Het gaat goed met Ferrari dit seizoen. Anders dan het rampseizoen van vorig jaar hebben de weg naar boven wederom ingeslagen en kan het Italiaanse team inmiddels weer meevechten met de top van het middenveld. Je zou kunnen denken dat het ligt aan de nieuwe coureurs, maar juist hetgeen dat zich achter de schermen heeft voltrokken is belangrijk. De belangrijkste spil voor het team komt duidelijk naar voren: nieuw beleid leidt tot betere resultaten.
Er is weer reden om te lachen bij Ferrari. Inmiddels staat het team weer gedeeld met McLaren op de derde plek en wordt langzaam maar zeker de nare nasmaak van 2020 weggespoeld. De weg omhoog is weer gevonden bij de Italiaanse renstal en het lijkt erop dat die weg op het moment geen tegenslagen zal zien. De SF21 presteert beter dan de SF1000-bolide van vorig seizoen. Het ging echter niet altijd goed bij Ferrari, wat zorgt er nu voor dat de weg omhoog is ingezet? F1Maximaal kijkt naar de management- en personele wisselingen die cruciaal waren voor het nieuwe niveau van het team.
Vanaf 2017 gingen de seizoenstarts eigenlijk alleen maar slechter en slechter. Waar Ferrari in 2017 nog de beste eerste helft kende, met 218 verzamelde punten, wist het team in 2020 slechts 80 punten te behalen. Het was de erfenis van een team dat steeds maar weer naast de winst greep in tijden van pure dominantie aan de kant van Mercedes. Steeds werd Ferrari tweede, soms met grotere afstand, soms met een kleinere afstand. Daarbij ging het dus ook steeds in het begin van het seizoen meer bergafwaarts, Mercedes bleek te sterk.
Jaar | Punten na eerste seizoenshelft |
2017 | 318 |
2018 | 302 |
2019 | 261 |
2020 | 80 |
2021 | 163 |
Transformatie was broodnodig
Ferrari heeft de afgelopen jaren daarom de nodige transformaties doorgemaakt als team. De reden: de enorm lange titeldroogte die al staat sinds 2007, het seizoen dat Kimi Räikkönen kampioen werd. Dat seizoen zou echter niet het laatste seizoen zijn dat Ferrari meestreed om het kampioenschap. In 2010, 2012 en 2018 ging het team meermaals grandioos de fout in onder één manager: Maurizio Arrivabene. Het ene seizoen ging het op ontwikkelingsvlak niet goed en het andere seizoen werd er op strategisch vlak enorm geblunderd. Het werd Arrivabene verweten dat zijn renstal de titel van 2018 niet binnen wist te slepen. Het zou uiteindelijk ook zijn Waterloo worden, hij moest het veld ruimen.
Op technisch vlak ging het overigens best aardig bij Ferrari, maar het team kon op strategisch vlak niet mee met Mercedes. Mede daarom besloot Ferrari dus tot het ontslaan van Arrivabene en het promoveren van een ‘kind van de eigen fabriek’, Mattia Binotto. De teambaas kwam in 2019 aan het roer bij het team en kreeg een carte blanche om het nodige te veranderen. De Italiaan is in Maranello geliefd door zijn technische kennis en heeft daarnaast ook het nodige meegemaakt binnen het team. Hij was er al toen Michael Schumacher zijn titels won.
Meer winst op technisch vlak
In 2016 verving Binotto al James Allison, die toen naar Mercedes vertrok. Vanaf dat moment kon de bolide op technisch vlak steeds vaker mee met die van de Duitse concurrent. Na 2018 moest het roer om bij Ferrari. Te vaak werden er fouten gemaakt en de van oorsprong technische man kreeg daarom de opdracht om zijn eigen lijn van handelen door te zetten. Op technisch vlak werden eerder namelijk al de nodige stappen gezet. De bolide van Ferrari werd steeds efficiënter. En ook het team werd steeds beter.
In 2020 werd er echter een bijzonder slechte bolide gebouwd door het team. In Italië werd in eerste instantie verwacht dat er op pure paardenkracht gewonnen kon worden, dit was niet het geval. Het seizoen van 2019 zou zich namelijk typeren door één schandaal: Ferrari zou sjoemelen met zijn motor door olie extra bij te verbranden. Het leverde het team enorm veel extra vermogen op, waarmee de gebreken van de 2019-bolide volledig werden weggespeeld. Die bolide zou de basis vormen voor het jaar erna.
