In 2022 werd een nieuw technisch reglement geïntroduceerd in de Formule 1, dat de coureurs in staat zou moeten stellen om hun voorganger makkelijker te volgen en in te halen. Er werd zelfs gesproken over een eerste stap tot het afschaffen van het DRS-gebruik. Verschillende teams, met name Mercedes, kampten vorig jaar met porpoising, en dus werden de regels dit jaar alweer aangepast. Na de Grand Prix van Saoedi-Arabië gaven Max Verstappen en enkele collega's aan dat het lastiger was om een andere auto te volgen. F1Maximaal zocht uit of de statistieken dat vermoeden bevestigen en we weer terug bij af zijn.
Al in 2017 richtte de FIA een werkgroep op onder leiding van Ross Brawn, om te onderzoeken hoe de Formule 1 het volgen van een andere auto zou kunnen vergemakkelijken. Vijf jaar later was het dan eindelijk zo ver; de nieuwe regels werden ingevoerd, en de teams verschenen aan de start van de openingsrace in Bahrein met compleet andere auto's, de grootste aerodynamische reglementswijzigingen ooit, zo werd gezegd.
In de openingsfase van het seizoen werd positief gereageerd op de impact van de nieuwe technische regels, die inderdaad het inhalen bevorderd leken te hebben. Er was één probleem: verschillende teams hadden veel last van porpoising, het stuiteren van de auto over de rechte stukken. Met name Toto Wolff van Mercedes speelde in op het veiligheidselement hierbij, en de FIA ging uiteindelijk overstag: de regels moesten voor 2023 weer aangepast worden. Dit jaar moet de vloerrand 15 millimeter hoger zijn dan afgelopen jaar, en het smalste stuk van de diffuser moest ook verhoogd worden.
Na afloop van de tweede Grand Prix van het seizoen in Saoedi-Arabië was uit de monden van meerdere coureurs te horen dat het volgen van een andere auto lastiger geworden was. Verstappen gaf aan dat het aanvoelde alsof hij met tegenwind reed, terwijl Ferrari-coureur Carlos Sainz zei dat het duidelijk lastiger was om in vuile lucht te rijden dan vorig jaar, en het haast weer hetzelfde aanvoelde als met de oude auto's, die tot en met 2021 werden gebruikt. F1Maximaal dook in de cijfers en zocht naar eerste indicaties om te zien of dit inderdaad het geval is.
Hadden de nieuwe regels in 2022 het gewenste effect?
In Tabel 1 zijn de cijfers van de afgelopen vijf jaar plus de eerste twee races van het huidige seizoen samengevat. Hierbij is enkel gekeken naar inhaalacties die buiten de pitstraat plaatsvonden, en inhaalacties uit de eerste ronde zijn verwijderd. Daarnaast zijn alle inhaalacties uit de sprintraces uit de data verwijderd om het gemiddelde per Grand Prix niet te beïnvloeden.
Als we eerst kijken naar het verschil tussen 2021 en 2022 zien we dat er in 2022 inderdaad meer ingehaald werd, al blijft 2019 de koploper in dit lijstje. Van 2018 tot en met 2021 werd er gemiddeld 38,2 keer ingehaald per race. In 2022 steeg dat naar 41,6 inhaalacties per race, wat een stijging van 8,8% betekent tegenover het gemiddelde van de vier voorgaande jaren. Het aantal inhaalacties steeg dus wel, maar 8,8% lijkt een vrij beperkt effect gezien de hoeveelheid werk die in het nieuwe reglement gestoken is.
Lees ook
FIA verplaatst DRS-detectiepunt en voorkomt herhaling spelletjes van Verstappen, Hamilton en Leclerc
Verstappen en Ferrari-duo beklagen zich over moeilijker volgen van F1-auto's
Het voorlopige gemiddelde van 2023 belooft echter weinig goeds. Op basis van de eerste twee races van het seizoen lijkt enig effect van de 2022-regels tenietgedaan. De 36,5 inhaalactie per race tot nu toe betekent een daling van ruim 12% tegenover afgelopen seizoen en ligt zelfs 5,5% lager dan het gemiddelde over 2018-2021. Natuurlijk is deze data pas op basis van twee races, maar een extra zorgwekkende factor hierin is dat met name de Grand Prix van Bahrein bekend staat als een race waar normaal gesproken juist heel veel ingehaald wordt.
