Voorbeschouwing IndyCar 2021 | Luyendyk: 'Hopelijk kan VeeKay lekker regelmatig scoren'

Het is aftellen geblazen voor de start van het nieuwe IndyCar-seizoen, dat volgend weekend aanvangt op het Barber Motorsports Park. Alles wijst erop dat het een jaar vol spektakel gaat worden. Om ervoor te zorgen dat je goed voorbereid voor de buis kunt gaan zitten, heeft F1Maximaal voor deze tweedelige voorbeschouwing de hulp ingeschakeld van tweevoudig Indy 500-winnaar Arie Luyendyk. In deel één komen onder meer de titelkandidaten, het puntensysteem en de debutanten aan bod.

Arie Luyendyk is in veel opzichten de ideale kandidaat om mee vooruit te blikken op het komende IndyCar-seizoen, niet in de minste plaats omdat de geboren Sommelsdijker een kleine twee decennia actief was in Amerika's vooraanstaande openwielklasse. Luyendyk stond in die tijd zevenmaal op de hoogste trede van het podium, waarvan twee keer op de illustere 'Brickyard': de Indianapolis Motor Speedway. Tegenwoordig is Luyendyk al enige tijd actief als race steward, een rol die hem aanwezig en betrokken ziet bij iedere IndyCar-wedstrijd.

Daar Luyendyk de rol van race steward ook in 2021 weer zal vertolken (samen met oud-coureur Max Papis, met wie hij de rechterhand vormt van racedirecteur Kyle Novak, red.) staan er voor de 67-jarige Hall of Famer niet minder dan zeventien evenementen op de planning. De organisatie van de IndyCar heeft na het onstuimige coronajaar van 2020 een bomvolle kalender weten op te stellen die in zes maanden tijd wordt afgewerkt en de serie naar road courses, stratencircuits en de bekende ovals zal brengen. Het eerste treffen volgt het weekend van 18 april op het Barber Motorsports Park.

Titelkandidaten

De veertien teams die naar de races af zullen reizen staat dan ook een uitdaging van jewelste te wachten – zowel op als naast de baan. De 34 coureurs die dit jaar fulltime dan wel parttime aan de wedstrijden zullen deelnemen, vormen zo mogelijk een van de meest competitieve verzamelingen van racers die de klasse in jaren heeft gezien, zo oppert Luyendyk. 'In de IndyCar is het bijna niet te voorspellen wie er kampioen gaat worden', daarmee verwijzende naar de hoge mate van talent van de rijders en het gelijkwaardige materiaal waarmee zij het op de baan moeten uitvechten. De Dallara DW12, aangedreven door een maximaal 700 pk sterke 2,2-liter V6-turbomotor, is het wapen der strijd.

Team Penske-rijder Josef Newgarden vecht het uit met Alexander Rossi (Andretti Autosports) op de Mid-Ohio Sports Car Course en hoopt dat jaar zijn derde kampioenschap te winnen. (Foto: Team Penske Media)

In tegenstelling tot de Formule 1 kunnen factoren als ervaring, rauwe snelheid, gedurfdheid, tactiek, intelligentie en consistency een grotere beloning opleveren, omdat de onderlinge verschillen tussen de auto’s veel kleiner zijn in de IndyCar, waar er Spartaanse racemachines zonder al te veel technische ondersteuningsmiddelen worden gebruikt. Het is mede daarom dat regerend kampioen Scott Dixon vorig jaar op 39-jarige leeftijd zijn zesde titel in de serie wist binnen te slepen. Luyendyk twijfelt er niet aan dat Dixon het kunstje ook dit jaar weer kan herhalen. 'Hij behoort tot de coureurs die altijd vooraan zijn te vinden.' De vijftig overwinningen van de Nieuw-Zeelander onderstrepen dit feit.

Dixon komt al sinds 2002 uit voor het succesvolle Chip Ganassi Racing en moet volgens Luyendyk vooral rekenen op het rivaliserende Team Penske, dat dit jaar uitbreidt naar vier auto's. 'Dat zijn de sterkste teams van het veld', vervolgt de meervoudig Indy 500-winnaar, die direct Josef Newgarden en Will Power aanwijst als de vedetten. 'Maar je hebt ook Alexander Rossi, Colton Herta en Ryan Hunter-Reay van Andretti Autosport – zij zijn ook supersnel. Pato O'Ward (Arrow McLaren SP, red.) mag eveneens tot dat groepje worden gerekend.' Verwoede pogingen van F1Maximaal om een voorspelling uit Luyendyk te krijgen monden uit in teleurstelling. 'Een kampioen kan ik niet aanwijzen: ik kan natuurlijk niet in de toekomst kijken.'

Hopelijk kan VeeKay lekker regelmatig scoren dit jaar, dat is het belangrijkste in de IndyCar.

Ondanks een sterk debuutseizoen komt de naam van Rinus 'VeeKay' van Kalmthout niet in het rijtje van titelkandidaten voor. De twintigjarige Nederlander werd in 2020 Rookie of the Year met Ed Carpenter Racing, maar het team zal volgens Luyendyk aan haar consistency moeten werken om aanspraak te kunnen maken op de titel. 'Als je het over mogelijke kampioenen hebt, dan moet je toch kijken naar de coureurs die er elk jaar om strijden: Dixon, Newgarden, Power, maar hopelijk ook VeeKay. Het is te hopen dat hij lekker regelmatig kan scoren, dat is namelijk het belangrijkste in de IndyCar.'

Dit heeft alles te maken met het puntensysteem in de IndyCar, dat drastisch anders is dan in bijvoorbeeld de Formule 1. De winnaar gaat sowieso naar huis met 50 punten, plaats twee en drie leveren respectievelijk 40 en 35 punten op. Vanaf plaats vier tot en met tien (32 en 20 punten, red.) krijgen de rijders telkens twee punten minder. Daarna loopt het per positie af met één punt, tot plaats 25, welke goed is voor vijf punten. Poleposition levert nog eens een extra punt op, zo ook het leiden van tenminste één raceronde. Wie de meeste ronden leidt, krijgt twee punten.

Consistency is de sleutel tot succes, zo weet ook kwalificatiekoning Will Power. De IndyCar-kampioen kwam ondanks een handvol overwinningen en podiumplaatsen afgelopen seizoen niet verder dan de vijfde plaats. Power gaf 141 punten toe op kampioen Scott Dixon. (Foto: Team Penske Media)

In theorie kan het wat verwarrend klinken, maar de altijd nuchtere Luyendyk verzekert dat het systeem in de praktijk bovenal een terechte kampioen naar voren schuift. 'Als je constant bij de top vijf rijdt en af en toe een race wint, dan kun je al kampioen worden', vervolgt de winnaar van de 24 uur van Daytona. 'Kijk naar het seizoen van Dixon vorig jaar. Hij had een geweldige eerste helft (drie opeenvolgende overwinningen, red.), maar de rest van het jaar liep wat stroever – toch sleepte hij de titel binnen. Newgarden won uiteindelijk zelfs meer races (vier, red.), maar het was niet voldoende om Dixon van de titel te houden.'

De rookies die geen rookies zijn

Luyendyk mag dan niet in de glazenbol willen kijken, het ontbreekt de eeuwig kalme gentleman niet aan observaties. Gevraagd naar zijn mening over de drie debutanten voor het aanstaande seizoen, Jimmie Johnson, Scott McLaughlin en Romain Grosjean, laat de winnaar van de 12 uur van Sebring het volgende los. 'Grosjean heeft het goed naar zijn zin gehad tijdens zijn eerste IndyCar-tests, maar hij gaf wel aan dat hij zijn fitnessniveau wat moet bijspijkeren. Het is toch wat anders dan hij in recente jaren gewend was. De auto's in de IndyCar zijn nu eenmaal fysieker dan Formule 1-wagens. Niet zozeer qua g-krachten natuurlijk, maar ze hebben bijvoorbeeld geen stuur- en rembekrachtiging, dus het is in die zin wel zwaarder.' Desondanks verwacht Luyendyk een zeer gemotiveerde en bovendien competitieve nieuwkomer te mogen verwelkomen in 'zijn' sport. 'Als je hard kunt gaan in de F1-auto, kun je dat ook in de IndyCar. Dat is niet zo moeilijk.'

Dat de IndyCar een vak apart is heeft Grosjean wel ondervonden. Na zijn eerste testdagen achter het stuur van de Spartaanse Dallara DW12 komt de voormalig Formule 1-coureur, daar tienvoudig podiumfinisher, tot de conclusie dat hij zijn fitness moet bijspijkeren.

Zoals Grosjean in de F1 zijn sporen heeft verdiend, zo hebben Johnson en McLaughlin dat op hun beurt gedaan in de NASCAR en de Australische V8 Supercars. De immer leergierige Johnson werkte zich op tot een wel heel select gezelschap: samen met Richard Petty en Dale Earnhardt vormt de 45-jarige een drietal van zevenvoudig kampioenen. Nieuw-Zeelander McLaughlin werd de jongste racewinnaar in de Supercars en ging van 2018 tot en met 2020 met de titel aan de haal. De verbluffende prestaties daargelaten denkt Luyendyk niet dat het een eenvoudige overstap zal worden voor beide heren.

Luyendyk: 'Jimmie zal het wat lastiger krijgen dan Grosjean, hij heeft heel zijn leven immers niet op road courses en stratencircuits gereden. Voor hem is het elke keer dus wat nieuws.' Wil Johnson succes kennen in de IndyCar dan zal hij kilometers moeten maken, maar het testen is momenteel gelimiteerd. Het NASCAR-icoon is daarom actief in het IMSA-kampioenschap. 'Qua snelheid doet hij niet onder voor zijn teamgenoten, heb ik begrepen. Ik hoop dat hij het goed zal doen, dat is alleen maar goed voor de sport. Hij heeft veel NASCAR-fans achter zich, die komen mogelijk met hem over.' Luyendyk verwacht een min of meer vergelijkbaar rookiejaar voor McLaughlin. 'Maar Scott heeft natuurlijk meer ervaring op road courses dankzij zijn tijd in de Supercars. In eerste instantie denk ik dat hij het beter zal doen dan Jimmie. Eigenlijk heb ik hoge verwachtingen voor alle rookies, maar Grosjean zal zeker de snelste van het stel zijn', zo luidt de voorspelling van Luyendyk.

Dit was het eerste gedeelte van de voorbeschouwing op het aankomende IndyCar-seizoen. Deel twee staat geheel in het teken van Rinus van Kalmthout. Houd F1Maximaal in de gaten voor het vervolg van de seizoenspreview.

Door: Harry Verolme