Williams: de Brit die van zijn droom een Formule 1-dynastie maakte Formule 1
Formule 1

Williams: de Brit die van zijn droom een Formule 1-dynastie maakte

Williams: de Brit die van zijn droom een Formule 1-dynastie maakte

Op 28 november was het inmiddels alweer een jaar geleden dat Frank Williams op 79-jarige leeftijd overleed. Williams wist het Formule 1-team 43 jaar lang in beheer van zijn familie te houden. Bij de naam Williams wordt er vrijwel direct gedacht aan de rijke historie van het team. Met Williams aan het roer heeft het team negen constructeurskampioenschappen, 114 overwinningen, en 313 podiums kunnen vieren. F1Maximaal blikt terug op wie Williams was en hoe hij zijn raceteam decennialang in zijn familie hield.

Dat Williams Racing een zeer rijke historie heeft, is waarschijnlijk niemand ontgaan. Het Formule 1-team werd opgericht door Williams in 1977 en hij bleef de eigenaar van het team tot 2020. Eerder, in 2013, deed Williams al een stapje terug om zijn dochter meer naar de voorgrond te brengen. Claire Williams nam het stokje van haar vader over en trad in de rol als teambaas van Williams.

Williams heeft door de jaren heen een aantal historische grootheden in hun bolides gehad, waaronder Ayrton Senna, Nigel Mansell, Nelson Piquet en Alain Prost. In het hybride tijdperk kreeg Williams het lastig, met name financieel. In 2020 kwam het noodlot voor de Williams-familie. Vanwege de impact van de Covid-19-pandemie en het vertrek van titelsponsor ROKiT was het verkopen van het team niet te voorkomen.

Frank Williams Racing Cars: de voorloper van Williams Racing

In zijn jongere jaren kende Williams een korte carrière als coureur en als monteur, en die kennis gebruikte hij om in 1966 Frank Williams Racing Cars op te richten. Met dit team deed hij mee aan de Formule 2 en de Formule 3. Met name het seizoen van 1968 was succesvol voor de nieuwe renstal. Hierdoor kon Williams in 1968 een Brabham Formule 1-bolide aanschaffen, om vervolgens in 1969 deel te nemen aan de Formule 1.

Het eerste seizoen in de Formule 1 was echter niet heel succesvol, van de tien races viel Williams-coureur Piers Courage namelijk vijf keer uit. Toch werd het harde werk en de toewijding van Williams beloond. De Tomaso, een Italiaanse sportautofabrikant, was geïnteresseerd in een samenwerking en bouwde een chassis voor Williams voor het seizoen van 1970. Het nieuwe chassis maakte de auto niet competitiever. In dat jaar verongelukte Courage met het De Tomaso-chassis tijdens de race op Zandvoort. Hierbij kwam de Fransman om het leven, en de samenwerking met De Tomaso werd direct verbroken.

Door gebrek aan financiële middelen was het voor Williams een kwestie van overleven. In de jaren die volgden wist de Britse renstal onder leiding van Williams dan ook niet veel bijzonders neer te zetten. In 1976 leek er licht aan het einde van de tunnel te zijn, het team werd namelijk voor 60 procent opgekocht door miljonair Walter Wolf. Het team werd toen omgedoopt tot Wolf-Williams Racing. Wolf wilde echter het hele team herstructureren richting het einde van het 1976-seizoen, maar hier moest Williams niets van hebben. Williams verliet het team om in 1977 samen met engineer Patrick Head Williams Grand Prix Engineering op te richten.

Negen constructeurskampioenschappen binnen zeventien jaar

De eerste twee jaren nadat Williams zijn Formule 1-team had opgericht ging het nog niet van een leien dakje. Vanaf 1980 kwam het succes pas. In dat jaar won het team het constructeurskampioenschap. Ook in 1981 kon het team zegevieren. In het jaar dat volgde, werd Williams vierde in het kampioenschap. Vanaf 1983 tot en met 1987 zag Williams af van de Ford-motoren en stapten ze over op de Honda-krachtbron. Met de Honda-motoren wist het team pas in 1987 weer een kampioenschap te pakken, dit keer met Nelson Piquet in de bolide. Ondertussen had Williams het zelf moeilijk.

In 1986 raakte de Williams-oprichter verlamd bij een auto-ongeluk. Williams was bijna een jaar niet in de garage van Williams te zien. Ondanks dat de teambaas er niet was om zijn team te begeleiden, bleek het team in het 1986-seizoen wel zeer competitief te zijn. Ze kwamen erg dichtbij het winnen van de titel met Nigel Mansell.

Nigel Mansell in de Williams-bolide met de Renault-krachtbron
Nigel Mansell in de Williams-bolide met de Renault-krachtbron

Het verschrikkelijke ongeluk van 1994: ‘Over Senna kon hij niet praten’

Met de Honda-krachtbron vond Williams niet wat ze nodig had om nog meer constructeurstitels te behalen. Daarom stapte het team in 1988 kort over op Judd-motoren, een krachtbron die een samenwerking was van John Judd en Jack Brabham, om vervolgens vanaf 1989 tot en met 1997 met Renault-motoren aan de slag te gaan. Dit wierp overduidelijk zijn vruchten af. De Britse renstal won achtereenvolgens de kampioenschappen van 1992, 1993 en 1994. Vooral 1994 zou een veelbelovend seizoen worden. Williams wist de Braziliaanse Formule 1-legende Ayrton Senna naar het team te halen, die vanaf het 1994-seizoen in zijn bolide zou zitten.

Op 1 mei dat jaar kwam Senna om het leven bij een verschrikkelijk ongeluk op het circuit van Imola. Hierdoor kreeg Williams een behoorlijke lading van kritiek en beschuldigingen naar het hoofd geslingerd. Zo zou hij ‘Senna hebben vermoord’ en werd hij zelfs aangeklaagd voor doodslag, een situatie die pas ophield in 2005. De dood van Senna had een grote impact op iedereen die bij de Formule 1 betrokken was, voor de fans, voor Brazilië, maar ook voor Williams zelf. ‘Over Senna kon hij (Williams, red.) niet praten’, vertelt zijn dochter aan de internationale media in 2020, 26 jaar na de crash op Imola. ‘En nog steeds is het een onderwerp waar hij het niet over wil hebben. Het doet hem nog steeds ontzettend veel pijn.’

Na 1997 geen kampioenschappen meer

Williams behaalde haar laatste twee kampioenschappen in 1996 en 1997, daarna was het gedaan. Tot aan 2014 veranderde het team nog een aantal keren van krachtbron, zo heeft het met Cosworth- en BMW-motoren gereden. Door de jaren heen na 1997 wist het team nog een aantal overwinningen te behalen, waarvan de zege bij de Grand Prix van Spanje in 2012 de laatste was.

Claire Williams, de dochter van Frank Williams, als teambaas van de Britse Renstal van 2013 - 2020.
Claire Williams, de dochter van Frank Williams, als teambaas van de Britse Renstal van 2013 - 2020.

Sinds de start van het hybridetijdperk in het jaar 2014 heeft Williams de Mercedes-motoren in hun bolides. Het jaar ervoor, 2013, werd bekendgemaakt dat Claire Williams de taken van haar vader ging overnemen. Voor een aantal seizoenen waren Valtteri Bottas en Felipe Massa de vaste gezichten bij het team, totdat Bottas in 2017 doorstroomde naar Mercedes en Massa uiteindelijk de Formule 1 verliet.

De aanhoudende financiële problemen die het team teisterden

Dat Williams geen race- of kampioenschapswinnende auto meer had, was al een tijdje te merken. Het team beschouwde het behalen van punten bijna als een overwinning. Williams had de financiële middelen niet om de bolides van goede updates te voorzien. Vanaf 2018 vertrok titelsponsor Martini uit de Formule 1, waarmee ze dus ook de Britse renstal achterlieten. Het team leek voor het 2019-seizoen gered te zijn. Doordat Robert Kubica werd gepromoveerd van testcoureur naar een Williams-zitje, kon Williams profiteren van de samenwerking van titelsponsor ROKiT en het Poolse petroleumbedrijf PKN Orlen. Hoe dan ook verliep het niet soepel voor Williams. In 2019 misten ze twee testdagen in Barcelona voorafgaand aan het seizoen omdat de bolide nog niet gereed was.

In verscheidene races moesten de coureurs ook voorzichtig doen, de auto heel houden was namelijk vaak belangrijker dan hard racen. Het team had simpelweg geen geld om eventuele beschadigde onderdelen te vervangen. Zo moest Kubica bij de Grand Prix van Rusland in 2019 de auto maar parkeren en een DNF achter zijn naam laten schrijven omdat het team geen reserveonderdelen had. Dat het niet veel langer zo door kon gaan, zag Williams (Claire, red.) ook in. Ze maakte dan ook, samen met het team en haar familie, de beslissing om het team te verkopen.

Op 21 augustus 2020 maakten Amerikaanse investeerders van Dorilton Capital bekend dat ze geïnteresseerd waren en het team voor 152 miljoen dollar zouden willen kopen, waardoor de schuld van het team dan ook afbetaald zou worden. De naam Williams werd dan behouden en het team kon in het Verenigd Koninkrijk blijven. Claire Williams kreeg het aanbod om teambaas te blijven, maar bij de Grand Prix van Italië in 2020 maakte ze bekend dat ze het team ging verlaten. Voor het eerst sinds 43 jaar was er geen Williams-familielid aan het hoofd van de Britse renstal. In dat jaar werd bekendgemaakt dat Jost Capito, de huidige teambaas van Williams, in de rol van Claire Williams zou treden.

De droom die een dynastie werd

In het jaar voordat Frank Williams kwam te overlijden was zijn gezondheid al instabiel. In 2020 werd hij kort opgenomen in het ziekenhuis, waarna hij nog wel terug naar huis kon. In 2021 volgde een langer ziektebed, en uiteindelijk overleed Williams op 28 november in 2021. De Formule 1-wereld reageerde hier met veel emotie op. Williams stond bekend als een lieve man die zijn hart en zijn ziel in zijn team stopte.

Williams heeft vanaf 1966 gewerkt aan zijn droom, een Formule 1-team opzetten die succesvol zou zijn in de koningsklasse van de autosport. En dat is hem gelukt. Vanaf 1977 was Williams actief in de Formule 1 en werd het team beheerd door de familie in de 43 jaar die volgden. Het deed de familie veel pijn om Williams te moeten verkopen, maar de glorie en de rijders die het team heeft mogen huisvesten, is iets waar ze met veel trots op terug kunnen kijken.

Plaats reactie

666

0 reacties

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties

Meer nieuws