De veelzeggende cijfers uit Bahrein
In elk van de onderzochte jaren, 2018 tot en met 2022, behoorde de Grand Prix van Bahrein tot de drie races met de meeste inhaalacties. Gemiddeld genomen wordt nergens meer ingehaald dan in Bahrein, dus als het in Bahrein al niet lukt, waar dan wel? Op basis van die statistiek schetsen de cijfers uit Tabel 2 niet bepaald een rooskleurig beeld voor de rest van het seizoen.
In de cijfers uit Tabel 2 is de Grand Prix van Sakhir uit 2020 niet meegenomen, aangezien deze in het coronajaar in een andere circuitconfiguratie verreden werd. Verder zijn de cijfers vanaf 2012 gebruikt, omdat in 2010 ook op een andere lay-out gereden werd, en de race in 2011 afgelast werd vanwege de penibele politieke situatie in Bahrein tijdens de Arabische lente. Sinds 2012 werd er nog nooit zo weinig ingehaald als dit jaar. In zowel 2021 met de oude regels als vorig jaar in 2022 met de nieuwe regels werd meer dan twee keer zo vaak ingehaald door de coureurs als tijdens de editie van het huidige seizoen.
De enige verzachtende omstandigheid in deze cijfers is het feit dat de DRS-zone op het rechte stuk dit jaar met 80 meter werd ingekort, maar met een lengte van het rechte stuk van 1.090 meter zou dat een beperkte invloed moeten hebben. Als het ook in 2023 het geval is dat Bahrein bij de drie races met de meeste inhaalacties te vinden is, dan belooft dat weinig goeds voor de resterende races van het lopende Formule 1-seizoen.
Wat was de situatie in Saoedi-Arabië?
Waar Bahrein een heel duidelijke indicatie geeft dat het inhalen dit jaar lastiger is geworden, bieden de cijfers uit Saoedi-Arabië een wat wisselender beeld. De race op het Jeddah Corniche Circuit werd dit jaar slechts voor de derde keer verreden, waardoor het lastiger is om goede vergelijking te maken. De cijfers uit Saoedi-Arabië zijn te vinden in Tabel 3.
In Tabel 3 is te zien dat het aantal inhaalacties in Saoedi-Arabië juist licht stijgende is sinds de eerste editie van het evenement. Hierbij moet wel gezegd worden dat dit ook licht afhankelijk is van de methodiek. Het Duitse Auto, Motor und Sport zag met een andere methode juist een daling van 38 vorig jaar tot 33 inhaalacties dit jaar. Een duidelijke trend valt uit de cijfers van de Grand Prix van Saoedi-Arabië in ieder geval niet te ontdekken.
Wat wel een rol speelt bij deze cijfers zijn de startposities van toppers Max Verstappen en Charles Leclerc. Verstappen moest na kwalificatieproblemen de race als vijftiende beginnen, terwijl de Monegask zich vanwege een motorgerelateerde gridstraf gedwongen zag tot een twaalfde startpositie. Met name Verstappen was met acht inhaalacties verantwoordelijk voor een serieus deel van het totale aantal inhaalacties. Buiten de statistieken om spraken zowel Verstappen als beide Ferrari-coureurs na afloop van de race erover hoe lastig het was om in te halen, toch drie coureurs wiens meningen niet makkelijk genegeerd kunnen worden.
Of de Grand Prix van Bahrein inderdaad een indicatie was dat we de rest van het seizoen minder inhaalacties mogen verwachten valt te bezien. Mocht dat inderdaad het geval zijn, is het interessant om te zien of de FIA de teams wederom tot verregaande technische wijzigingen gaat dwingen om dit effect ongedaan te maken. De Grand Prix van Australië is in ieder geval traditioneel een race waar heel weinig ingehaald wordt, al leken de wijzigingen aan het circuit vorig jaar de situatie iets verbeterd te hebben.
Door: Mark Hanselman
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties