Wolff wil meer vooruitgang zien: 'Gefrustreerd dat we op P6 en P7 eindigden'

Mercedes-coureurs Lewis Hamilton en George Russell kwamen bij de Grand Prix van Emilia-Romagna als zesde en zevende over de streep. Voor het team dat vorig jaar nog podiums wist te halen, lijkt dat geen grote prestatie, maar Toto Wolff ziet dat anders. ‘We hebben een kleine stap vooruit gezet’, zegt de teambaas in zijn analyse op de website van Mercedes AMG Petronas Formula One Team.

‘Je kunt het niet zien aan het resultaat’, moet de Oostenrijker toegeven. ‘Maar we hebben een kleine stap vooruit gezet. Onze rivalen hebben dat recent ook gedaan, maar we hebben het gat naar de teams voor ons een stukje kunnen dichten’, vertelt hij. Toch weet hij ook dat de Duitse renstal er nog lang niet is. ‘We hebben nog veel werk te doen en uiteraard zijn we gefrustreerd dat we op P6 en P7 eindigden’, benadrukt Wolff. ‘Er zit nog meer aan te komen en het gaat nu om vooruitgang. We moeten vooruitgang blijven boeken om weer te kunnen vechten met de drie teams voor ons.’

Mercedes haalde met snelste ronde extra punt

Op het eerste gezicht leek het alsof George Russell naar binnen ging om met zijn nieuwe set banden een snelste rondetijd neer te zetten. Deze snelste ronde zette hij inderdaad neer, maar dit bleek toch niet de reden voor de tweede pitstop. ‘We voorspelden dat het lastig voor hem zou worden om het einde van de wedstrijd te halen op die harde band’, legt Wolff nu uit. ‘We hadden de mogelijkheid om een stop te maken en voor Pérez de pits uit te rijden en dus kozen we ervoor George naar binnen te halen voor een nieuwe set.'

Uiteraard zijn de Zilverpijlen wel blij met het extra puntje dat Russell haalde. ‘Die stop zorgde ervoor dat we voor dat punt konden gaan’, vertelt de Oostenrijker. Russell moest zijn plek afstaan aan zijn teamgenoot maar uiteindelijk werd de buit dus één puntje groter dan wanneer hij niet naar binnen was gegaan. ‘Het kostte George een plekje ten opzichte van Lewis, maar uiteindelijk wisten we zo voor het team een extra punt te scoren’, sluit Wolff af.