Zoals al beloofd aan het begin van dit jaar bij de publicatie van onze eerste analyse van de cijfers over het Formule 1-raceseizoen van 2021, zouden we halverwege het seizoen dit jaar opnieuw kijken wat de stand zou zijn op basis van de cijfers voor 2022. Net als al eerder opgemerkt, is het niet makkelijk coureurs te vergelijken aan de hand van de door de FIA gepubliceerde cijfers. F1Maximaal heeft daarom dezelfde algoritmes losgelaten op de eerste elf races van het huidige seizoen, om te zien of dit nog nieuwe inzichten geeft, of misschien zelfs wel verrassende resultaten oplevert, die anders toch minder duidelijk zijn. Ook dit keer hebben we weer formules losgelaten om correcties voor DNF, DNS en gelapte ronden te berekenen. De uitkomsten en conclusies presenteren we hier.
We weten ondertussen dat cumulatieve racetijden, over het hele seizoen geen goede weerspiegeling geven van de uiteindelijke klassementsposities. De problemen die optreden bij gebruik van de officiële FIA-data die hiervoor beschikbaar zijn, worden veroorzaakt door het feit dat niet alle coureurs alle ronden uitrijden voor een race als ze door voorliggers op een ronde of meer gezet worden (gelapt worden), doordat ze niet elke race uitrijden (DNF), of door niet eens te starten (DNS). Dit wordt heel duidelijk als we dit visueel weergeven in het onderstaande plaatje (Figuur 1).
In deze grafiek staan de coureurs met de meest gereden races verder naar boven, en degenen die de minste races uitgereden hebben verder naar beneden. Dit vertekent het beeld aanzienlijk, omdat niet de snelsten onderaan staan, maar de coureurs die het minst geracet hebben. Daarom hebben we net als aan het begin van het jaar een aantal correcties toegepast om de gemiddelde posities van de rijders op het einde van de eerste seizoenshelft te berekenen. Dit is een simpel voortschrijdend gemiddelde, gebaseerd op de officiële klassementsposities van elke coureur per race. Hierdoor worden de posities van de coureurs na elke voltooide race niet aangetast of veranderd, zodat we deze waardes in principe zonder problemen in berekeningen van virtuele of genormaliseerde tijden en posities kunnen gebruiken.
Figuur 2 laat deze gemiddelde klassementsposities van de racers zien over de eerste seizoenshelft heen, met de veranderingen die daarbij horen. Niet uitgereden races zijn daarin eveneens meegenomen. De redenering hierachter is dat iedere rijder wel eens last heeft van een incident, en dat deze incidenten elkaar over het algemeen uitvlakken. Hier vloeien gemiddelde eindklassementsposities uit per coureur die representatief zijn voor de actuele data van alle races tot nog toe (zie ook Tabel 1).
Deze klasseringen gaan we gebruiken om oplossingen voor de verschillende problemen in de data door te rekenen en daarmee de totale racetijden aan te passen. Het kan echter ook zijn dat een rijder geen andere rijders achter zich heeft met een valide tijd om zijn virtuele tijd te kunnen berekenen. In dat geval worden de gemiddelde tijdsverschillen over de hele seizoenshelft gebruikt om tot een virtueel eindresultaat te komen. Deze verschillen zijn eveneens aangegeven in Tabel 1 door middel van een genormaliseerde klassementspositie.
Correcties voor DNF, DNS, en gelapte ronden
Net als in januari en februari dit jaar maken we aanpassingen voor coureurs die één of meerdere malen gelapt zijn, dus op één of meerdere ronden gezet zijn door voorliggers. Dit hebben we gedaan door hun racetijden per race te delen door het aantal ronden dat ze gereden hebben, en die tijd vervolgens te vermenigvuldigen met het aantal gelapte ronden. Dit levert extra tijd op die vervolgens is toegevoegd aan de officiële eindtijd zoals verstrekt door de FIA. Het mooie hiervan is dat het geen enkele positie wijzigt in het totaalklassement, maar wel een reëel beeld levert van de eindtijd als de coureur in kwestie de race volledig zou hebben uitgereden.
Also read
F1 2021 in cijfers | Wat als Verstappen, Hamilton en anderen al hun races uitgereden hadden?
Natuurlijk zou een coureur tegen het einde van de race net iets sneller hebben kunnen rijden, maar we spreken dan over tienden van seconden. Dit is zo weinig op het totaal dat dit niet relevant zal zijn. De volgende stap is om DNF-classificaties uit de vergelijking te verwijderen. Hiervoor hebben we de reeds genoemde gemiddelde klassementsposities gebruikt, zie Tabel 1. Als een rijder de race niet uitgereden heeft, wordt gecheckt waar hij gemiddeld genomen geëindigd zou zijn. De tijden van de rijders die zich dan virtueel voor hem en achter hem hebben geplaatst, worden van elkaar afgetrokken, wat puur de verschiltijd tussen voor- en achterligger oplevert.
De piloot die een DNF heeft ervaren, zou normaal gesproken dus tussen deze twee andere coureurs geëindigd zijn. De fractionele positie van de DNF-coureur tussen de twee anderen wordt dan berekend, en diezelfde fractie wordt toegepast op de verschiltijd. Deze tijd wordt dan toegevoegd aan de tijd van de voorligger, en daarmee hebben we de virtuele tijd van de uitgevallen chauffeur bepaald. Voor een DNS wordt hetzelfde principe toegepast. In het geval er geen achterliggers zijn, of voorliggers, worden de gemiddelde tijdsverschillen gebruikt. Dit zijn de gemiddelde tijdsverschillen over het hele seizoen, gecorrigeerd voor gelapte ronden.
Genormaliseerde data
Om te zien of deze berekeningen een representatief resultaat opleveren, kijken we naar de cumulatieve racetijden. Dit geeft niet echt een duidelijk beeld van de rangorde van de coureurs, maar wel een duidelijke indicatie van de effecten van de doorgevoerde bewerkingen en correcties, omdat de verschillen voor geaccumuleerde, genormaliseerde racetijd in dat geval erg klein zouden moeten zijn. En dat blijkt inderdaad het geval, zie figuur 3. Op grond van deze resultaten kunnen we ook weer klassementsposities bepalen, en die zijn weergegeven in Animatie 1.
We weten al dat cumulatieve racetijden over een periode maar weinig inzicht geven in de verschillen tussen de rijders. De verschillen op het totaal zijn namelijk veel te klein, zoals ook duidelijk is in Tabel 2, waar we geaccumuleerde racetijd, correcties voor gelapte ronden, en volledig genormaliseerde racetijd naast elkaar hebben gezet. Het geeft wel heel duidelijk aan hoe gering eigenlijk de verschillen zelfs tussen de minder goede en beste Formule 1-piloten zijn, en hoe racetijden van actuele races geen goede indicatie geven van algehele resultaten.
Op basis van de berekende gegevens, hebben we daarom een animatie gecreëerd van race tot race met de cumulatieve verschillen in racetijd in plaats van de racetijden, gebaseerd op die berekende genormaliseerde racetijden. De tijdsverschillen zijn hier gebruikt omdat deze puur de afstanden in tijd laten zien tussen de coureurs na elke race. Deze verschillen gaan om seconden en minuten, en niet om uren, dus zullen de coureurs in een ranglijst duidelijker van elkaar te onderscheiden zijn.
Deze aanpak zorgt voor een veel duidelijker beeld van de afstanden tussen de rijders, en wat er gebeurt. Het maakt het mogelijk om makkelijker conclusies te kunnen trekken. We hebben daarnaast ook de verticale as omgekeerd, dat wil zeggen, met de laagste waarden bovenaan weergegeven. Hiermee eindigen de snelste coureurs bovenaan in de grafiek, wat visueel meteen de rangorde weergeeft. Hoe hoger hoe beter tenslotte. Klikken op de Afspeel-button in de animatie geeft het verloop van deze genormaliseerde tijdsverschillen weer. Het is ook mogelijk deze op het YouTube-kanaal van F1Maximaal af te spelen, waar we nog een aantal animaties klaar hebben staan voor de geïnteresseerden.
