Volgens Sam Collins, technische expert van F1TV, repareerde Mercedes tijdens de rode vlag de W12 van Lewis Hamilton, maar waarom? De Brit was immers niet betrokken bij de startcrash die Valtteri Bottas veroorzaakte. Wat nu blijkt: ook bij de topcoureur van de Duitse renstal was er een klein onderdeel beschadigd. Een sensor van de voorvleugel werd vermoedelijk geraakt door brokstukken na de chaos in ronde 1. Collins biedt daarnaast uniek inzicht in de reglementen omtrent het budgetplafond.
'Ze repareerden de sensor voor bandentemperatuur aan de binnenkant van de voorvleugel met tape, maar wat mij verbaasde is dat ze niet gewoon de hele voorvleugel besloten te vervangen', aldus Collins, die benadrukt dat dat een gebruikelijkere gang van zaken zou zijn. Tijdens de rode vlag mogen reparaties uitgevoerd worden, maar doorgaans wordt bij dit soort schade gewoon de hele neus er vanaf gehaald.
Waarom hebben ze hem niet verwisseld? 'Dit kon aan de FIA liggen, maar het kan ook te maken hebben met het budgetplafond', beargumenteert de Brit. Sinds 2021 maakt de F1 gebruik van een budgetplafond, waardoor de uitgaven op jaarbasis dus binnen een bepaald budget moeten blijven. Ontwerpen, produceren, onderhouden en opereren van het materiaal valt hier allemaal onder, maar dus ook reparaties op het circuit zelf.
Er zijn echter mazen in de wet van het budgetplafond die uitgebuit kunnen worden door de teams. Zo stelt Collins dat wanneer een onderdeel niet gebruikt wordt, dit onderdeel niet onder het budgetplafond valt, ook als het onderdeel al wel geproduceerd is. Door de bolide van Hamilton te repareren, in plaats van de voorvleugel te vervangen, sparen ze dus mogelijk een voorvleugel uit. Dit zou een waarschijnlijke verklaring kunnen zijn voor de reparatie.
Budgetplafond probleem voor Red Bull en Mercedes?
Collins verwacht dat sommige teams serieus in de problemen kunnen komen als ze nog zo'n crash te verduren krijgen, en dan specifiek Red Bull en Mercedes. In Groot-Brittannië kostte de impact van Max Verstappen Red Bull zo'n 1,8 miljoen dollar, terwijl Valtteri Bottas' aanvaring met George Russell in Imola een prijskaartje van een miljoen dollar had. Er is echter een uitweg, benadrukt de analist: 'De reglementen staan toe dat het budgetplafond verbroken wordt, maar slechts met vijf procent en onder zeer specifieke omstandigheden.'
Een van die omstandigheden is force majeure, wat feitelijk inhoudt dat er iets gebeurt dat buiten de macht van het team ligt. 'Een auto die met 51 g de barrières ingestuurd wordt, dat is min of meer de definitie van force majeure', denkt Collins. Dat valt dus binnen de vijf procent tolerantie die de FIA toegevoegd heeft aan het budgetplafond. Ze moeten deze extra kosten echter wel al vroeg voor het einde van het seizoen indienen als kosten die onder force majeure vallen bij de FIA. Het motorsportorgaan keurt zo'n verzoek dan goed, of af. 'Wordt het afgekeurd dan gaat het van het ontwikkelingsbudget van de 2022-bolide af', concludeert hij.
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties