een hele race het verschil gaat maken voor ze. Een tifosifeestje lijkt er dus niet in te zitten.

Racing Bulls, of toch Gasly?

Achterin het veld sparren de kleinere teams voor de overige punten. Omdat we aan mogen nemen dat Aston Martin een dubbele puntenfinish behaalt met weinig downforce, blijven er in principe geen punten meer over voor deze kleinere teams. Mocht er aan de voorkant van de grid toch wat gebeuren, en dat kan altijd, dan zijn er enkele heren die kunnen profiteren.

Afgaand op resultaten uit het verleden zijn dat Yuki Tsunoda en Daniel Ricciardo. Laatstgenoemde is van deze twee de coureur die marginaal beter in vorm is, dus binnen het Visa Cash App Racing Bulls-team zou dat de waarschijnlijkere kandidaat zijn. Ook hebben we gezien dat Pierre Gasly de Alpine steeds beter begrijpt, wat in Zandvoort resulteerde in een topoptreden. De behapbare afstellingseisen van Monza en Alpine's degelijke snelheid wanneer er weinig downforce gevraagd wordt, kunnen de Franse equipe punten opleveren.