Nadat Max Verstappen in 2013 de wereldtitel in de karts greep, maakte hij de overstap naar de autosport. Daar kwam hij in 2014 Esteban Ocon tegen, met de nodige felle duels tot gevolg. Het seizoen mondde uit in een stevige rivaliteit, die later ook nog een vervolg kreeg in de Formule 1. Frits van Amersfoort was in 2014 de teambaas van Verstappen en blikt in gesprek met F1Maximaal.nl terug op het veelbesproken seizoen. Daarnaast wees hij enkele 'vergeten talenten' aan, die in het verleden voor zijn renstal actief waren.
Ocon is ruim een jaar ouder dan Verstappen, en debuteerde al in 2012, op vijftienjarige leeftijd, in de autosport. Na twee seizoenen in de Formule Renault 2.0 kwam de Fransman in 2014 namens topteam Prema Powerteam uit in de Formule 3. Verstappen ging met slechts een spoedcursus in de Florida Winter Series op zak ook richting de Formule 3, waar hij voor het Nederlandse Van Amersfoort Racing reed. Uiteindelijk werd Ocon met negen zeges kampioen, maar was het Verstappen die met tien overwinningen de aandacht van Helmut Marko getrokken had, en al voor het einde van zijn debuutseizoen in de formuleklassen een Formule 1-contract op zak had.
Strijd met Ocon
‘Esteban Ocon was niet onze vriend in die tijd', weet Van Amersfoort nog goed. Het kwam regelmatig voor dat beide jongelingen de strijd met elkaar aangingen op het circuit, en daar bleef het niet altijd bij. 'Ik was ook heel erg teleurgesteld in de familie van Ocon, want het ging vaak tussen die twee. Zijn vader en moeder deden naar ons vaak alsof we een soort vijand waren', vertelt de 69-jarige. 'Als de race klaar is, hebben ze ook nog een kind in de autosport. Het is wat het is. Soms zijn mensen zo emotioneel. Dat is er bij mij na vijftig jaar wel een beetje afgesleten', zegt de man die Van Amersfoort Racing in 1975 oprichtte.
De tekst gaat verder onder de afbeelding.
Van Amersfoort merkt op dat Ocon wel heel erg op Verstappen gefocust was in dat seizoen. 'Ik denk dat dat ook zijn kwelgeest was. Dat is natuurlijk net zo goed als dat Ayrton Senna de kwelgeest was van Alain Prost', zo trekt hij de vergelijking met de succesvolste Franse Formule 1-coureur ooit. 'Dat gaat soms in de sport zo. Dat is misschien ook wel het boeiende van de topsport.’
Communicatie en cultuur
Waar Van Amersfoort zelf al aangeeft dat hij veel vragen krijgt over Verstappen en in mindere mate ook over Leclerc, heeft hij ook nog veel andere coureurs in zijn auto's zien plaatsnemen met het nodige talent. ‘We hebben daarbuiten nog een handjevol coureurs gehad waarvan je kunt zeggen dat het topcoureurs waren, die misschien net niet het momentum meehadden. Dan noem ik Laurens Vanthoor, Renger van der Zande, en laatst hadden we het nog over Daniel Abt, maar ook recenter Callum Ilott', zegt hij over de Brit, die in 2020 tweede eindigde in het Formule 2-kampioenschap, achter Mick Schumacher, maar voor onder anderen Yuki Tsunoda, Nikita Mazepin, en Zhou Guanyu.
Ilott kwam al vier jaar eerder, in 2016, uit voor Van Amersfoort Racing, toen hij zesde eindigde in de Formule 3. 'Bij Callum merkten we pas aan het einde van het seizoen dat hij een mentaal probleem had. Dan zie je ook hoe moeilijk het is voor een team om daardoorheen te komen, als iemand niet helemaal open is', vertelt Van Amersfoort. 'Dat was wel een hele belangrijke reden waarom de Verstappens voor ons kozen, omdat we toch allemaal in het Nederlands met elkaar kunnen communiceren. Als ik iets in de racerij geleerd heb, is het wel dat de cultuurverschillen enorm zijn, ook al komen we allemaal uit Europa', sluit Van Amersfoort af.
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties