Daniel Ricciardo herstelde op tijd van COVID-19 om deel te nemen aan de Grand Prix van Bahrein. Dat was op überhaupt al geen fijne race voor McLaren, maar de Australiër geeft toe dat zijn coronabesmetting hem wel fysiek heeft getroffen. Het zou een deel van de verklaring kunnen zijn waarom hij slechts op P14 eindigde, hoewel hij en zijn team zich ook zullen moeten richten op het verbeteren van de MCL36.
Ricciardo miste eerder alle drie de testdagen in Bahrein door zijn besmetting met COVID-19, hij werd wél fit genoeg verklaard om op zondag te racen in de woestijn van Sakhir. Maar na de race gaf hij toe dat hij fysiek niet op 100% zat. 'Ik zou graag liegen en zeggen dat ik me geweldig voel, maar ik voel het (de fysieke achteruitgang, red.). Zelfs als ik geen COVID had gehad en gewoon vijf dagen in bed had gelegen, zou het raceweekend altijd een uitdaging zijn geweest', zegt hij bij Motorsport-Total.com.
Ricciardo: 'Ik ben blij dat ik de gehele raceafstand heb kunnen rijden'
'Het was zeker fysiek niet de gemakkelijkste race die ik ooit heb gereden, maar ik had het gevoel dat ik er nog steeds goed genoeg mee kon rijden. Ik ben blij dat ik de gehele raceafstand heb kunnen rijden. Hopelijk is het vanaf nu makkelijker', deelt de 31-jarige Australiër. De zaterdag ging ook al moeizaam voor hem. Ricciardo zette een tijd neer die slechts goed genoeg was voor de achttiende plaats. En na de start van de race werd dat zelfs even twintigste.
In de kwalificatie was McLaren-teamgenoot Lando Norris wat sneller, al kwam hij ook niet verder dan de dertiende plaats. 'Het zou kunnen dat ik wat meer tijd had gevonden als ik de tests had gedaan, maar Lando's ronde zag er best goed uit. Ik denk dat dat een goede indicatie is van waar we staan op dit circuit', zegt hij zuchtend. 'Ik denk niet dat er nog een halve seconde in ons pakket zit.'
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties