Alonso: 'In mijn tijd bij Ferrari voelde de tweede plaats als een begrafenis'

Fernando Alonso is blij voor landgenoot Carlos Sainz dat hij de tweede plaats heeft behaald in de Grand Prix van Monaco. De Alpine-coureur feliciteerde hem na afloop, maar herinnerde hem er tevens aan dat normaal gesproken een tweede plaats niet genoeg zou moeten zijn voor een Ferrari-coureur.

Een podium voor Ferrari is tegenwoordig een zeldzaamheid en dat is een groot verschil met de tijd waarin Alonso voor het team uit Maranello reed (2010-2014). Na afloop van de race in Monaco schuwde de Spanjaard niet om zijn ongezouten mening te geven over de tweede plaats van Sainz. 'Ik herinner me dat ik enkele jaren geleden negen of tien podia per seizoen behaalde en tweede eindigen voelde als een begrafenis na de persconferenties', vertelt Alonso in gesprek met DAZN.

'Ze vroegen me dan wanneer ik weer zou gaan winnen. Nu zijn er dingen veranderd. Ik denk dat als ik nu zeg dat ik 97 podia op mijn naam heb staan, waarschijnlijk veel van deze prestaties niet genoeg worden gerespecteerd.' Desalniettemin was Alonso onder de indruk van het optreden van Sainz in Monaco: 'Af en toe keek ik naar de grote schermen om te zien of Carlos erin was geslaagd de leiding over te nemen. Ik ben erg blij voor hem.'

Overwinning buiten bereik

Sainz was niet zo tevreden als verwacht over zijn tweede plaats. Dat kwam voornamelijk omdat hij de kans groot zag dat hij op zaterdag poleposition had kunnen pakken, zij het niet dat teamgenoot Charles Leclerc tegen het einde van Q3 crashte. In de race op zondag kon de Spanjaard profiteren van het uitvallen van Valtteri Bottas en Leclerc om op te schuiven naar de tweede positie, maar vechten om de overwinning zat er niet in.

'De waarheid is dat je in Monaco moeilijk iemand kan passeren', legt Alonso uit. 'Het is lastig om een kans te creëren, dus de mogelijkheid om te winnen werd zaterdag al in gevaar gebracht. Maar Carlos hoeft zich geen zorgen te maken, de overwinning zal in de toekomst wel komen. Hij maakte optimaal gebruik van de kansen en daar moet hij trots op zijn.'