Audi moet investeren om F1-intrede tot een succes te maken: 'Stilstaan is achteruitgang'

In 2026 zal Audi met hun eerste fabrieksauto komen, maar voor die tijd moet er nog veel gebeuren om Sauber te versterken. De afgelopen jaren opereerde het team onder de naam Alfa Romeo, alleen grote successen kwamen nog niet. In 2026 zal dat met de komst van Audi echter moeten veranderen. Auto Motor und Sport heeft geanalyseerd welke investeringen Sauber moet gaan doen om richting de top te gaan.

Audi heeft de eerste stappen voor het Formule 1-avontuur al gezet. 'Het autosporthoofdkwartier in Neuburg an der Donau krijgt een upgrade. Audi bouwt daar een ander gebouw voor de tests en het breidt ook het personeelsbestand uit. Tot nu toe werken ongeveer 220 medewerkers aan het motorenproject', verklaart Auto Motor und Sport, die eraan toevoegt dat het doel is om het aantal medewerkers rond medio 2023 driehonderd te laten zijn.

Er is sprake van een strategisch partnerschap met Sauber. 'Audi zal geleidelijk aandelen in het raceteam verwerven, zodat er voor het Formule 1-seizoen 2026 een fabrieksraceauto in Zwitserland ontstaat. Vanaf dat moment zullen de vier ringen de Hinwil-locatie vormgeven.' Echter moeten er eerst wel stappen worden gezet. 'De Sauber Group heeft een betere infrastructuur nodig. Zo is een Virtual Test Track, kortweg VTT, voor auto's, motoren en transmissies de bouwplaats van Audi.'

'Formule 1 is een spel van geduld'

De nieuwe aanwinst van het Audi-project, Andreas Seidl, zal het team moeten klaarstomen om in 2026 sterk aan de start te verschijnen. 'Hij is bekend met deze taak. Bij Porsche hielp de Duitser mee aan de opbouw van het LMP1-project. Met als resultaat drie Le Mans-overwinningen tussen 2015 en 2017', vervolgt Auto Motor und Sport. Vergelijkbare resultaten worden nu van Seidl verwacht, want Audi heeft ambitieuze doelstellingen. 'Binnen drie jaar wil het premiummerk competitief zijn.'

'Meestal duurt dit minstens vijf jaar. De budgetlimieten voor het chassis en de motoren zijn bedoeld om de weg naar concurrentievermogen te verkorten. Maar je moet ook investeren in het raceteam.' Voor Sauber is het zeker een uitdaging, gezien de laatste jaren niet van een leien dakje gingen. 'Het was het gevolg van een gebrek aan investeringen in het Formule 1-team tussen 2009 en 2016. In de Formule 1 betekent stilstaan achteruit gaan.' Afgelopen seizoen ging het weer beter met het team dat nu nog opereert onder de naam Alfa Romeo. 'De laatste keer dat het team zo hoog eindigde was in 2012.'

Afgelopen seizoen maakte Alfa Romeo echter nog niet volledig gebruik van het budgetplafond. 'Er is dus nog ruimte voor verbetering, ook zonder Audi. Ondertussen remde geldgebrek de ontwikkeling af. Er wordt gezegd dat het ongeveer tien miljoen tot de bovengrens heeft gemist. Met dit geld kun je tussenstappen in ontwikkeling zetten. Maar de Formule 1 is ook een spel van geduld. Snel succes bestaat niet.'

'Er moet geld vloeien'

Er lijkt echter wel duidelijk te zijn waar de oorsprong van de problemen bij Sauber ligt. 'Vorig seizoen kwam een grote zwakte aan het licht: het duurt te lang voordat ideeën van het technisch bureau zichtbaar worden op het circuit. Sauber moet de productiecapaciteit verhogen. Om van een klein team in de loop der jaren een groot team te maken, zijn grote investeringen nodig', verklaart Auto Motor und Sport. 'Er moet geld vloeien voor nieuwe machines en natuurlijk voor het personeel voor de productie van de auto's.'

Wat betreft de windtunnel moet het team gaan investeren in betere software. 'Dit geldt ook voor ontwikkeling op de computer. Sauber moet geld steken in betere CFD-software (Computational Fluid Dynamics, red) om het niveau van de topteams in de Formule 1 te benaderen. De CFD-technologie ontwikkelt zich snel. Je moet up-to-date blijven en investeren.'

'We hebben het al gehad over nieuwe medewerkers voor de productie, die het raceteam moet aannemen. Sauber heeft ook andere ingenieurs nodig voor de ontwikkeling van voertuigen, bijvoorbeeld aerodynamica. Hinwil heeft momenteel tussen de 500 en 550 mensen in dienst voor het hele Formule 1-team. 200 tot 300 minder dan de topteams in de koningsklasse. Meer mensen is gelijk aan meer ideeën en meer projecten', eindigt het verhaal van Auto Motor und Sport.