De totale cumulatieve tijdsverschillen zijn ook weergegeven in Tabel 3, waar we actuele data naast genormaliseerde data hebben gezet, en eveneens de afstand tot de nummer één, Max Verstappen, hebben toegevoegd. Dit maakt meteen duidelijk hoe klein het verschil tussen nummer één en twee in de ranglijst is, namelijk slechts 90,5 seconden. Dit is het tijdsverschil over de hele seizoenshelft, waar de coureurs allen ruim 3286 kilometer hebben afgelegd, en 3488 kilometer inclusief sprints.
Puntenscores op basis van genormaliseerde data
Op basis van de genormaliseerde eindtijden per race, is ook een nieuwe berekening gemaakt voor het virtueel behaalde aantal punten gedurende het seizoen. Deze zijn afgeleid van de genormaliseerde eindtijden per race zoals weergegeven in Figuur 4, met toevoeging van de actuele punten voor sprints en snelste rondes. Deze nieuwe scores zijn te vinden in Tabel 4 in een kolom naast de werkelijk behaalde punten. De werkwijze hiervoor was simpel, namelijk door op basis van de berekende tijden de nieuwe rangorde vast te stellen en daar de gebruikelijke punten aan toe te kennen, vermeerderd met punten voor snelste rondes en eventuele sprints.
We hebben zowel een animatie gecreëerd voor de werkelijke puntenscores per race per coureur, als voor de genormaliseerde kampioenschapspunten (Animatie 3) om makelijker een visuele vergelijking te kunnen maken. Ook hier geldt dat klikken op de Afspeel-button in de animatie het verloop van deze genormaliseerde puntenscores weergeeft. Het is eveneens mogelijk deze op het YouTube-kanaal van F1Maximaal af te spelen, net als nog een aantal andere animaties voor de liefhebbers onder onze lezers.
Nieuwe inzichten?
Wat iedereen al duidelijk was, is dat de huidige top vier, Verstappen, Charles Leclerc, Sergio Pérez en Carlos Sainz feitelijk in een klasse apart thuishoren op basis van hun prestaties in de eerste seizoenshelft. In onze genormaliseerde data wordt dat nog veel pijnlijker duidelijk dan in enige andere datamanipulatie die we tot nog toe uitgevoerd hebben. Dit alles terwijl dit een zeer conservatieve aanpak is, een die rekening houdt met alle races, en voor al deze races correcties uitvoert waar nodig om het totaalbeeld aan te vullen. Sterker nog, als je het goed bekijkt, lijkt Verstappen zelfs in een klasse apart thuis te horen, aangezien hij in meerdere berekeningen zelfs met kop en schouder boven de rest uitsteekt.
De groepen die we kunnen onderscheiden op basis van drie ‘metrics’, waar we twee animaties en een grafiek voor gemaakt hebben in dit artikel, hebben we aangegeven in Tabel 5 om een makkelijker overzicht te presenteren. Het was al duidelijk de afgelopen races dat we aan de kop te maken hebben met een tweetal groepen, te weten de top vier, gedomineerd door Red Bull en Ferrari, gevolgd door een groep die bestaat uit de coureurs van het Mercedes-team. Opvallend is dat één coureur, Verstappen, in zijn eentje op grond van de gebruikte criteria zelfs boven de rest uittorent en feitelijk daarmee een aparte groep creëert.
De groeperingen onder deze top zes zijn beduidend minder helder, met uitzondering van Nicholas Latifi, die overal onderaan bungelt. Nico Hülkenberg doet dat in zekere zin ook, maar dat wordt met name veroorzaakt door het feit dat hij slechts twee races reed, ter vervanging van Sebastian Vettel. Aangezien we betere inzichten in de rest van het veld zouden willen krijgen, hebben we de overige rijders nog eens apart bekeken, zonder de top zes, in de hoop zo een beter beeld te krijgen. Hiervoor hebben we een aantal extra animaties gecreëerd, speciaal geschaald voor deze groep van coureurs.
