Williams is liever geen klant, maar produceert een eigen motor: 'Zo kan je niet competitief zijn'

James Vowles geeft toe dat er zorgen zijn binnen het team van Williams. De Britse renstal maakt gebruik van andere motoren in plaats van dat het team deze zelf ontwikkelt. Volgens de teambaas van Williams is dat niet ideaal en zouden ze het idealiter anders zien. 'Het is bijna onmogelijk om competitief te zijn als je niet je eigen motor kan leveren', stelt Vowles tegenover F1i.com.

Het is algemeen bekend dat de meeste topteams allemaal controle hebben over hun eigen krachtbronnen, dat kan door ze zelf te ontwikkelen of door een goede samenwerking te hebben met een fabrikant. In de afgelopen jaren gebruikte Williams vooral de krachtbron van Mercedes, maar ondanks dat Mercedes in de afgelopen jaren veel titels heeft gewonnen, was dat bij Williams totaal niet aan de orde.

Ook Alfa Romeo, AlphaTauri, Haas en McLaren zitten in hetzelfde schuitje. Aan de andere kant maakt ook Aston Martin gebruik van de krachtbron van Mercedes, en dat team lijkt totaal geen last te hebben van de afhankelijkheid. 'Aston Martin laat zien dat het ook anders kan, maar over het algemeen kan je gewoon niet competitief zijn als je geen eigen krachtbron hebt', stelt Vowles.

Vowles: 'Het gaat beter worden vanaf 2026'

Vanaf 2026 werkt Audi volledig samen met Sauber in de Formule 1, maar ook Honda zal krachtbronnen gaan leveren. De laatstgenoemde gaat een samenwerking aan met Aston Martin, waardoor ze afscheid zullen nemen van Red Bull Racing. Dat gaat dan weer in zee met Ford. Williams zal een team blijven dat een krachtbron van een ander team moet kopen.

Toch ziet Vowles het rooskleuriger in vanaf 2026. 'Er komen nieuwe voorschriften die voordeliger zijn voor ons', legt de Williams-teambaas uit. 'Nu is het zo dat de krachtbron aangepast kan worden aan wat Mercedes bijvoorbeeld nodig heeft voor de auto, maar met de nieuwe voorschriften moet de krachtbron voor iedereen hetzelfde zijn. Dat was de afgelopen jaren niet zo. Ik heb er vertrouwen in dat het beter gaat worden', aldus Vowles.