Doornbos kritisch op Red Bull: 'Het is meer een politiek-financieel gebeuren'

Voormalig Formule 1-coureur Robert Doornbos heeft een poging gedaan om uit te leggen waarom Sergio Pérez nog altijd voor Red Bull Racing rijdt. Het verschil tussen beide coureurs van het topteam is enorm, terwijl de andere drie topteams wél twee coureurs hebben die redelijk aan elkaar gewaagd zijn. Doornbos beseft dan ook dat Pérez het stoeltje niet vanwege sportieve redenen behouden heeft.

'Ik krijg altijd vragen waarom die jongen nog een contract heeft', vertelt Doornbos in het Race Café van Ziggo Sport. 'Als ik naar het verleden met Helmut Marko kijk, was het vaak: jij eruit, jij erin. Jij presteert niet, jij eruit', aldus de ervaringsdeskundige, die eind 2006 met stuurtje en zonder contract eindigde. 'Met Pérez gaat dat niet, dus dat moet ik dan toelichten. Hij neemt veertig miljoen sponsoring mee. Daarvan krijgt hij vijftien miljoen, dus dan blijft er 25 miljoen bij het team hangen. Het heeft absoluut niks met prestaties meer te maken.'

Politiek spelletje

Doornbos legt vervolgens uit waar het dan wél mee te maken heeft. 'Het is meer een politiek-financieel gebeuren, en Zuid-Amerika is belangrijk voor Red Bull. Ik begrijp het wel', aldus Doornbos, die net als Marko niet lijkt te beseffen dat Mexico in Noord-Amerika ligt. 'Je kan het niet uitleggen, die 1,3 seconden. We hebben vier verschillende polesitters gehad in de laatste vier races, dus er wordt echt gestreden om een tiende.' Max Verstappen, Lando Norris, George Russell, en Charles Leclerc verdeelden in de laatste weekenden de polepositions tussen de topteams.

Toch is het verschil tussen beide coureurs te groot om goed te blijven praten, meent Doornbos. 'In die snelle bochten is Max waanzinnig, met name in de laatste sector. Pérez kan dan wel zeggen dat hij een andere afstelling wil, maar daar haalt hij het niet mee. Het team zegt gewoon: je hebt dezelfde afstelling als Max, doe het maar. Zorg maar dat je binnen drie tienden komt, je bent toch goed? Dat lukt gewoon niet', concludeert Doornbos.