Animatie 5 laat de gemiddelde klassementsposities zien, en door de gebruikte schaal worden deze posities enigszins uit elkaar getrokken, en worden de individuele prestaties duidelijker zichtbaar. Datzelfde geldt ook voor de genormaliseerde klassementsposities in Animatie 6, en de groeperingen worden dan ook een stuk helderder. Wat met name opvalt hier is dat zowel Vettel als Fernando Alonso het verdienen een stuk hoger in het klassement te staan. We weten natuurlijk dat beiden veel pech hebben gehad, maar op grond van de berekeningen wordt dat echt een stuk inzichtelijker.
Voor de groep in het midden is dat echter veel minder duidelijk. Daarom hebben we ook animaties gemaakt voor puntenscores, namelijk Animatie 7 voor actuele punten, en Animatie 8 voor genormaliseerde waarden. Om te beginnen is het duidelijk op grond van de gecorrigeerde waarden dat deze coureurs veel geprofiteerd hebben van het uitvallen van coureurs in de top zes, gezien de beduidend lagere scores in het genormaliseerde puntenverloop. Hier wordt ook weer duidelijk dat met name Alonso en Vettel er beter voor hadden moeten staan dan de harde realiteit.
Alonso had zelfs hoger dan Esteban Ocon op de ranglijst moeten staan op basis van deze cijfers. Nog een opvallend feit is dat Pierre Gasly ook hoger had moeten scoren, en hij heeft inderdaad erg veel pech gehad in deze eerste seizoenshelft. Tenslotte kunnen we ook nog vaststellen dat het Haas-team inderdaad vele malen beter presteert dan vorig jaar, en dat in deze prestaties bovendien een duidelijk stijgende lijn zit, zowel voor Kevin Magnussen, als voor Mick Schumacher, zij het voor deze laatste met name vanaf Canada.
De vraag is en blijft natuurlijk altijd of de geconstateerde trends in de tweede helft van het seizoen zullen blijven doorzetten, of dat er nog omslagen zullen plaatsvinden. We zien in de gemiddelde klassementsposities dat Verstappen enigszins lijkt af te vlakken in de laatste race, en die van Leclerc juist iets toeneemt. Hoewel dat slechts effectief veroorzaakt wordt door een enkele race, waar Ferrari duidelijk de overhand leek te hebben, weten we niet of dit een permanent voordeel is voor de rode bolides, of dat Red Bull het initiatief weet terug te pakken, en de algehele trend van de eerste seizoenshelft weet door te zetten in de volgende elf races.
Het lijkt wel duidelijk dat Verstappen een klasse apart is dit jaar, en dat Alonso en Vettel beter presteren dan uit de uitslagen blijkt. Datzelfde geldt ook enigszins voor Sergio Pérez, al zijn de puntenverschillen tussen posities twee en vier in het klassement sowieso niet erg groot. Het middenveld is dit jaar erg groot, wat de enorme gevechten daar heel duidelijk verklaart. De enige die daar met kop en schouders boven de rest uitsteekt, lijkt Lando Norris te zijn, ondanks alle problemen met de McLaren-bolide. Tenslotte ziet het ernaar uit dat Haas een goede keuze gemaakt heeft vorig jaar, aangezien het team zich ging richten op de ontwikkeling van haar auto van dit jaar. Dat kan je al helemaal concluderen nu beide coureurs echt in ‘the swing of things’ lijken te komen.
De verwachting is dan ook dat we weer een mooi, gevarieerd, en spannende tweede helft van het seizoen tegemoet gaan. Kan Verstappen zijn positie handhaven? Kunnen Vettel en Alonso eindelijk eens de posities veroveren die ze verdienen? Kan Norris zijn positie blijven vasthouden? En kan Haas de trend die ze ingezet hebben ook daadwerkelijk doorzetten? Het lijkt in ieder geval dat de Formule 1-fan zich weer mag verheugen op bloedstollend spannende races in de tweede seizoenshelft, de eerste twee nog voor de Formule 1-vakantie, en natuurlijk de laatste negen races daaropvolgend.
Door: Wim G. Vandebilt
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties