Met de Grand Prix van Brazilië staan we aan de vooravond van de laatste race van de Amerikaanse triple-header. Zowel Amerika als Mexico boden vermaak en ook op Interlagos is er meestal veel te beleven. Na een lastig weekend op Autódromo Hermanos Rodríguez is het nog maar de vraag of Max Verstappen en Red Bull Racing de strijd om de coureurstitel gaande kunnen houden. Beter dan Mexico wordt het waarschijnlijk wel, maar is het team goed genoeg om zich weer te meten met McLaren en/of Ferrari?
Kijkend naar de lay-out van het circuit zou Interlagos Red Bull beter moeten liggen dan Mexico. Wanneer een circuit veel downforce vraagt, is het gat tussen de Oostenrijkse renstal en haar concurrenten namelijk kleiner dan op circuits waar de teams een low downforce-afstelling nodig hebben. Denk hierbij aan Mexico, maar ook aan Monza eerder dit jaar. Ook daar maakte Red Bull een uiterst matige indruk, terwijl Ferrari er uitstekend tot zijn recht kwam.
Rondom de start-finish kent Interlagos de langste straight, die weliswaar een knik kent, maar vol gas genomen wordt. Vanaf bocht 13 gaan de heren op het gas en trappen ze tot aan de eerste bocht door. Daar volgt een iconische combinatie, bestaande uit drie bochten, die op hun beurt weer uitmonden in de tweede DRS-zone, tevens de laatste van het circuit, in acht nemend dat het eerste DRS-stuk ook voor een deel in sector 3 ligt.
Sector twee bestaat uit bijzonder veel opeenvolgende bochten. Bochten 5 en 6 zijn nog snel, maar daarna begint een hoge mate van downforce haar vruchten af te werpen. Van bocht 7 tot en met 13 hebben de coureurs te maken met veel bochten, veelal traag. Inhalen is hier zeer lastig, maar vanwege het lange rechte stuk dat op sector 2 volgt, zullen we in bocht 1 alsnog veel inhaalacties zien. Het andere grote inhaalpunt is bocht 4. Met name wanneer de achterste coureur in de bochtencombinatie van 1, 2 en 3 een betere racelijn neemt (meestal aanvallend, in plaats van verdedigend) dan ligt in de aanloop naar bocht 4 een mooie mogelijkheid om een tegenstander te passeren.
McLaren, Red Bull en Ferrari
Vorig weekend waren er drie teams die meededen om de podiumplekken. We beginnen met het sterkste team van dit drietal. Hoewel Lando Norris de Grand Prix van Mexico niet wist te winnen was het wel de jonge Engelsman met de hoogste race pace. De enige reden waarom hij uiteindelijk Carlos Sainz niet bij wist te halen was omdat Verstappen hem dusdanig lang in de weg gezeten had dat het gat naar de Ferrari-coureur al te groot was toen hij zijn titelconcurrent voorbij was. Van een strijd tussen Norris en Charles Leclerc kwam het uiteindelijk niet, maar naar alle waarschijnlijkheid had Norris voldoende snelheid om deze te winnen.
Dan komen we uit bij Ferrari. Als op een na snelste team met twee coureurs aan de voorkant van de grid, en Norris en Verstappen die te druk bezig waren met elkaar, was het mogelijk om in Mexico te winnen. Wel weet Ferrari vast zelf ook dat ze de snelheid van concurrent McLaren niet hebben, al helemaal als het circuit weinig zware rempunten en trage bochten kent, en relatief veel snelle bochten. In die snelle bochten heeft McLaren namelijk de overhand.
Voor Red Bull is het inmiddels wel duidelijk dat ze het niet van de circuits moeten hebben waarin de vleugel vlak moeten liggen. In Brazilië kost een afstelling met veel downforce op het rechte stuk veel tijd, maar in sector 1 en 2 kan je met een goede balans en de nadruk op downforce zeer veel tijd winnen. Verwacht dan ook dat Red Bull, altijd redelijk aardig presterend in Brazilië, hier voor gaat. Kijken we naar de rangorde dan zal het geen verrassing zijn wanneer Verstappen in de sprintrace, hoofdrace of beide voor de Ferrari's eindigt, maar we mogen niet verwachten dat hij zonder pardon Norris opzijzet.
Lees ook
Hamilton reageert op onrust rondom Verstappen: 'Hebben het over de richtlijnen gehad'
Montoya roept op tot wraakacties: 'Norris moet Verstappen van de baan beuken'
Jonge Colapinto en Lawson tegen ervaren Hülkenberg en Magnussen
Het mooie van de slotfase van het 2024-seizoen is dat er niet drie of vier teams zijn die echt voor punten aan het strijden zijn. In plaats daarvan wordt het verschil momenteel gemaakt door coureurs die voor hun teams het verschil maken, en in mindere mate de bolides. Daarom belichten we twee in-vorm-coureurs van één team, Haas, en twee jonge coureurs die over de afgelopen Grands Prix misschien wel meer indruk gemaakt hebben dan hun meer ervaren teamgenoten.
Bij Haas is men vast zeer tevreden met hoe de rijders het doen. Nico Hülkenberg doet het heel het jaar eigenlijk al vrij redelijk, en in Mexico liet ook Kevin Magnussen weer eens van zich horen. Een dubbele puntenfinish hoeft het op Interlagos zeker niet te worden, al helemaal omdat het circuit qua eigenschappen totaal anders is, maar het is zeker niet ondenkbaar dat een van de coureurs in de punten eindigt. Hülkenberg blijft dan de gedoodverfde kandidaat.
Als tweede kijken we naar Franco Colapinto. Deze jongeling blijft in de media geprezen worden, en dat is volledig terecht. Waar Alexander Albon vanwege een vroege DNF in Mexico überhaupt niet in aanmerking kwam voor punten, was Colapinto net zo fel als in de andere races aan het strijden met meer ervaren medecoureurs. De Argentijn is goed. Goed genoeg om punten te behalen in Interlagos als het even meezit. Wel moet Williams daarvoor goed uit de startblokken komen - in een sprintrace-weekend kan elke afstellingsfout funest zijn voor het eindresultaat.
Ook belichten we nog even Liam Lawson. Deze coureur zag, net als Colapinto, zijn teamgenoot vroeg uitvallen in Mexico en was daarna, net als Colapinto, veelal betrokken bij gevechten op het asfalt. Daarmee zijn deze twee rookies naast de Haas-coureurs de heren die een goede vorm gevonden hebben en daardoor zomaar punten mee kunnen nemen vanuit Interlagos, op weg naar de laatste drie Grands Prix van het 2024-seizoen.
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties