Max Verstappen leek op poleposition af te stevenen gedurende de kwalificatie voor de Grand Prix van Spanje. De eerste startplek was binnen handbereik, totdat hij vermogensverlies meldde in de derde bocht van Circuit de Barcelona-Catalunya. Na afloop werd hem meteen de vraag gesteld of hij voor pole had kunnen gaan wanneer zijn materiaal niet tegen had gestribbeld. Wat zegt de data? F1Maximaal.nl onderzocht het vanuit het mediacentrum.
0,323 seconden; dat was uiteindelijk het verschil tussen Verstappen en polesitter Charles Leclerc. In zijn laatste snelle ronde zette de Nederlander aan, maar liep hij in de eerste sector al een dusdanig grote achterstand op dat de eerste startplek niet meer realistisch was. Hij moet onvrijwillig genoegen nemen met de tweede plek, en dat is zonde. Leclerc vergooide namelijk zijn eerste snelle ronde in Q3, waarna de druk er vol op stond.
Wat was het probleem bij Red Bull?
'Ik verlies vermogen!', riep Verstappen zijn team toe in de laatste minuten van de derde kwalificatiesessie. In de derde bocht sloeg het noodlot toe, al is inmiddels gepareerd dat de Red Bull RB18 ook werkelijk met motorproblemen kampte. Over de boordradio meldde Verstappen vermogensverlies, maar de top van Red Bull, welteverstaan Helmut Marko en Christian Horner, heeft aangegeven dat het om een fout bij het DRS-systeem ging, en Verstappen zelf later ook.
De achtervleugel wilde dus niet openklappen, en dat kost dusdanig veel tijd over één ronde dat poleposition onbereikbaar was. De enige manier waarop hij in Barcelona zijn provisorische pole nog kon houden was wanneer Leclerc wederom een fout zou maken, en de Monegask is wel foutgevoelig, maar niet zó foutgevoelig. Red Bulls technische malheur kostte Verstappen pole, maar had de Limburger voldoende pace om de eerste startplek te verzilveren wanneer zijn DRS het wél gedaan had?
Kwalificatiedata van Verstappen
Om te bepalen of het Verstappen gelukt was om poleposition te halen, moeten we een schatting maken van zijn rondetijd. Dit doen we door te kijken naar de Q1-, Q2- én Q3-sectortijden van de Red Bull-coureur, en dan specifiek naar de verbetering/verslechtering in deze tijden. Gedurende een kwalificatiesessie snoept een coureur namelijk doorgaans elke extra ronde iets van zijn tijd af. We bekijken de trend per sector, en stellen op basis daarvan een verwachting van wat Verstappen uit had kunnen halen in die cruciale slotronde waarin de DRS het begaf.
Kijken we naar sector 1 dan zien we een Q1-tijd van 22.163, gevolgd door een 22.222 en een 22.068 in Q2. De laatste ronde die Verstappen zette, klokte hij een 21.978. In de eerste poging van Q2 verloor hij in de eerste bochten wat tijd, welke hij daarna weer terugwon. De gemiddelde sprong in tijdswinst over alle beschikbare ronden van Q1, Q2 en Q3 is een negatieve 0,28 procent. Dat betekent dus dat hij, afgaand op zijn prestaties van eerder die dag, 0,28 procent van zijn tijd af zou halen, had zijn DRS gewerkt en had hij een laatste Q3-tijd neer kunnen zetten.
Trekken we deze gemiddelde 0,28 procent af van de eerste Q3-tijd van de enkelvoudig wereldkampioen dan krijgen we dus een schatting - zeker niet perfect, maar daar is het uiteraard een schatting voor - van de eindtijd van Verstappen. Had hij zijn eerste sector door kunnen trekken, en had hij niet af hoeven haken in bocht 3, dan lijkt een sectortijd van 21.916 realistisch, iets onder zijn eerste sectortijd van Q3, dus.
Verstappen speelt quitte in sector 2 en wint in sector 3
In sector 2 speelt Verstappen volgens onze schattingsmethode min of meer quitte. De beredenering is als volgt: de gemiddelde procentuele verbetering van Verstappen ligt vrij hoog, maar dat komt vooral omdat hij in zijn tweede Q2-ronde vier tienden won. Toen hij aanzette in Q3, wist hij die sectortijd echter niet te verbeteren. Sterker nog, hij zat er zelfs 22 honderdsten boven in zijn Q3-run. Met andere woorden: het lijkt erop dat hij in sector 2 de limieten van zijn bolide vond, en een schatting van zijn eerste Q3-tijd in sector 2, een 29.684, lijkt dus redelijk.
Waar er volgens onze berekeningen voor Verstappen wél nog tijd te winnen viel, was in de laatste sector. Hier sleep hij in elke nieuwe ronde weer wat rondetijd weg, met een flinke sprong van 1,1 procent, bijna drie tienden, van zijn eerste Q2-tijd naar zijn tweede Q2-tijd. Deze curve zwakte in Q3 wat af, maar het is duidelijk dat er voor Verstappen nog wel wat te winnen viel in de trage laatste sector. Volgens onze berekeningen iets minder dan anderhalve tienden, waardoor hij uitkomt op een sectortijd van 27.295.
Is het voldoende om Leclerc te verschalken?
Deze drie sectortijden bij elkaar opgeteld geven ons dus de schatting van Verstappens rondetijd als hij het verbeteringspatroon aangehouden had dat hij gedurende de hele kwalificatie vertoonde. De drie sectortijden bij elkaar opgeteld bieden een rondetijd van 1:18.895. Leclerc klokte in zijn laatste ronde een 1:18.750, wat betekent dat Verstappen in theorie iets minder dan anderhalve tienden tekort zou zijn gekomen op de Ferrari-coureur.
Nu is deze analyse uiteraard niet waterdicht in de zin dat de evolutie van het circuit, bijvoorbeeld, niet meegenomen kan worden. Ook is het tot stand komen van een Formule 1-rondetijd geen exacte wetenschap - een coureur kant plots één bocht perfect nemen, en daar twee tienden, of meer, mee winnen. Wat we in ieder geval wel kunnen stellen is dat de data niet suggereert dat Verstappen en Red Bull de pace hadden gehad om de eerste startplek te veroveren, wat gezien de trend van het hele weekend, met Ferrari als dominante renstal over één ronde en Red Bull als bovenliggende partij op racepace, geen verrassende conclusie is.
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties