Wat Ferrari moet doen om te herstellen van de nachtmerrie van 2020

Ferrari had vorig jaar haar slechtste seizoen in veertig jaar tijd, toen het team in 1980 slechts tiende werden in het constructeurskampioenschap. 2020 verliep dus weliswaar beter, maar voor een team als Ferrari kan een zesde plaats in de Formule 1 niet worden geaccepteerd. In een analyse voor Autosport legt redacteur Alex Kalinauckas uit wat het Italiaanse team moet doen om 2020 te vergeten en om ervan te herstellen.

Zo ziet Kalinauckas dat er twee redenen waren waardoor Ferrari zo slecht presteerde in 2020: 'Een nieuwe regel in het motorreglement zorgde ervoor dat Ferrari pk's moest inleveren. Dat kwam uiteraard door het onderzoek naar de 2019-motor en of die legaal was. De regel is dan wel van kracht voor ieder team, maar Ferrari werd het hardst geraakt erdoor en zakte daardoor weg van de top drie.'

'Dezelfde mensen die het probleem hebben gecreëerd, moeten het ook weer oplossen'

Kalinauckas gaat verder: 'Een andere reden was de nieuwe aerodynamische filosofie die het team toepaste op de SF1000, zoals de auto heette. Het doel was om de auto op meer banen goed mee te laten doen, maar het tegenovergestelde gebeurde. De nieuwe ontwikkelingen zorgden voor drag, teveel drag zelfs en daardoor zat Ferrari met twee problemen die ze maar niet konden oplossen. Uiteindelijk heeft de Italiaanse grootheid hier zelf voor gezorgd en moeten dezelfde mensen die het probleem hebben gecreëerd het ook weer oplossen.'

Om weer de weg omhoog te kunnen beklimmen, denkt Kalinauckas dat Ferrari vooral één ding moet zien op te lossen voor 2021: het motorvermogen. 'Als we horen wat het team allemaal in petto heeft, dan lijkt het erop dat ze een stap hebben gemaakt. Helaas is dat alles behalve zeker en is er door het budgetplafond eigenlijk ook een limiet aan hoeveel ze kunnen herstellen. Eén ding is in ieder geval zeker en dat is dat Ferrari een betere motor moet bouwen, want waar zij de mist in gingen, maakten de andere teams juist stappen en hadden zij juist meer vermogen', sluit Kalinauckas af.