Russell snapt waarom Hamilton tegen hem mocht racen: 'We hebben altijd gezegd dat we vrij zijn'

George Russell legt uit waarom hij aan zijn team vroeg of Lewis Hamilton tegen hem zou racen. De Brit, die dit jaar zijn eerste volledige seizoen bij Mercedes rijdt, kon de overwinning ruiken, toen er in ronde 52 een safety car-situatie ontstond vanwege het uitvallen van Lando Norris. Het gat dat Russell richting zijn teamgenoot had opgebouwd, verkleinde daardoor aanzienlijk.

Waar bij Max Verstappen en Sergio Pérez een aantal heftige discussies op de boordradio waren met betrekking tot de samenwerking tussen de twee, was ook bij het team van Mercedes het één en ander gaande. Tijdens de laatste safety car-situatie reden Russell en Hamilton op de eerste en tweede positie. Beiden waren gebrand op de overwinning.

Om een mogelijke crash te voorkomen waren er enkele boordradio's aan de kant van Russell met de vraag of hij vanaf achteren zou worden aangevallen. 'Wat doen we? Gaan we racen of stellen we de één-twee veilig?', vroeg Russell op de boordradio. 'Jullie gaan racen, maar wees respectvol', was het antwoord dat de Brit kreeg. Tijdens de herstart reed Russell uiteindelijk goed weg, waardoor een gevecht met teamgenoot Hamilton niet nodig was.

Russell: 'We hebben enorm veel respect voor elkaar'

De 24-jarige coureur geeft aan deels verrast te zijn door het antwoord, maar aan de andere kant ook weer niet. 'Omdat we altijd hebben gezegd dat we vrij zijn om te racen', verklaart Russell tijdens de persconferentie. 'Toto (Wolff, de teambaas van Mercedes, red.) en het team hebben veel vertrouwen in Lewis en mij en we hebben dit jaar duidelijk een paar momenten naast elkaar gehad en zijn altijd respectvol geweest en ik denk dat we enorm veel respect hebben voor elkaar.'

Russell legt uit dat hij de vraag stelde, omdat hij wilde weten hoe het ervoor stond in de andere Mercedes. 'Ik wist hoe belangrijk die één-twee voor het team was. Dus als we niet tegen elkaar aan het racen waren, was het zoiets als: breng de auto naar huis. Als we aan het racen waren, was het elke ronde een kwalificatieronde en riskeer je elke bocht, omdat de ronden gewoon perfect moesten zijn. Dus ja, natuurlijk blij dat ik het op die manier heb gewonnen', eindigt Russell tevreden.