Elkann wil volgende stap zetten met Ferrari: 'We moeten onvermoeibaar doorwerken'

John Elkann, CEO van Ferrari, is blij met de cultuur die de Italiaanse renstal heeft gecreëerd. De afgelopen twee seizoenen was Ferrari verre van competitief in de Formule 1, maar dit seizoen lijken alle seinen op groen te staan voor een zinderende titelstrijd. Charles Leclerc wist al twee Grands Prix te winnen dit jaar. Of het harde werk genoeg zal zijn voor de wereldtitel durft Elkann niet te zeggen.

Al vanaf de testdagen in Barcelona mengde Ferrari zich bij de topteams. Deze lijn wist de Italiaanse renstal door te trekken tijdens het daadwerkelijke seizoen. 'We wisten dat we competitief zouden zijn, maar de stap van competitief zijn naar winnen is een groot', zegt Elkann bij Autosprint. 'We weten heel goed dat kampioenschappen worden gewonnen of verloren in de laatste race, in de laatste ronde. We kunnen met enkele variabelen het kampioenschap controleren, maar meer kunnen we ook niet doen.'

De strijd lijkt dit jaar te gaan tussen Ferrari en Red Bull Racing. Vooral Leclerc en Max Verstappen vechten het momenteel met elkaar uit wie er met de overwinning naar huis gaat. 'Het kampioenschap begon op een spannende manier. Ik ben blij dat we weer vooraan mee kunnen strijden. Dat gezegd hebbende, we weten dat het seizoen nog maar net is begonnen en dat je in de Formule 1 altijd omringd bent door sterke concurrenten. We moeten onvermoeibaar werken. Dit is de geest en de aanpak waar ik naar uitkijk gedurende het hele seizoen.'

Elkann: 'Belangrijk dat we goed samenwerken'

De jaren van droogte zullen ongetwijfeld pijn hebben gedaan in Maranello. Met Mattia Binotto lijkt Ferrari nu de juiste weg zijn ingeslagen. 'We hebben ook onze cultuur veranderd van het hele team veranderd. We hebben nu een cultuur gecreëerd waar we verantwoordelijkheid nemen en waar we veel ambitie hebben. Maar nog belangrijker is het feit dat iedereen heel goed samenwerkt. Van de coureurs tot aan de mensen in de garage. Ik sta zelf heel dicht bij Mattia, onze coureurs, ingenieurs en monteurs', besluit Elkann.