De motor moest aangepast worden voor het seizoen dat volgt, met een dramatische reductie in paardenkracht als gevolg. De bolide van Ferrari was daarnaast op aerodynamisch vlak bijzonder slecht. De coureurs klaagden steen en been over instabiliteit en een gebrek aan vermogen. De resultaten waren er ook naar, Ferrari had op geen enkele manier iets in te brengen in het wereldkampioenschap. Het seizoen zou worden afgeschoten als dramajaar, het ergste jaar sinds 1980.
De bolide voor 2021 moest daarom geprepareerd en opnieuw ontworpen worden en inmiddels zijn de updates van de Ferrari een schot in de roos. Dat komt ook voornamelijk door het repareren van de windtunnel en het simulatorwerk is inmiddels ook een stuk beter: eveneens beleid waar Binotto in heeft moeten investeren.
Also read
Ferrari neemt gloednieuwe F1-simulator in gebruik met oud Red Bull-topman als toezichthouder
Ferrari zet stappen naar voren
Met name dit seizoen zijn er daardoor enorme stappen gezet, dat komt met name door de veranderingen die het management bij Ferrari heeft doorgemaakt. Binotto is niet langer meer altijd aan de pitbox te vinden en heeft zich teruggetrokken tot een meer delegerende en bestuurskundige rol, terwijl Laurent Mekies inmiddels alle verantwoordelijkheden op het circuit op zich heeft genomen. Dat is overigens niet de enige verandering: ook koos het team voor het promoveren van jong bloed op strategisch vlak. Ravin Jain, een 26-jarige ingenieur, is inmiddels het hoofd van strategie. Kortom, bravoure op dat vlak was nodig en blijkt met goede resultaten ook zijn vruchten af te werpen.
Het is ook te zien in praktisch opzicht, Ferrari durft meer op zijn pitstops te vertrouwen en heeft daar dan ook de nodige snelheid uit weten te halen. Waar het team vorig jaar nog steeds ruim 1,4 seconden extra verloor, zijn het nu slechts zeven tienden van een seconde. Kortom, ook daar worden de nodige stappen gezet om nieuwe snelheid te vinden en wederom: Binotto investeert in de gebieden waar Ferrari punten te halen heeft.
Beter beleid, betere resultaten
Volgens het team was in 2020 de gemiddelde stoptijd zo’n 2,73 seconden. Zo vertelde Diego Ioverno, de ingenieur die verantwoordelijk is voor de pitstops, dat er dat seizoen op dat vlak nog veel te halen viel. ‘Pitstops die langer duren dan drie-en-een-halve seconde niet meer de standaard zijn. Maar we zijn nog steeds bezig met het herstructureren van het team’, liet hij weten in Abu Dhabi 2020.
Sindsdien zijn volgens Binotto de nodige stappen gezet en is het ook duidelijk te zien in de stoptijden. Het nieuwe pitstopteam begint zijn vruchten namelijk af te werpen. Steevast is het team inmiddels sneller dan zij eerst waren. Inmiddels haalde het team bijvoorbeeld in Oostenrijk een pitstop van 2,26 seconden. Ruim een halve tiende sneller. ‘Inmiddels hebben we 84 procent van al onze pitstops onder de drie seconden afgewerkt, dat is zeer goed zeker omdat we vorig seizoen slechts 48 procent wisten te behalen’, vertelt hij tegenover La Gazetta Dello Sport.
Hoop voor 2021, winst het doel voor Ferrari
Met Carlos Sainz en Charles Leclerc heeft Ferrari, naast de eerdergenoemde aanpassingen aan het team, ook nog eens een zeer sterke set coureurs. Iets dat in de toekomst het verschil kan gaan maken volgens Binotto. ‘Ik verwacht dat we binnen een aantal jaar een flinke convergentie gaan zien in wat het niveau betreft tussen de teams. Volgend jaar zullen we goed moeten kijken naar of we de vrijheidsbeperkingen in het ontwerp nog wel willen. De coureurs kunnen in ieder geval veel meer beslissend zijn’, gaat Binotto verder.
Het is geen geheim dat Ferrari vroeg is begonnen met het ontwikkelen van de 2021 bolide. ‘De versnellingsbak, het chassis en de ophanging zijn al gedefinieerd voor ons. Nu gaan we over tot het afronden van het ontwerp en het produceren van het ontwerp. Dit project was onze prioriteit, we hebben alle aerodynamische oplossingen uitgeprobeerd om zeker te zijn van onze zaak.’
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties