Renault-baas ziet dat het anders moet bij Alpine: 'Lijken wel sukkels'

Luca de Meo, CEO van The Groupe Renault, maakte recentelijk bekend dat het team van Alpine in 2026 geen gebruik meer kan maken van een Renault-motor. De Italiaan heeft uitleg gegeven voor de beslissing rondom de motoren, en dat gaat hand in hand met de slechte resultaten van het Franse team. Het team van Alpine gaat waarschijnlijk per 2026 rijden met een Mercedes-motor, en dat is volgens De Meo een logisch besluit van de Franse renstal.

Momenteel is de Renault-motor duidelijk de langzaamste van de vier motorleveranciers. Er wordt namelijk gesuggereerd dat de motor vijftien PK minder heeft dan die van de concurrentie. Volgens De Meo heeft het voor het Franse team alleen maar voordelen om met een nieuwe motorleverancier te werken. 'Ik run een beursgenoteerd bedrijf. En ik moet het F1-project heroverwegen om eindelijk te winnen', legt De Meo uit tegenover L'Equipe. 'Ik zoek dus naar snelle manieren om dit te bereiken. Nu zijn we onzichtbaar geworden. Nog twee jaar als deze en het project zou compleet in duigen vallen.'

De tekst gaat verder onder de afbeelding.

Volgens de CEO gaat het momenteel de verkeerde kant op met het team, en moet er dus snel wat veranderen. 'We zitten al drie seizoenen in een neerwaartse spiraal. We moesten dat allemaal omgooien. Met een financiële logica ernaast. Maar nu, met onze P16, P17, lijken we wel sukkels.'

Niet de juiste faciliteiten

De Meo ziet het als een extra belemmering om een eigen motorenprogramma te behouden, omdat het veel geld kost. 'De beloningsstructuur in de Formule 1 houdt geen rekening met de investeringen die de fabrikantenteams doen. We geven dus meer uit dan de anderen, maar we krijgen geen beweging. Op de lange termijn zou de Formule 1, wie weet, een technologische vereenvoudiging kunnen voorstellen. Zoals het voorstellen van een motor zonder hybridisatie, zonder elektrificatie, die lawaai maakt en op e-brandstof rijdt voor het groene imago', vervolgt De Meo.

Daarom is het voordeliger om de overstap te maken naar een andere motor, die dus niet zelf geproduceerd hoeft te worden. Volgens De Meo hebben teams als Mercedes veel betere faciliteiten om een goede motor te bouwen. 'En laten we duidelijk zijn, als je op bezoek gaat, en dat deden we, een eenheid als HPP, de Mercedes-motorenfabriek, werken daar 900 mensen. Wij hebben 340 werknemers voor de motoren. Ze hebben testbanken die wij niet hebben. De overgang naar het hybride tijdperk vereiste krachtige investeringen die destijds werden onderschat. Wij werken structureel met drie cilinders, terwijl anderen er acht hebben. Wij beschikken gewoon niet over de structuur om voorop te lopen in de ontwikkelingen', concludeert de CEO.