Het budgetplafond werd enkele jaren geleden geïntroduceerd om de kosten te beperken, en om de achterhoedeteams de kans te geven om ook weer voorin mee te strijden. De kosten werden inderdaad gedrukt, maar in de pikorde lijkt de regelwijziging weinig teweeg te hebben gebracht. Om de achterhoedeteams toch meer kansen te bieden, wordt nu een nieuw puntensysteem overwogen. De gevolgen van dat systeem op het 2024-seizoen werden door F1Maximaal onder de loep genomen.
In de eerste tien jaar van het officiële Formule 1-wereldkampioenschap kregen alleen de snelste vijf mannen punten. Tussen 1960 en 2002 gold dat voor de top zes, waarna de dominantie van Michael Schumacher en de stijgende betrouwbaarheid van de auto's aanleiding was voor een nieuw puntensysteem in 2003, met een beloning voor de top acht. Sinds 2010 krijgt de gehele top tien punten, en in 2019 kwam daar een punt voor de snelste ronde bij.
Klasseverschil en betrouwbaarheid
Inmiddels wordt in de Formule 1 druk gesproken over wederom een wijziging van het puntensysteem. Daar zijn twee aanleidingen voor: er zijn nauwelijks nog coureurs die met technische problemen uitvallen, en het verschil tussen de vijf sterkste en de vijf zwakste teams is aanzienlijk. De race in China werd onderbroken door twee Safety Cars, maar in Japan reed nummer negen Lewis Hamilton bij het vallen van de vlag maar liefst 48 seconden voor nummer tien Lance Stroll.
Daarmee wordt duidelijk dat het budgetplafond niet het gewenste effect heeft gehad. Sterker nog, de top vier van het constructeurskampioenschap wordt gewoon gevormd door de vier teams met de meeste zeges in de geschiedenis van de sport: Red Bull Racing (vierde met 117 zeges), Ferrari (koploper met 244 overwinningen), McLaren (tweede met 183 zeges), en Mercedes (derde met 125 zeges). Om ervoor te zorgen dat de vijf achterhoedeteams ook een realistische kans op een puntenscore maken, wordt er gesproken over punten voor de gehele top twaalf, zoals in Tabel 1 te zien is.
De tekst gaat verder onder de tabel.
Middenveld kan profiteren
Onder het nieuwe systeem, dat vermoedelijk vanaf 2025 gehanteerd zal worden, krijgt de gehele top zeven hetzelfde aantal punten als nu het geval is. De verschillen zitten puur in de plekken acht tot en met twaalf. De nummers acht en twaalf kunnen één punt extra pakken, terwijl de nummers negen, tien, en elf er twee punten op vooruit zouden gaan. Zoals te zien is in de volgende tabel, heeft het nieuwe puntensysteem dan ook geen invloed op de stand bovenin.
De tekst gaat verder onder de tabel.
Vooral de echte middenveldcoureurs profiteren van het nieuwe systeem. Pijnlijk genoeg zijn dat dit jaar vooral Lewis Hamilton en Nico Hülkenberg. De zevenvoudig wereldkampioen kwam bij zijn laatste drie finishes als negende over de streep, terwijl Hülkenberg beloond zou worden voor zijn constante prestaties: de 36-jarige Duitser eindigde in de laatste vier races telkens tussen de plekken negen en elf, en zou dus telkens twee punten extra gepakt kunnen hebben. In de absolute achterhoede heeft het nieuwe systeem weinig invloed, aangezien de coureurs vanaf Kevin Magnussen niet van volgorde veranderen.
Haas zou de grote winnaar in het begin van 2024 zijn
Uiteindelijk gaat het in dit geval om de constructeursstand. Voorin hechten de topteams meer waarde aan het coureurskampioenschap, maar de achterhoedeteams schuiven liever een plekje op in het teamkampioenschap, met miljoenen extra prijzengeld tot gevolg. In de top vijf van het kampioenschap zouden de verschillen marginaal kleiner worden, doordat Red Bull en Ferrari als enigen geen extra punten zouden pakken met het nieuwe systeem.
De grootste sprong wordt gemaakt door Haas, dat van vijf naar zeventien punten zou springen, doordat het constant meedoet rond de tiende en elfde plek. De zwakke prestaties van Daniel Ricciardo betekenen dat Visa Cash App RB nauwelijks zou profiteren van de nieuwe regels. Teamadviseur Helmut Marko mag dus wel enthousiast zijn over de verwachte wijziging, maar op basis van de eerste races van 2024 zou Red Bull de rekening betalen, door een plekje bij de constructeurs op te geven.
De FIA heeft in ieder geval baat bij het nieuwe systeem, dat per Grand Prix acht punten meer oplevert in totaal. Op seizoensbasis komt dat neer op 192 punten, en aangezien de teams en coureurs inschrijfgeld betalen op basis van het aantal gescoorde punten, kan de FIA zo ongeveer anderhalf miljoen per jaar extra opstrijken.
Het zal dan ook een kwestie van tijd zijn voordat er ook een regelwijziging voor de puntentelling in de sprintraces wordt voorgesteld. Daar rijden de achterhoedeteams nu ook voor spek en bonen mee, en dus valt het te verwachten dat er spoedig een puntensysteem wordt voorgesteld waarbij de eerste tien coureurs punten krijgen, aflopend van tien punten voor de winnaar tot één punt voor de nummer tien. Dat heeft eveneens geen invloed op de puntenverschillen voorin, maar biedt de middenvelders meer kansen. Het puntentotaal zou dan ook met negentien punten stijgen, wat met zes sprintraces weer een klein miljoen extra voor de FIA zou betekenen.
Meediscussiëren? Klik hier om je te registreren.
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties