De Formule 1, het is de droom van alle jonge coureurs in de Formule 2 en de Formule 3. Ieder jaar komen er weer talenten bovendrijven in de veelgeprezen juniorenklassen. In deze speciale editie nemen Gino Haverkamp, Maurits Kappetijn en Christian Moerman de Formule 3-coureurs van het afgelopen jaar onder de loep. Dat kampioenschap is immers al voorbij. Wie kunnen de overstap maken naar de Formule 3?
Nu het Formule 3-seizoen erop zit, kan de balans opgemaakt worden. We hebben kennis gemaakt met tal van jonge honden, maar slechts een select gezelschap is goed genoeg om de overstap naar de Formule 2 en later misschien zelfs de Formule 1 te maken. In deze editie van Onderweg naar F1 nemen we de coureurs onder de loep die volgens ons zeker goed genoeg zijn voor een promotie.
Oscar Piastri
Gino: Natuurlijk is het vrijwel een zekerheid te noemen dat kersverse kampioen Oscar Piastri volgend jaar in de Formule 2 gaat rijden. Ook al won hij in 2020 'slechts' twee wedstrijden, waarvan één sprintrace, Piastri heeft wel laten zien over een dusdanige constante te beschikken, dat een team met hem een uitstekende puntenpakker in huis heeft.
De negentienjarige Australiër is onderdeel van de Renault Sport Academy en heeft zodoende de steun van het gelijknamige Formule 1-team in zijn zoektocht naar een zitje in de Formule 2, al is het wel dringen geblazen op de grid. Met Guanyu Zhou en Christian Lundgaard heeft de Franse renstal al twee pupillen in de belangrijkste opstapklasse.
Twee mogelijke bestemmingen voor Piastri kunnen Prema Racing en ART Grand Prix zijn. Voor het eerstgenoemde team kwam hij dit jaar al uit in de Formule 3, terwijl ART nauwe banden heeft met Renault en ook al Lundgaard onder contract heeft staan. Gezien Marcus Armstrong, de teamgenoot van de Deen, wat tegenvalt, kan Piastri wellicht dat plekje opvullen.
Théo Pourchairè
Hoewel Piastri zich tot kampioen mocht kronen, is de Fransman Théo Pourchairè misschien wel het grootste Formule 3-talent van het afgelopen seizoen. De coureur van ART is pas zeventien, maar miste de titel op een haar na. Dit seizoen viel hij vooral op doordat hij zich met regelmaat als een mes door de boter wist te wringen tijdens zijn inhaalraces. De Fransman is nog wat grillig, maar dat past bij een ruw diamant zoals hij.
Hoewel Pourchairè op basis van talent zeker een plek op de Formule 2-grid verdient, is het wat lastig in te schatten hoe realistisch het is dat dat al volgend jaar gebeurt. De jonge Fransman is onderdeel van het Sauber Junior Team, maar dat talentenprogramma heeft niet zo veel macht als andere academies. In 2019 reed Formule 2-team Charouz nog onder de Sauber-vlag, maar daar is sinds die jaar geen sprake meer van. Hoewel de banden ongetwijfeld nog warm zijn, is het geen zekerheidje te noemen dat Pourchairè omwille van die band naar dat team zou kunnen verkassen volgend jaar.
Ondanks dat kan de runner-up van het huidige Formule 3-seizoen zeker wel de stap naar de Formule 2 maken. Hij is daarbij echter afhankelijk van steun van derden en het is de vraag of die er komt. Gezien zijn zeer jonge leeftijd, zou nog een jaartje Formule 3 prima kunnen. Wat goed is, komt echter snel. Kijk maar naar Lando Norris, die in 2018 als achttienjarig broekie bijna kampioen werd in de Formule 2.
De titelontknoper tussen Piastri en Pourchairè op Mugello afgelopen weekend.
Liam Lawson
Christian: Nummer drie op het lijstje is Red Bull-junior Liam Lawson. De Nieuw-Zeelander heeft er een gewoonte van gemaakt om in elke raceklasse vrij spoedig op niveau te zitten. Lawson luidde zijn tweede jaar in de F3 goed in maar wist in het kampioenschap uiteindelijk niet verder te komen dan de vijfde plek. Wel wist hij in 2020 drie Formule 3-races te winnen, waaronder de laatste race van het jaar op Mugello. Hiermee heeft hij zich in de subklasse sterk gemanifesteerd in zijn tweede seizoen, waarin hij voor het eerst uitkwam voor Hitech GP.
Hoewel hij op papier wellicht nét de prestatie niet geleverd heeft om die promotie te verdienen, verkeert de achttienjarige in een voordelige positie. Sinds 2019 rijdt de junior namelijk onder de Red Bull-vlag, wat inhoudt dat hij de financiële steun heeft om door te stomen naar de volgende klasse. Daarnaast laat de jongeman uit Hastings toch met regelmaat zien uit waar racehout gesneden te zijn.
