Pérez dacht vooraan mee te strijden: 'Omstandigheden waar we niks aan konden doen'

Sergio Pérez is teleurgesteld met zijn zevende startplek voor de sprintrace in Oostenrijk. De Mexicaan werd de dupe van de chaos aan het einde van het laatste kwalificatiedeel, en was daardoor machteloos in de strijd met de andere coureurs van de topteams. Pérez put wel vertrouwen uit zijn snelheid in de sprintkwalificatie, en hoopt dat de kwalificatie voor de Grand Prix zelf beter gaat.

In 2023 maakte Pérez nog een dramatische kwalificatie mee, toen hij in Q2 al zijn rondetijden moest inleveren vanwege track limits. Dat euvel is verholpen in 2024, en Pérez voelt zich dan ook beter op de Red Bull Ring. 'Ik denk dat we goede progressie boekten. Mijn eerste SQ2-ronde was niet ideaal. Ik remde wat te diep in bij de derde bocht (de scherpe knik naar rechts bovenop de heuvel, red.). Ik zette daardoor opnieuw aan, en toen wist ik extra tijd te vinden. We deden mee aan het gevecht vooraan', concludeert de 34-jarige.

In SQ3 kon Pérez echter geen goede ronde rijden. Hij reed pas als een van de laatsten naar buiten, waardoor hij flink gas moest geven om zijn ronde nog te mogen rijden. Een gat naar zijn voorganger laten vallen zat er dus niet meer in. 'Ik weet niet wat Esteban (Ocon, red.) daar deed. Blijkbaar moest hij heel langzaam rijden', aldus Pérez, die het daarbij over de pitsuitgang heeft. Die keuze was vreemd, omdat Alpine vooral zichzelf in de voet schoot, waarbij Pérez een onschuldig slachtoffer werd. 'Ik moest mijn snelle ronde op een halve seconde achterstand van hem, dus ik had geen kans.'

Vertrouwen in snelheid

'Het is zonde, want ik denk dat we qua snelheid veelbelovende dingen lieten zien, maar helaas wisten we de situatie niet te maximaliseren', baalt Pérez. In SQ1 en SQ2 eindigde Pérez echter ook tweemaal als achtste, dus in die zin is de zevende startplek niet verkeerd. Hij verwacht wel dat hij de rest van het weekend competitiever gaat zijn. 'Absoluut. We hadden aan het gevecht vooraan moeten meedoen, maar vanwege omstandigheden waar wij niks aan konden doen, zijn we niet geëindigd waar we moesten eindigen. Ik heb er vertrouwen in dat de zaterdag een betere dag wordt.'