Verstappen: 'Er is niet één specifiek punt waar ik aan wil werken'

Max Verstappen zegt geen enorm verbeterpunt te hebben waar hij in 2022 mee aan de slag wil. Na zijn eerste wereldtitel is duidelijk dat hij de kwaliteiten heeft om kampioen te worden, maar ijverig als hij is, blijft hij zoeken naar verbeteringen. Hij stelt zichzelf geen specifieke doelen voor aankomend jaar, behalve dan het onder de knie krijgen van de RB18.

'Het is niet alsof er één specifiek punt is waar ik aan wil werken', meldt hij tegenover onder meer F1Maximaal.nl op Circuit de Barcelona-Catalunya. 'Elk jaar wil je beter worden, en dan niet slechts op één aspect.' Waar hij denkt dat er voor hem nog wat te halen valt, dat wordt uit zijn antwoord niet duidelijk.

Verstappen weet dat ervaring een voordeel biedt in gevechten op het asfalt, en hij wil dan ook voortbouwen op zijn afgelopen racejaren, voor zover dat kan, tenminste: 'De auto's zijn dit jaar heel anders. Daar moeten we nu eerst mee om leren gaan.' Zodra dat gelukt is, gaat Verstappen weer kijken naar of er in zijn persoonlijke ontwikkeling nog wat te halen valt.

Leclerc probeert te volgen

De heren zijn hier gedurende de wintertests al mee begonnen. Zo waren er diverse coureurs die alvast aftastten in hoeverre het volgen van een voorligger ook daadwerkelijk makkelijker is geworden. Dit was immers het primaire doel van de reglementswijzigingen van 2022 en de reden dat er in het aankomend seizoen vooral downforce geproduceerd wordt met de vloer.

Charles Leclerc geeft aan dat hij al een poging gewaagd heeft. Tijdens de trainingen reed hij achter enkele concurrenten om te zien of hij nog steeds zoveel downforce verloor in de bochten als voorheen. 'Het voelde beter', bevestigde de Monegask. 'Het ging goed, totdat je echt heel dichtbij komt', ervoer hij. Dan verliest een coureur dus nog steeds heel veel neerwaartse druk, en dus grip.