Donnelly kijkt terug op giga crash in 1990: 'De monteur heeft drie maanden in een depressie gezeten'

Een interessant interview met Martin Donnelly op de site van Motorsport-total.com. Donnelly crashte snoeihard in de kwalificatie voor de Grand Prix in Jerez in 1990. Er moest onder andere een been geamputeerd worden en dit betekende het einde van zijn F1-carrière.

Hij werd twee keer gereanimeerd, zijn moeder dacht in het ziekenhuis dat hij dood zou gaan, maar Donnelly is er nog. Hij kan zich niks meer herinneren van het ongeluk en heeft het ook nooit teruggezien, want er zijn geen tv-beelden. Men volgde toen de snelle ronde van Ayrton Senna en niet zijn zware crash. Donnely zegt geluk te hebben gehad dat hij uit de auto werd geslingerd en meters verderop roerloos op het asfalt lag. 'Anders was ik dood geweest.'

Uit onderzoek is gebleken dat een monteur, die zich erg schuldig voelde na het ongeluk, een check was vergeten bij de voorwielophanging van de Lotus. 'Hij had drie maanden in een depressie gezeten omdat hij zich schuldig voelde voor het ongeluk', vertelt Donnelly, die de monteur daarna heeft ontmoet, op de Duitse site. 'Hij voelt zich vandaag de dag nog steeds schuldig. Als de ophanging een bocht verder stuk was gegaan, dan was er niets aan de hand geweest, want daar stond wel een bandenstapel.'

Donnelly is blij dat hij kinderen heeft, mooie vakanties boekt en nu rijinstructeur bij Jeep is. Toch heeft hij gekke dingen over gehouden aan het ongeluk. Zo kan hij zijn andere been niet helemaal bewegen. En als het koud is heeft hij pijn in dat been, omdat zijn zenuwen niet goed meer werken daar. 'Dan neem ik een heet bad', legt hij uit. Verder droomt hij nooit meer sinds het ongeluk. 'Ik ga naar bed, doe het licht uit en word weer wakker, er is niets meer tussen', aldus Donnelly, die dus duidelijk ook hersenschade heeft opgelopen.