Van Amersfoort ziet succes Verstappen drempel vormen voor nieuw talent: 'Dat helpt niet'

Frits van Amersfoort vindt dat er te weinig steun geboden wordt aan racetalent in Nederland. De oprichter en eigenaar van Van Amersfoort Racing, dat in 2022 uitkomt in de Formule 2 en de Formule 3, stelt dat een drietal factoren er voor zorgt dat talent van eigen bodem vaak niet door kan groeien tot de top van de sport. Eén van die factoren is volgens hem het succes van Max Verstappen en de daaropvolgende hype in het land.

Als eerste punt haalt Van Amersfoort aan dat de talenten vanuit een Nederlands oogpunt zelden een duwtje in de rug krijgen. 'Jongens als Kas Haverkort, Richard Verschoor en Bent Viscaal hebben echt wel talent, maar het schort enigszins aan de ondersteuning', laat Van Amersfoort weten in gesprek met Formule 1 MAGAZINE. 'Het is in feite een West-Europees probleem, want je ziet het niet alleen in Nederland.'

Van Amersfoort wijst naar de KNAF, de Nederlandse autosportbond. Die werkt al jaren aan de hand van het Talent First-programma, maar dat programma schiet op heel erg veel gebieden tekort, naast het feit dat intern al besloten is bij de KNAF dat het teveel geld kost. De autosportbond kan dus maar weinig betekenen voor Nederlands talent.

Zijn jonge Nederlandse coureurs niet verbonden aan een fabrieksteam dan moeten ze het dus zelf rond zien te krijgen middels sponsoren. Dit lukt sommige rijders wel, maar de trend bij deze sponsoren is toch vooral om in te stappen wanneer de coureurs al successen geboekt hebben. 'Daar zou wat meer lef in mogen zitten vanuit het Nederlandse bedrijfsleven', vindt Van Amersfoort.

Verstappen als voorloper

Het laatste probleem dat Van Amersfoort aankaart is dat het verwachtingspatroon voor Nederlands talent heel erg hoog ligt. Er wordt meteen gesproken over een nieuwe Verstappen wanneer er een rijder doorbreekt, terwijl een succesvolle autosportcarrière begint met al vroeg de juiste keuzes maken. 'Dat je in Nederland al gauw bestempeld wordt als opvolger van Max, dat helpt niet', concludeert Van Amersfoort, die daarmee suggereert dat dat de keuzes van jong talent beïnvloedt.