We zijn in de voorbeschouwingsreeks aangekomen bij Ferrari, en stippen daarmee voor het eerst een team aan waarvan verwacht wordt dat de titel binnen handbereik kan liggen. De nieuwe technische reglementen trekken het speelveld recht, maar het mag duidelijk zijn dat de drie grootste teams van de sport, Mercedes, Red Bull Racing en Ferrari, vooralsnog een streepje voor hebben op de rest van de grid. Lukt het de Italiaanse renstal om haar twee grote concurrenten te verschalken? Dit, en veel meer, vind je in de Ferrari-voorbeschouwing van F1Maximaal.nl.
In de winterstop is er aan nieuws vanuit Italië geen gebrek. De illustere renstal heeft veel volgers en fans in haar thuisland en die volgen op de voet hoe het er met de coureurs en het F1-team zelf aan toe is. Dit werd maar al te duidelijk toen Carlos Sainz en Charles Leclerc recent de eerste meters van 2022 maakten op het testcircuit in Fiorano. De Tifosi stonden, zoals gebruikelijk, aan de hekken om een glimp op te vangen van hun helden. Een tekort aan steun zal in ieder geval niet zijn wat het team de das omdoet in 2022.
Gaat er überhaupt iets zijn wat het team de das omdoet? Op het eerste oog lijkt het of het team de zaakjes aardig op orde heeft, en dat Ferrari daar dus niet voor hoeft te vrezen. In 2021 werd er een gloednieuwe simulator afgeleverd, waar het ontwikkelingswerk voor 2022 dus al mee gedaan wordt. Qua oefenmateriaal zit het team dus goed bij haar voormalige titelconcurrenten. De middelen in Maranello voldoen om een sterke bolide te bouwen en ook heeft het team iets meer testtijd dan haar concurrenten. Mercedes en Red Bull leveren door hun hogere eindklasseringen in 2021 immers enkele windtunneluren in.
Gevolgen van het budgetplafond gepareerd
Over de faciliteiten in Italië gesproken: Ferrari is slim omgegaan met het budgetplafond dat vanaf 2021 gehanteerd wordt in de sport. In plaats van de activiteiten af te schalen, hebben ze veel kennis en personeel overgeheveld naar klantenteam Haas. Een van de gebouwen op het complex van Ferrari is aan de Amerikaanse renstal dan ook toegewezen. Onder meer topontwerper Simone Resta is momenteel werkzaam voor het team van Gene Haas, wat betekent dat de financiële druk van het budgetplafond beperkt voelbaar is bij Ferrari.
Dat werd maar al te duidelijk toen er enkele dagen geleden bekend werd dat het onrustig is rondom de plannen voor sprintraces in 2022. De Formule 1 mikt op zes sprintraces in het aankomende seizoen, maar Mercedes en Red Bull weigeren in te stemmen wanneer ze daar niet financieel vergoed voor worden. Het argument van de teams is dat voor mogelijke schade gecompenseerd moet worden en de twee toprenstallen zitten al tegen de grens van het budgetplafond aan. Ferrari vond een vergoeding redelijk, maar drong zo hevig aan als de andere topteams. Vertaling: Ferrari heeft de extra centen niet zó hard nodig.
Tekenen van een sterk Ferrari
In 2021 vertoonde Ferrari tekenen van een opleving in de sport. Aan het begin van het seizoen stond het nog ongeveer op gelijke voet met McLaren, maar aan het einde van het jaar zaten ze daar overtuigend voor. Dit werd in de cijfers tegen het einde van het jaar duidelijk, want het was uiteraard Ferrari dat de derde plek in het eindklassement veroverde. Naast het feit dat Ferrari twee coureurs heeft die hoog aangeschreven staan binnen de paddock, lijken ze nog een troef in handen te hebben. Het lijkt namelijk of ze met de motor van 2022 flinke stappen zullen gaan zetten.
Ferrari testte tegen het einde van 2021 al onderdelen van deze nieuwe motor. Bij Sainz, bijvoorbeeld, werden deze onderdelen geïntroduceerd in Turkije, waarna hij een prachtige inhaalrace kende en aan het einde van het rechte stuk richting sector 3 ronde na ronde concurrenten verschalkte. Ook zonder telemetrie was het verschil in topsnelheid duidelijk en het is dan ook onwaarschijnlijk dat Ferrari in 2022 nog steeds een achterstand heeft op vermogen. Neutraliseren ze dit nadeel dan wordt een titelstrijd een serieuze mogelijkheid.
De opmars van Sainz
Wie dacht dat Ferrari met Leclerc goud in handen had, stond waarschijnlijk versteld van het eerste jaar dat Sainz verreed bij het team. Niet alleen wist hij meer punten te scoren over heel het seizoen dan zijn teamgenoot, ook wist hij alle races van 2021 uit te rijden, en scoorde hij slechts tweemaal niet. Dat is een scoringspercentage van 91 procent en een finishpercentage van 100 procent, het meeste van de hele grid. Over de consistentie van de Madrileen valt niet meer te twisten, en dat belooft wat voor de toekomst.
