Lammers: 'Er is een talentenmachine die elk jaar tientallen topcoureurtjes uitspuugt'

Met Jan Lammers blikken we terug op de eerste seizoenshelft van dit Formule 1-seizoen. Hoe heeft hij deze beleefd en wat is hem opgevallen? In dit derde deel kijken we naar alle nieuwe podiumklanten. Sinds Brazilië 2019 lijkt het er namelijk op dat we steeds meer verschillende coureurs van andere teams op het podium zien, terwijl het daarvoor voornamelijk Mercedes, Ferrari en Red Bull was. Lammers weet wel te verklaren waarom dat zo is.

'Dat komt door de structurele manier waarop de hele autosport zich ontwikkeld heeft', begint Lammers in gesprek met F1Maximaal. 'Ik begon op mijn twaalfde voor het eerst in een toerwagentje, nog niet eens te racen. Dan was het nog van oké, de koppeling op en een klein beetje gas, enzovoort. Daarna reed ik in 1976 met een Opel Kadett en in 1979 stond ik aan de start van de Grand Prix van Zandvoort. Dus dat is een compleet andere tijd die je niet meer kunt vergelijken.'

'Op hun zesde maken ze zich al zorgen'

Daarom trekt de sportief directeur van Zandvoort ook de vergelijking met het heden. 'Tegenwoordig is het zo dat als ze op hun zesde jaar beginnen met karten, dat ze zich al zorgen maken dat ze misschien te laat zijn. Als ik nu kijk naar mijn eigen zoon, die is net dertien geworden. Nou, ik weet niet of die inmiddels al meer races gereden heeft dan ik na vijftig jaar. Daar zijn ook startvelden van meer dan honderd man. Die rijden in één weekend zeven verschillende races.'

Dat is allemaal waar het begint, vertelt Lammers. 'Je hebt dan allemaal kwalificatie heats. Eerst bouw je de spanning en de adrenaline op voor de kwalificatie. Die kwalificatie is nog veel belangrijker dan bijvoorbeeld met een autorace, een Formule 1 of wat dan ook. Want als je voor een kartrace als eerste, tweede of derde kwalificeert, dan is dat fantastisch. Dan sta je tijdens vijf kwalificatie heats op die eerste, tweede of derde plaats waar je je gekwalificeerd hebt.'

'Maar die kwalificatie, dat is twee of drie rondjes', vervolgt de geboren Zandvoorter. 'Als je dan net even de verkeerde tegenkomt, dan sta je in plaats van derde of vierde gewoon 58e. Dan moet vijf heats achter elkaar vanaf de zeventiende plaats starten. Dat is precies de plek waar altijd de klappen vallen. Dus wat ik daarmee probeer aan te geven, is dat tegen die tijd dat de jongens de autosport bereiken, dat is op de leeftijd 15, 16, dan gaan ze naar Formule 4.'

'Kunnen op 4, 5 of 6-jarige leeftijd al beginnen'

Volgens Lammers heeft het dus allemaal te maken met de structuur van de autosport. 'Heel simpel gezegd, je hebt nu de structuur de mini's, de junioren en de senioren bij de karts. In de autosport heb je de Formule 3, 2, 1 en daartussenin heb je dan Formule 4 die in het leven is geroepen zodat mensen de omschakeling kunnen maken van de kartsport naar de autosport. Dat is dus de structuur die er gewoon staat. Dus mensen kunnen gewoon als zij 4, 5 of 6 jaar zijn al aan hun autosportcarrière beginnen.'

'Wat ik er met name ook mee wil zeggen is dat er wereldwijd een talentenmachine is', aldus Lammers. 'Daar gaan zoveel mensen in dat de winnaars uit hun klasse eruit worden gefilterd. Want het is wel zo dat als je een winnaar bent in één klasse en je gaat door naar de volgende klasse, dan is het een kwestie van tijd voordat je in die volgende klasse ook weer wint. Dus wat dat betreft is er gewoon een talentenmachine die per jaar tientallen topcoureurtjes uitspuugt.'

Lammers gaat verder: 'Je ziet nu in de Formule 1 dat er een paar zijn die zichzelf erbovenuit werken. Kijk naar een Lando Norris of Carlos Sainz. Eerst Charles Leclerc, maar nu is Sainz toch ook Leclerc weer een heel klein beetje aan het relativeren. En George Russell natuurlijk. Een Antonio Giovinazzi is dan weer niet overtuigend genoeg en dus meer onderweg naar de uitgang dan dat die doorstoot. Dat was ook zo voor Nico Hülkenberg, Kevin Magnussen of Romain Grosjean. Super goed, maar geen X-factor.'

'Verstappen kon goede dingen laten zien'

Dat heeft wel en niet met de auto te maken, zegt Lammers. 'In de algemene zin ja, maar nee, omdat iemand als Russell, Max Verstappen in het verleden met Toro Rosso en ook Fernando Alonso in een slechte auto soms toch nog hele goeie dingen laten zien waardoor ze indruk wekken. Natuurlijk kan je met een Haas geen Grand Prix winnen. Maar als iedereen verwacht dat je negentiende staat en je staat zestiende, dan zijn dat wel dingen die mensen opvallen, zoals bijvoorbeeld bij een Russell.'

Veel valt er al op te maken aan de hand van de kwalificatie. 'Je hebt dan zeg maar drie levels waar je kunt scoren', zegt Lammers. 'Sebastian Vettel scoort al als hij Q3 haalt. Wat hij daarin dan nog doet is bonus. Dat heb je ook als Nikita Mazepin of Mick Schumacher Q2 haalt, dan is dat een persoonlijke overwinning. Als Nicholas Latifi Q2 haalt is dat al een eerste prestatie. Als je dan Q3 ook nog haalt. Naja, dan kan zijn weekend al bijna niet meer stuk. Dan moet je alleen nog maar hopen dat de race ook goed gaat.'

Die prestaties zien we in de eerste seizoenshelft veelvuldig terugkomen. Dat is een goed teken, vindt Lammers. 'Kortom, het is wel mooi dat iedereen toch nog z'n eigen prestaties kan halen. Het zijn dan misschien maar tussensprints die je dan wint, maar het zijn in ieder geval wel dingen die de coureurs weer hoop geeft dat ze door kunnen', sluit de voormalig Formule 1-coureur af.

Door: Rick Pasker