Marko begrijpt teleurstelling Pérez na teamorder: 'Anders zou hij geen echte coureur zijn'

Helmut Marko is vol begrip over de frustratie van Sergio Pérez dat hij Max Verstappen tijdens de Grand Prix van Spanje voorbij moest laten gaan. In de slotfase van de wedstrijd lag de Mexicaan aan kop, maar kreeg hij de instructie om zijn teamgenoot te laten passeren - wat hij vervolgens deed in bocht 4 tijdens de 49e ronde.

Marko verklaart de teamorder in gesprek met het Oostenrijkse ORF. Hij vond het een logische beslissing van Red Bull Racing om Pérez die instructie te geven: 'Die twee hadden verschillende strategieën. Het was duidelijk dat Checo nog niet door zijn banden heen was. Het was ook duidelijk dat Max sneller was', is de Oostenrijkse topman na afloop stellig.

Maar het is niet zo dat Marko teleurgesteld of boos is op Pérez door zijn uitspraken over de boordradio. Zo wil de Mexicaan de teamorder intern bespreken. De adviseur van Red Bull zegt de frustratie van zijn coureur te kunnen begrijpen: 'Het is niet zo dat hij zegt: ja graag, ik zwaai hem nog even uit... Anders zou hij geen echte coureur zijn.'

DRS-problemen reden achter driestopper Verstappen

Als laatste gaat Marko nog in op de strategie van Verstappen - die hem uiteindelijk de race won. 'Door Max' DRS-problemen zijn we overgestapt op drie pitstops, omdat we zagen dat we anders niet langs (George) Russell zouden komen', verklaart Marko, die ook ingaat op de strategie van Pérez. 'Er waren twee stops gepland voor Checo, maar toen gaven we hem aan het einde nog de zachte banden zodat hij de snelste ronde kon noteren.'

Verstappen heeft door zijn zege de leiding in het kampioenschap van Charles Leclerc overgenomen. Na de twee uitvalbeurten in Bahrein en Australië dacht men dat de Nederlander geen kans meer maakte om te strijden voor de wereldtitel. Marko kan er nu wel om lachen: 'Jullie zeiden na zijn tweede uitvalbeurt allemaal dat het over was voor ons. Maar ik zei toen al dat we nog genoeg races te gaan hadden en we zouden terugslaan', zegt hij tegen De Telegraaf.