Also read
Sainz vs. Leclerc
Sainz en Leclerc, twee ijzersterke coureurs, moeten in 2022 voor het eerst sinds 2008 de titel weer naar Maranello halen. Dat de Monegask en zijn teamgenoot het talent hebben om dit te doen, dat is de vraag niet. De vraag is wél wie van de twee hier de grootste rol in gaat spelen. Bij Ferrari weigeren ze om van tevoren een eerste coureur aan te wijzen, en dat is niet verrassend, gezien het feit dat de rijders gelijk op gaan. Het elfkoppige panel van F1Maximaal.nl, dat perspectief biedt op elk coureursduo van 2022, is het hiermee eens. De redacteuren en leidinggevenden kunnen het er niet over eens worden wie de betere zal zijn van de twee in het aankomende seizoen. Vijf deelnemers gaven de voorkeur aan Sainz, vijf aan Leclerc, en één deelnemer kan de twee op kwaliteit niet onderscheiden.
Gino Haverkamp bevindt zich onder de redacteuren die voor Ferrari-kroonprins Leclerc gegaan zijn. Zijn beredenering luidt als volgt: ‘De eindstand van 2021 is enorm geflatteerd bij Ferrari. Laat ik vooropstellen dat Sainz echt een geweldig eerste jaar heeft gereden, maar hij heeft drie van zijn vier podiums gescoord in drie races waarin Leclerc geen punten scoorde: Monaco, Hongarije en Rusland. Van die eerste kan je nog stellen dat het Leclercs eigen fout was (al pleurde Sainz hem een kwalificatie later ook gewoon in de muur), maar Hongarije en Rusland waren simpelweg pech. In Hongarije werd hij eruit gereden door Lance Stroll en in Rusland liet Ferrari hem simpelweg niet naar binnen toen de regenbanden nodig waren. Leclerc kwam die race nog later binnen dan Lando Norris. Als je dan kijkt naar Leclercs resultaten, dan zie je dat hij uit tien top 5-finishes één podium en zes keer P4 heeft gehaald. Leclerc heeft wat dat betreft gewoon de pech gehad dat in die zes races er vooraan weinig gebeurde en hij dus geen podium kon pakken.’
Ook hoofdredacteur Rick Pasker deelt de mening dat het Leclerc is die volgend jaar zijn naam waar gaat maken: ‘Sainz wist afgelopen seizoen teamgenoot Leclerc af te troeven. Voorafgaand aan het seizoen had ik mijn geld gezet op Leclerc, maar dat bleek een misgok te zijn. Maar, bedenk je wel, het gat tussen de twee was maar 5,5 punten. Wat dat betreft had het ook de andere kant op kunnen vallen. Het is mooi om te zien dat de Ferrari-coureurs het onderling zo spannend weten te maken. Ongetwijfeld zal dat ook het beste uit de rijders naar boven halen. Net als afgelopen seizoen zet ik toch weer mijn geld op Leclerc. De Monegask is nu 24 jaar en klaar om te vlammen. Met de nieuwe reglementen kan het nog alle kanten op gaan, maar ik heb goede hoop voor Leclerc dat hij zijn teamgenoot Sainz gaat verslaan.’
Ferrari in 2022
Ferrari’s dramaseizoen van 2020, waarin ze zesde werden, hebben ze met een prima jaar opgevolgd. Beter dan die zesde plek móést het, en dat lukte. Een derde plek is voor Ferrari’s doen nog steeds niet voldoende, maar het is een begin. Nu is het zaak om ook onder de nieuwe aerodynamische reglementen die vorm vast te houden. Het eerdergenoemde elfkoppige panel werd voorgelegd of ze Ferrari in 2022 zagen stijgen in de rangorde, of ze op P3 zouden blijven haken, of dat het weer bergafwaarts zou gaan. De verwachtingen rondom het 2022-seizoen van het team zijn hoog geschapen. Een kleine meerderheid denkt dat het wederom P3 wordt, terwijl vier van de elf deelnemers zelfs voor een tweede of eerste plek gaan.
Hoofdredacteur Christian Moerman denkt dat Ferrari het in zich heeft om een plekje te stijgen in het eindklassement: ‘Je hoort vanuit Ferrari en Italië eigenlijk enkel positieve berichten voor aankomend seizoen. Natuurlijk zegt dat niet altijd alles, bij Mercedes en Red Bull wordt er immers ook hard gewerkt, en daar hoor je niets van. Deze positieve berichtgeving is een jaarlijks fenomeen en heeft ook een beetje met de Ferrari-gekte te maken die in Italië heerst, maar ik denk dat het enthousiasme dit jaar gerechtvaardigd is.’
‘Kijkend naar de toenemende prestaties op motorvermogen denk ik dat de achterstand naar Mercedes in 2022 verwaarloosbaar is, en dat ze Honda bij gaan halen. Lukt dit dan komt het aan op aerodynamische efficiëntie en de klasse van de rijders. Dat tweede punt is hierboven al aangehaald, dat zit wel goed. Ook ben ik van mening dat Ferrari de middelen en kennis heeft om een titelwinnende auto op het asfalt te zetten. P2 acht ik dan ook zeker mogelijk in het aankomende seizoen. Welke van de twee topteams dan een stap terug doet, daar laat ik mij niet over uit. Eerder meldde Red Bulls sportief directeur, Jonathan Wheatley, dat hij in Ferrari de mogelijke verrassing van 2022 zag, en dat is mijns inziens volledig terecht.’
Door: Christian Moerman | Twitter: @ChristianMoerm1
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties