Domenicali verdedigt Formule 1: 'De sport kan mensen in Qatar en Saoedi-Arabië helpen'

De baas van de Formule 1, Stefano Domenicali, denkt dat het niks zal helpen als de Grands Prix in Qatar en Saoedi-Arabië worden afgelast vanwege het overschrijden van de mensenrechten. Domenicali is van mening dat de Formule 1 juist kan helpen om de mensenrechten in deze landen te stimuleren. De sport heeft al meerdere malen kritiek gekregen vanwege het feit dat ze deze races georganiseerd hebben. De race in Qatar staat dit weekend op het programma, terwijl de race in Saoedi-Arabië op 5 december is.

De landen in het Midden-Oosten hebben al vaker kritiek moeten verduren als het aankomt op mensenrechten. Qatar staat al een tijdje in het middelpunt van de aandacht, aangezien het land volgend jaar ook het WK-voetbal zal organiseren. 'Ik denk dat de spotlight die wij met ons meebrengen voordelig zal zijn voor de verandering die we in die landen willen aanbrengen', zegt Domenicali tegenover de BBC. 'Het zal averechts werken als we deze landen de rug toekeren.'

Domenicali zegt dat verschillende onafhankelijke controleurs de werkomstandigheden bij de bouw van de Jeddah Street Circuit checken. Daarnaast ziet de Formule 1-directeur dat de situatie in de Golfstaten al aanzienlijk is verbeterd. 'Het hoeft net allemaal perfect te zijn, maar we zien dat alles de juiste kant op aan het gaan is. Vrouwen hebben bijvoorbeeld een prominente rol binnen de organisatie van deze Grands Prix. Ze kunnen goed hun werk doen en ze worden gerespecteerd.'

De Formule 1 en geld

Geld is steeds meer een rol gaan spelen binnen de wereld van de Formule 1. De deal die de sport heeft met Qatar is het meest lucratieve contract tot nu toe. Domenicali vond het noodzakelijk om het contract met Qatar aan te gaan, vanwege het geleden verlies tijdens de coronapandemie. 'Natuurlijk speelt geld een belangrijke rol binnen de sport. Maar dit geld is een voordeel voor iedereen binnen de sport. Mensen investeren in de Formule 1, omdat ze in ons product geloven. Het laat vooral zien dat we als sport zijn gegroeid'. concludeert Domenicali.