Na een spannend seizoen veroverde McLaren afgelopen jaar de constructeurstitel en dat succes werd groots gevierd door de Britse renstal. Het was immers 26 jaar geleden dat het team uit Woking voor het laatst in deze opzet slaagde en dat is opmerkelijk voor een team dat tot de historische teams van de koningsklasse van de autosport mag worden gerekend. McLaren is echter niet de enige renstal die al jaren op een groot succes zat te wachten. F1Maximaal.nl zet uiteen hoe lang de grootste en meest succesvolle teams uit de historie van de sport al droog staan.
McLaren maakt einde aan lange periode van droogte
McLaren is zonder twijfel één van de bekendste en meest succesvolle teams uit de geschiedenis van de Formule 1. Het is ook één van de teams, die het langst actief is in de koningsklasse van de autosport. In 1966 debuteerde het merk, dat in 1963 door de Nieuw-Zeelander Bruce McLaren werd opgericht, in de F1. De eerste successen volgden al snel met een Grand Prix-zege in 1968 en een eerste constructeurstitel in 1974.
De grootste successen beleefde de renstal echter in de jaren '80 en '90. Met grote talenten als Ayrton Senna en Alain Prost reeg het Britse team de successen in de tweede helft van de jaren '80 en het begin van de jaren '90 aaneen. Maar na het vertrek van beide iconen moest de renstal uit Woking even pas op de plaats maken voor teams als Benetton en Williams, alvorens in 1998 weer een groot succes werd behaald. De Fin Mika Häkkinen bezorgde McLaren de rijderstitel en samen met collega David Coulthard wist hij de Ferrari's van Michael Schumacher en Eddie Irvine te verslaan in de strijd om de constructeurstitel.
Hoewel Häkkinen een jaar later opnieuw wereldkampioen werd en Lewis Hamilton in 2008 nog een voorlopig laatste rijderstitel in de wacht sleepte, was 1998 het laatste jaar dat McLaren als team als glorieuze overwinnaar uit de bus kwam. Na het vertrek van Ron Dennis (2009), die een belangrijke rol speelde in het groeiproces van McLaren, ging het snel bergafwaarts met de Britse renstal. Na winst in de Grand Prix van Brazilië in 2012 (Jenson Button) moest het team bijna tien jaar wachten op een volgende zege. En in de tussentijd was het team zelfs teruggezakt tot in de achterhoede van het F1-veld. Maar sinds Andrea Stella het stokje in 2023 overnam van Andreas Seidl is McLaren met grote sprongen vooruit gegaan en werd in 2024 de eerste constructeurstitel in 26 jaar behaald.
De tekst gaat verder onder de afbeelding.
Red Bull en Mercedes domineren de sport
Voor McLaren kwam er afgelopen seizoen eindelijk een einde aan een lange periode zonder grote successen, maar hoe zit dat met enkele andere grote, historische teams? Ook voor hen is het lang geleden, want Red Bull Racing en Mercedes verdeelden onderling immers de constructeurstitels van 2010 tot en met 2023. Maar beide teams zijn betrekkelijk nieuw in de sport en behoren zodoende nog niet tot de meest iconische merken. Het team van Max Verstappen maakte namelijk pas in 2005 zijn entree in de topklasse van de autosport, terwijl Mercedes in 2010 na een afwezigheid van 55 jaar terugkeerde als constructeur.
De recente successen van bovengenoemde teams heeft ervoor gezorgd dat de drie meest succesvolle teams uit de geschiedenis van de sport al heel lang droog stonden. McLaren heeft met de winst in 2024 na 26 jaar een einde aan die droogte kunnen maken, maar hoe lang wachten Ferrari en Williams al op een titel in het teamklassement?
De tekst gaat verder onder de afbeelding.
Ferrari dicht bij grootste succes in jaren
Ferrari is het oudste team uit de geschiedenis van de sport. Het is immers het enige team dat er sinds de oprichting van het wereldkampioenschap in 1950 bij is. En met zestien constructeurstitels is de Italiaanse renstal met afstand het meest succesvolle team ooit. Toch moeten we voor het meest recente grote succes van de Italiaanse renstal al een flink stuk terug in de tijd gaan, om precies te zijn naar 2008.
In dat jaar verdedigden Kimi Räikkönen, die zich een jaar eerder tot dusver tot de laatste Ferrari-kampioen liet kronen, en Felipe Massa de kleuren van de Scuderia. Na één van de spannendste slotstukken uit de geschiedenis van de sport greep Massa in extremis naast de wereldtitel, die hij aan Hamilton moest laten. Wel pakte Ferrari zoals gezegd de constructeurstitel. Sindsdien eindigde de Italiaanse grootmacht vaak als tweede of derde in het kampioenschap, maar was het verschil met de uiteindelijke kampioen bijzonder groot.
Afgelopen seizoen pas mochten de tifosi hopen op het eerste grote succes sinds 2008. Ferrari-coureurs Charles Leclerc en Carlos Sainz hadden voorafgaand aan de seizoensafsluiter in Abu Dhabi nog een mathematische kans om de constructeurstitel naar Maranello te brengen, maar daar had het duo wel wat geluk voor nodig. Dat leek er te komen nadat Verstappen McLaren-coureur Oscar Piastri in de eerste bocht aantikte, waardoor de Australiër in de rondte ging. Helaas voor Ferrari reed de andere McLaren-rijder, Lando Norris, een foutloze race. Door de zege van de Brit maakte het niet meer uit op welke positie de Ferrari-mannen eindigden. Wel biedt het sterke seizoen perspectief voor Ferrari en wellicht kan de Italiaanse renstal in 2025 eindelijk weer eens een titel aan het totaal toevoegen. Daarvoor zal echter wel afgerekend moeten worden met McLaren, Red Bull en Mercedes.
De tekst gaat verder onder de afbeelding.
Gevallen topteam Williams zoekt voorzichtig weg naar boven
Waar Ferrari eigenlijk nooit langdurig ver wegzakte, daar kan niet hetzelfde gezegd worden van Williams. Het Britse team, dat door Frank Williams werd opgericht, trad in 1975 toe tot de Formule 1 en zou in de daaropvolgende twee decennia een zeer voorname rol spelen in het kampioenschap. Tussen 1980 en 1997 was Williams maar liefst negen keer de beste in het teamklassement en daarnaast werd er met zeven verschillende coureurs een rijderstitel behaald. Alan Jones, Keke Rosberg, Nelson Piquet, Nigel Mansell, Prost, Damon Hill en Jacques Villeneuve wonnen er ieder één.
Na 1997 kwam er echter zand in de motor en begon Williams langzaam steeds verder weg te zakken. Sindsdien wist de Britse renstal nog slechts elf keer een Grand Prix te winnen en enkel in 2003 was het met coureurs Juan Pablo Montoya en Ralf Schumacher nog in staat om de strijd om de constructeurstitel aan te gaan. Na 2003 zakte het team uit Grove nog verder weg en met uitzondering van 2014 en 2015, toen de renstal in de beginfase van het hybridetijdperk profiteerde van de ijzersterke Mercedes-motor, eindigde Williams niet meer bij de drie beste teams in het constructeurskampioenschap.
In de laatste zeven seizoenen is Williams zelfs steevast in de onderste regionen terug te vinden en eindigde het Britse team maar liefst vier keer stijf onderaan. De renstal kwam financieel in zwaar weer terecht en medio 2020 besloot de familie Williams de renstal te verkopen aan Dorilton Capital. En hoewel de naam Williams werd behouden, gaf de familie de controle uit handen. Onder leiding van James Vowles probeert het team uit Grove voorzichtig op te krabbelen uit het dal en in 2025 hoopt Williams opnieuw een stap in de goede richting te kunnen zetten. Met Alexander Albon en bewezen racewinnaar Sainz heeft de renstal in ieder geval een sterke rijdersbezetting.
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties