Vowles hoopt op aanpassing budgetplafond in juli: ‘Er is goede vooruitgang’

Williams-teambaas James Vowles is hoopvol dat er in juli een nieuwe aanpassing op het gebied van infrastructuur aan de budgetlimiet komt. Vowles wil hiermee bereiken dat de teams achteraan het veld hun infrastructuur op het niveau van de topteams kunnen krijgen. Het opzetten van nieuwe fabrieken valt naar verwachting niet onder de aankomende aanpassingen.

Het invoeren van het budgetplafond heeft tot nu toe gemixte resultaten opgeleverd. Aan de ene kant bracht het plafond het hele veld dichter bij elkaar, maar aan de andere kant heeft is er nog geen einde aan de dominantie van de topteams, zoals Red Bull Racing. Één van de nadelen van de financiële reglementen voor Williams, is dat het verbeteren van fabrieken of windtunnels ook onder het budgetplafond valt. Nieuwe teambaas Vowles is daarom naar de FIA gestapt om een aanpassing aan de financiële regels te bewerkstelligen.

‘Ik denk dat de Formule 1 en de FIA het helemaal begrijpen’, zegt Vowles over zijn onderhandelingen voor een uitzondering voor de infrastructuur, tegen Motorsport.com. ‘Andere teams begrijpen het eigenlijk ook wel, alhoewel sommige minder dan andere, zoals je wel kan voorstellen.’ Vowles, die ervaring heeft met het herinterpreteren van de regels vanuit zijn Mercedes-tijd, denkt dat in juli de uiteindelijke aanpassing ingevoerd gaat worden.

Vowles: sommige Williams-systemen lopen 'twintig jaar achter'

Vowles maakt zich niet voor niets hard voor aanpassingen van de financiële regels, want het Williams-team kan nieuwe investeringen goed gebruiken. Sommige systemen van het team lopen zelfs twintig jaar achter en zijn minder geavanceerd dan wat Vowles aantrof bij Mercedes in 2001. De Brit is erg open over de achterstand van Williams, omdat hij zo hoopt steun te krijgen van de andere teams. ‘Ik wil dat de andere teams me steunen en zeggen: we zullen jullie een kans geven om te strijden met de grootheden, we zullen jullie een kans geven om te investeren. Op die manier kun je er gebruik van maken dat mensen ons graag terug zien komen’, aldus de teambaas.