Brown blij met budgetplafond: 'Max zorgde ervoor dat dit het meest dominante seizoen ooit was'

Zak Brown, CEO van McLaren, heeft zijn tevredenheid over de consequenties van het budgetplafond. Ondanks de dominantie van Red Bull Racing concludeert de Amerikaan de positieve effecten van de financiële reglementen in de Formule 1. De CEO kan zich namelijk geen Formule 1-seizoen heugen waarin laag geklasseerde teams op constante basis een bedreiging vormden in de kwalificaties.

In 2021 kregen de Formule 1-teams voor het eerst te maken met het budgetplafond. Red Bull was het enige team dat zich niet aan de regels wist te houden en werd daarvoor ook gestraft. Desondanks zijn de rivalen van het dominante Red Bull heel erg blij met de nieuwe financiële regels. 'Ik denk dat de budgetlimiet uitstekend is geweest voor de sport. Het is nog niet perfect, maar ik denk niet dat iets dat zo nieuw is, geen enkele maas in de wet zou hebben', zegt Brown bij Autosport.

Brown keek altijd vol spanning naar kwalificatiesessies

De budgetlimiet moest ervoor zorgen dat teams dichter bij elkaar zouden komen qua performance. Voor de limieten werden ingevoerd, konden teams als Red Bull, Mercedes en Ferrari veel meer geld uitgeven dan de rest van de teams. Mercedes wist uiteindelijk het meest te profiteren van de financiële voordelen, aangezien het team acht constructeurstitels op rij won. Momenteel is er nog altijd een verschil tussen de kleine en grote teams. Enkele renstallen komen namelijk nog niet in de buurt van het plafond.

Ondanks dat de verschillen nu kleiner zijn, is er nog altijd één team dat domineert. 'Max (Verstappen, red.) zorgde ervoor dat dit het meest dominante seizoen ooit door één coureur en team was', concludeert Brown. Dat betekent echter niet dat hij ontevreden is over hoe het seizoen verliep. 'Als je Max buiten beschouwing laat, had je voor het eerst vijf teams met zeven of meer podiumplaatsen.' Vorig seizoen stonden naast Red Bull ook Mercedes, Ferrari, McLaren, Aston Martin en Alpine op het podium.

De CEO van McLaren zag vooral spannende kwalificatiesessies. Nico Hülkenberg was immers meermaals in Q3 te vinden, ondanks dat Haas in de races vaak geen punten scoorde. 'Ik kan me niet herinneren dat een team dat tiende stond in het constructeurskampioenschap altijd een bedreiging was om in Q3 te komen. We zijn allemaal gewend aan het idee dat het team op P10 drie seconden achter de pole zit. Ik kan je vertellen dat er geen team was waarvan we dachten dat ze geen bedreiging te vormden om in Q3 te komen', aldus Brown.