Zitten alle Formule 1-teams in 2022 aan het budgetplafond?

De Formule 1-teams moeten in 2022 voor het eerst een bolide ontwikkelen met een beperkt budget. In 2021 was er al sprake van het budgetplafond, maar de ontwikkeling van de bolide werd toen vooral in 2020 gedaan. Het aankomende seizoen zal dus blijken welke renstallen er het meest efficiënt te werk gaan, dit zijn immers de teams die de grootste stap zullen zetten. Maar zitten alle teams aan het budgetplafond? En waar ligt de grens dan wat betreft de grootte van de teams? Een recent interview met Frederic Vasseur biedt inzicht in dit vraagstuk.

Voor de topteams is het duidelijk: 2022 zorgt voor spanning vanuit een financieel oogpunt. Mercedes, Red Bull Racing en Ferrari zaten in het verleden wat uitgaven betreft jaarlijks circa drie keer hoger dan dat ze in 2022 mogen zitten. Natuurlijk heeft men in 2021 wel al tijd gehad om te wennen aan de financiële restricties die de FIA doorgevoerd heeft, maar nog steeds voelen ze zich in het nauw gedreven door de reglementen.

Dit werd maar al te duidelijk toen er informatie vrijkwam met betrekking tot de plannen om in 2022 meer sprintraces te verrijden. Daar stemmen de teams mee in, maar de topteams vragen er wel een vergoeding voor. Mogelijke schade die in die races opgelopen wordt, moet immers vergoed worden. De teams hebben daar een potje voor, maar overschrijden ze het ingeplande budget dan hebben ze een probleem. Naar verluidt vragen Red Bull en Mercedes zo'n vijf miljoen dollar extra voor de zes gewenste sprintraces die de FIA door wil drukken.

McLaren, Ferrari en Alpine?

En de middenveldteams dan? Ferrari wilde voor de sprintraces ook graag een vergoeding - een teken dat ook de Italianen moeite hebben met binnen de lijntjes kleuren. Niet vreemd, want begin vorig jaar werd duidelijk dat een deel van het Ferrari-personeel ondergebracht zou worden bij Haas. Een gebouw op de campus in Maranello werd ingericht om het klantenteam te assisteren, en om grote ontslagronden binnen het team te voorkomen. Onder meer ontwerper Simone Resta verhuisde naar het Amerikaanse, kleinere team. Er is dus al flink kosten bespaard, maar Ferrari zit zeker aan dat plafond.

Van McLaren en Alpine (en eigenlijk behoort Aston Martin tot dezelfde categorie) horen we verder heel weinig over het budgetplafond. De reden hiervoor is dat deze teams geen onbeperkte financiële middelen tot hun beschikking hebben. Zo worstelde McLaren in 2020 nog om rond te komen, terwijl het bestuur van Renault, het moederbedrijf van Alpine, jaren getwijfeld heeft over de effectiviteit van het Formule 1-project en of het het geld waard was. Voor deze teams is het budgetplafond alleen maar prettig, al zaten ze er in de voorgaande jaren vermoedelijk wel iets boven. We weten bijvoorbeeld dat AlphaTauri tegen het budgetplafond aan zit, dat gaf technisch directeur Jody Egginton recent immers aan. Dan is dat voor de in 2021 op P4 en P5 geëindigde teams zeker het geval.

Aston Martin is in deze groep een geval apart, gezien zij tot 2021 met een zeer beperkt budget in actie kwamen. Toen het nog Force India en Racing Point heette, stond het team er namelijk om bekend dat ze met beperkte middelen succes konden boeken. Inmiddels is dit geen probleem meer door de komst van Lawrence Stroll. De Canadees heeft van het Racing Point-team de efficiëntie geërfd, maar zorgde alsnog voor een geldinjectie. Met die injectie van de multimiljardair zitten ze sowieso aan dat plafond, maar het team zal vermoedelijk weinig moeite hebben met het binnen de perken houden van de uitgaven, omdat ze nou eenmaal gewend zijn om met beperkte middelen te werken.

De grens lijkt bij Alfa Romeo te liggen

Nu wordt het interessant, want waar ligt die grens dan wél? Zijn er überhaupt teams die niet aan de limiet van 140 miljoen dollar (125 miljoen euro, red.) komen? Alfa Romeo lijkt het eerste team dat jaarlijks niet dusdanig veel uitgeeft dat het aan het budgetplafond komt, zo blijkt uit woorden van Alfa Romeo-teambaas Vasseur: 'We onderhandelen nog met wat sponsoren, maar ik denk dat we er heel dicht bij zullen zitten', stelde hij bij Motorsport-Total. Met andere woorden: de Zwitserse renstal zit er momenteel nog niet aan.

Het in 2021 op P8 geëindigde Williams zou historisch gezien nooit aan die 125 miljoen komen, maar wellicht dat de nieuwe investeerders daar verandering in hebben gebracht. Dorilton Capital kocht het Britse team op en heeft het sindsdien de financiële steun geboden die het team nodig had. Hoeveel geld het Amerikaanse investeringsbedrijf erin heeft gepompt, weten we natuurlijk niet, maar gebaseerd op de grootte van het team en het budget van het verleden lijkt het niet waarschijnlijk dat ook Williams de volle mep betaalt voor haar deelname.

Dan hebben we als hekkensluiter nog Haas. Haas heeft middels de sponsoring van Uralkali meer budget tot haar beschikking dan in de voorgaande jaren, maar is nou eenmaal het kleinste team van de grid. Het is dan ook niet voor te stellen dat Haas in 2022 plots wél aan een investering van 125 miljoen komt, temeer omdat binnen het team ten opzichte van 2021 weinig veranderd is. Haas is dus een team dat sowieso niet aan dat budgetplafond komt.

Overgrote deel van de grid tikt budgetplafond aan

De conclusie is dat het overgrote deel van de grid wel aan die 125 miljoen euro komt. Voor de drie grootste teams is het passen en meten: ze zouden het liefst zelfs een beetje rek hebben in het plafond. Voor de middenveldteams, McLaren, Alpine en Aston Martin, zorgt het budgetplafond waarschijnlijk niet echt voor problemen, maar ze zouden er wel overheen gaan wanneer het plafond er niet zou zijn.

Williams is in dit verhaal een twijfelgevalletje. Dorilton kan technisch gezien voldoende steun bieden om het budgetplafond aan te tikken, maar het is nog niet met zekerheid te zeggen of dit het geval is. De grens ligt óf bij Williams, óf bij Alfa Romeo, dat in 2021 zelfs onder het team uit Grove eindigde. Zo zijn er dus twee of drie deelnemers aan de Formule 1 die sowieso niet benadeeld worden door de nieuwe financiële reglementen, en nog eens drie deelnemers die vermoedelijk eerder vóór het plafond zijn dan tegen. Voor Mercedes, Red Bull en Ferrari kunnen we de conclusie trekken dat zij hoe dan ook last hebben van de in 2021 geïntroduceerde grens.

Door: Christian Moerman | Twitter: @ChristianMoerm1

Meepraten? Laat je comment hieronder achter, of volg mij op twitter!