Tenslotte heeft zijn huidige team ook twee bolides rondrijden in de Formule 2. Nikita Mazepin mag dan nog relatief jong (21) zijn en een steenrijke vader hebben, teamgenoot Luca Ghiotto (25) is al wat ouder en zal volgend jaar aan zijn zesde Formule 2-seizoen beginnen, als hij niet besluit zich fulltime op zijn GT-activiteiten te richten. Dan zou de weg open liggen voor Lawson.
Als het niet via deze weg kan, zou er daarnaast ook nog altijd een mogelijkheid liggen bij F2-team Carlin. Het team dat momenteel Red Bull-junior Yuki Tsunoda huisvest, zou volgend seizoen zonder coureur komen te zitten als de Japanner het mag proberen bij AlphaTauri. De voornaamste kandidaat om in de voetsporen van de Honda-protegé te treden is dan, u raadt het al, Liam Lawson.
Het MP Motorsport-duo
In de Formule 3 waren er ook twee Nederlandse heren die met regelmaat in het oog sprongen. Bent Viscaal en Richard Verschoor kenden wisselvallige resultaten maar lieten zich af en toe zien. Viscaal won de sprintrace op Silverstone, liep in Hongarije de gouden plak ongelukkig mis en reed op de Hungaroring P3 in de eerste race van het weekend, de feature race. Verschoor werd tweede in het eerste weekend op de Red Bull Ring en behaalde door het seizoen heen een aantal knappe vierde plaatsen. Waar liggen mogelijkheden voor de twee MP Motorsport-coureurs in 2021?
Laten we aftrappen met Viscaal. De jongeman uit Albergen kende een relatief goed seizoen. Hij wist in een prachtige slotfase de overwinning binnen te slepen voor zijn Nederlandse team, dat niet altijd in de positie ligt om aanspraak te maken op podiumplaatsen. In een exclusief interview met F1Maximaal liet hij weten hoe die overwinning voelde. Hij heeft met die overwinning zichzelf niet alleen binnen de F3 op de kaart gezet, maar ook bij zijn renstal.
Het Nederlandse team van Sander Dorsman heeft namelijk ook een F2-tak. Een Nederlander bij het Formule 2-team zou logischerwijs door het team op prijs gesteld worden - een vergelijkbare situatie ontstond verleden jaar bij Esteban Ocon en Renault. Viscaal gaf aan 'er alles aan te doen om dat te realiseren'. Of dit de twintigjarige gaat lukken, blijft de vraag. Wel valt er te beargumenteren dat wanneer er een stoeltje vrij komt, er een kans aanwezig is dat hij het mag gaan proberen in de Formule 2.
Verschoor wist in 2020 geen overwinningen naar zich toe te slepen, maar heeft over het algemeen wel een beter seizoen gedraaid dan Viscaal. De Benschopper eindigde als negende in het klassement, zijn teamgenoot op P13. Daarnaast rijdt Verschoor al twee jaar voor het Nederlandse team, terwijl Viscaal afgelopen seizoen pas voor het eerst aantrad voor het team.
Mocht er een stoeltje vrijkomen, en mocht Dorsman dit stoeltje toe willen wijzen aan nationaal talent, dan staat het team nog voor een verdomd lastige keuze. Een struikelblok voor allebei de Nederlanders blijft echter de financiën. De Formule 2 kost nou eenmaal veel geld en als het financiële plaatje niet klopt, dan wordt een promotie altijd een lastig verhaal.
David Beckmann
Maurits: Is er dan nog een kandidaat voor een Formule 2-stoeltje in 2021? Ik denk het wel. Het Formule 3-veld was dit jaar zó competitief. Veel gevechten op de baan, veel verschillende winnaars en veel uitblinkers. David Beckmann is er daar een van, als je het mij vraagt. De Duitser heeft ten opzichte van vorig jaar écht een comeback gemaakt en is na een sterk seizoen zeker klaar voor een stapje hogerop.
Beckmann gaat al even mee in de Formule 3, want ook in 2018 en 2019 was hij er actief. In 2018 werd hij met Trident vijfde in het kampioenschap met drie winstpartijen, waarna hij een slecht jaar kende bij Prema. Dit jaar was het jonge talent helemaal terug, want hij pakte met zijn oude liefde Trident weer vijfmaal een podiumplek, waarvan hij tweemaal op de hoogste trede stond.
Misschien is de constantheid van Beckmann wel het meest opvallend. De Iserlohner viel in achttien races maar één keer uit en eindigde in de andere zeventien wedstrijden in de top tien. Constant punten dus, al had hij net wat meer hoge klasseringen nodig om de kopmannen in het kampioenschap aan te vallen. Beckmann eindigde weliswaar als zesde, maar lijkt rijp voor een nieuwe uitdaging. (Foto: Renault Sport Media)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties